Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. champion:
  2. Wiktionary:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. champion:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor champion (Engels) in het Frans

champion:

champion [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the champion (champ; master)
    le champion; le maître; le maestro
    • champion [le ~] zelfstandig naamwoord
    • maître [le ~] zelfstandig naamwoord
    • maestro [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor champion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
champion champ; champion; master advocate; brilliant person; crack; master; standardbred; standout; star; trotter; trotting horse
maestro champ; champion; master master
maître champ; champion; master authority; boss; chief; gent; governor; instructor; king; leader; lord; master; mentor; mister; principal; ruler; schoolmaster; schoolteacher; teacher; tutor; usurper; viceroy
- admirer; booster; champ; fighter; friend; hero; paladin; protagonist; supporter; title-holder
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- defend
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- prizewinning
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- eager supporter

Verwante woorden van "champion":

  • champions

Synoniemen voor "champion":


Verwante definities voor "champion":

  1. holding first place in a contest1
    • a champion show dog1
  2. someone who fights for a cause1
  3. someone who has won first place in a competition1
  4. a person who backs a politician or a team etc.1
  5. protect or fight for as a champion1

Wiktionary: champion

champion
verb
  1. to advocate
noun
  1. someone who has been winner in a contest
champion
noun
  1. (histoire) Celui qui soutenir en champ clos une querelle judiciaire pour son compte ou pour celui d’autrui.

Cross Translation:
FromToVia
champion défendre; préconiser; professer verfechtenAuffassung, Meinung, Standpunkt und Anderes vehement vertreten; für etwas energisch eintreten

Verwante vertalingen van champion



Frans

Uitgebreide vertaling voor champion (Frans) in het Engels

champion:

champion [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le champion (maître; maestro)
    the champion; the champ; the master
    • champion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • champ [the ~] zelfstandig naamwoord
    • master [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le champion (as; vedette; crack)
    the standout; the star; the brilliant person
  3. le champion (coryphée; crack; as)
    the crack
    • crack [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le champion (trotteur; crack; driver; jockey de trot attelé)
    the trotter; the trotting horse; the standardbred
  5. le champion (maestro; maître)
    the master
    • master [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. le champion (zélateur; défenseur; promoteur; avocat)
    the advocate
    • advocate [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor champion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advocate avocat; champion; défenseur; promoteur; zélateur allié; défenseur; partisan; plaideur; promoteur; supporter; zélateur
brilliant person as; champion; crack; vedette
champ champion; maestro; maître
champion champion; maestro; maître
crack as; champion; coryphée; crack brisure; broyement; crac; crevasse; déflagration; détonation; entrebâillement; explosion; fente; fissure; fêlure; gerçure; rupture
master champion; maestro; maître capitaine; capitaine de vaisseau; chef; commandant; directeur; doyen; enseignant; enseignante; formateur; forme de base; homme du pouvoir; instituteur; marinier; masque; maître; maître d'école; maître juré; maîtresse; mentor; parrain; patron; principal; professeur; professeur de faculté; roi; seigneur; souverain; supérieur; tuteur; tutrice; tête; éducateur; éducatrice
standardbred champion; crack; driver; jockey de trot attelé; trotteur
standout as; champion; crack; vedette
star as; champion; crack; vedette diva; unité de redimensionnement proportionnel; vedette; étoile
trotter champion; crack; driver; jockey de trot attelé; trotteur
trotting horse champion; crack; driver; jockey de trot attelé; trotteur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advocate militer en faveur de; plaider
crack briser; casser; cliver; craquer; craqueter; dissocier; décoder; détacher; détoner; enfoncer; exploser; faire claquer; faire un bruit de craquement; fendre; fissurer; forcer; fracturer; fêler; gronder; hacher; ouvrir brusquement; rompre; scinder; se fendiller; se fendre; squattériser; séparer; tonner; violer domestic; écarter; éclater; éclater en morceaux
master accoutumer; apprendre; gagner; habituer; remporter une victoire; s'accoutumer; s'habituer; se familiariser; triompher; vaincre
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
star d'une façon récalcitrante; en rebelle; fixe; fixement; impassible; indocile; inflexible; insoumis; insubordonnée; intransigeant; inébranlable; obstiné; raide; rebelle; retenu; revêche; rigide; récalcitrant; réservé; réticent; serré; taciturne; tenace; tendu; têtu; à contrecoeur

Synoniemen voor "champion":


Wiktionary: champion

champion
noun
  1. (histoire) Celui qui soutenir en champ clos une querelle judiciaire pour son compte ou pour celui d’autrui.
champion
noun
  1. position of champion, or winner
  2. someone who has been winner in a contest

Verwante vertalingen van champion