Wizard: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

wizard:
- magicien; sorcier; enchanteur; ensorceleur; envoûteur; Assistant
Wiktionary:
- wizard → mage, sorcier, assistant, magicien
- wizard → sorcier, magicien

Engels

Uitgebreide vertaling voor wizard (Engels) in het Frans

the wizard (magician; sorceror)
le magicien; le sorcier; l'enchanteur; l'ensorceleur; l'envoûteur
- magicien [le ~] zelfstandig naamwoord
- sorcier [le ~] zelfstandig naamwoord
- enchanteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- ensorceleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- envoûteur [le ~] zelfstandig naamwoord
the wizard (sorcerer; magician)
le sorcier; le magicien
- sorcier [le ~] zelfstandig naamwoord
- magicien [le ~] zelfstandig naamwoord
the wizard
le magicien
- magicien [le ~] zelfstandig naamwoord
the wizard

– An interactive utility that guides users through a multi-step, infrequently performed task. Effective wizards reduce the knowledge required to perform the task compared to alternative UIs. ¹
Assistant
- Assistant

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enchanteur	magician; sorceror; wizard
ensorceleur	magician; sorceror; wizard
envoûteur	magician; sorceror; wizard
magicien	magician; sorcerer; sorceror; wizard	black-magician; enchanter; necromancer; sorcerer
sorcier	magician; sorcerer; sorceror; wizard	black-magician; enchanter; medicine man; necromancer; sorcerer; witch doctor
-	magician; necromancer; sorcerer; thaumaturge; thaumaturgist
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	charming; magic; magical; sorcerous; witching; wizardly
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Assistant	wizard
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enchanteur		compelling; emotional; enchanting; fairy-like; gripping; heart warming; magical; moving; stirring; thrilling; touching

charming; magic; magical; sorcerous; witching; wizardly; supernatural
ace; adept; champion; sensation; maven; mavin; virtuoso; genius; hotshot; star; superstar; whiz; whizz; wiz; expert
sorcerer; magician; necromancer; thaumaturge; thaumaturgist; occultist

possessing or using or characteristic of or appropriate to supernatural powers²
- wizard wands²
one who practices magic or sorcery²
An interactive utility that guides users through a multi-step, infrequently performed task. Effective wizards reduce the knowledge required to perform the task compared to alternative UIs.¹

wizard

noun

person skilled with magic
- wizard → mage; sorcier
(computing) program or script used to simplify complex operations
- wizard → assistant

wizard

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• wizard	→ sorcier	↔ tovenaar — een mannelijk iemand die kan toveren
• wizard	→ magicien	↔ Hexer — männliche Hexe
• wizard	→ magicien	↔ Zauberer — meist männliche Person mit magischen Fähigkeiten

Computer vertaling door derden: