Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
indeed:
- mais si; si; eh bien; bien sûr; naturellement; évidemment; certainement; pourtant; sans aucun doute; en effet; évident; quand même; de toute façon; cela va de soi; sans doute; tout de même; sans contrainte; cependant; bien entendu; forcément; de toute évidence; effectivement; certes; naturel; d'ailleurs; vraiment; sûr; véritablement; entier; certain; juste; véridiquement; complet; véridique; mais si!; positif; parfait; réellement; en vérité; à propos; au demeurant; du reste; il est vrai; à la vérité; véritable; c'est vrai; en réalité; assurément; tout à fait; mais oui; assuré; vrai; authentique
- oui
-
Wiktionary:
- indeed → en effet, certes, bien sûr
- indeed → certainement, vraiment, en effet
- indeed → bel et bien, certes, vraiment, effectivement, en effet
Engels
Uitgebreide vertaling voor indeed (Engels) in het Frans
indeed:
-
indeed (well)
-
indeed (well)
-
indeed (naturally; of course; obviously; apparently; without doubt; to be sure)
bien sûr; naturellement; évidemment; certainement; pourtant; sans aucun doute; en effet; évident; quand même; de toute façon; cela va de soi; sans doute; tout de même; sans contrainte; cependant; bien entendu; forcément; de toute évidence; effectivement; certes; naturel; d'ailleurs-
bien sûr bijvoeglijk naamwoord
-
naturellement bijvoeglijk naamwoord
-
évidemment bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
pourtant bijvoeglijk naamwoord
-
sans aucun doute bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
quand même bijvoeglijk naamwoord
-
de toute façon bijvoeglijk naamwoord
-
cela va de soi bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
cependant bijvoeglijk naamwoord
-
bien entendu bijvoeglijk naamwoord
-
forcément bijvoeglijk naamwoord
-
de toute évidence bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
d'ailleurs bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (truthfully; definitely; genuinely; really; factually; certainly; surely; actually)
vraiment; sûr; véritablement; entier; certain; juste; véridiquement; complet; certes; certainement; véridique; mais si!; sans doute; positif; parfait-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
sûr bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
entier bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
complet bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
mais si! bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
positif bijvoeglijk naamwoord
-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (really; truly)
vraiment; réellement; véritablement; en vérité-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (by the way)
à propos; au demeurant; du reste; d'ailleurs-
à propos bijvoeglijk naamwoord
-
au demeurant bijvoeglijk naamwoord
-
du reste bijvoeglijk naamwoord
-
d'ailleurs bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed
véritablement; il est vrai; véridiquement; à la vérité; véritable; c'est vrai-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
il est vrai bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
à la vérité bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
c'est vrai bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (actual)
en effet; évidemment; effectivement; certes; tout de même; sans aucun doute; forcément-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
évidemment bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
sans aucun doute bijvoeglijk naamwoord
-
forcément bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (really; effectively; real; sure enough; sure; in fact)
en réalité; vraiment; en effet; effectivement; réellement; en vérité-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (absolutely; sure)
sûr; certainement; sans doute; assurément; véritablement; vraiment; certes; véridiquement; mais si!-
sûr bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
assurément bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
mais si! bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (certainly; certainly yes; positively; definitely)
certainement; certes; effectivement; tout à fait; bien entendu; mais si; mais oui-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
tout à fait bijvoeglijk naamwoord
-
bien entendu bijvoeglijk naamwoord
-
mais si bijvoeglijk naamwoord
-
mais oui bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (undoubtedly; sure)
sûr; certain; véritablement; certainement; assuré; assurément; véridique; sans doute; certes; vraiment; positif; véridiquement; mais si!-
sûr bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
assuré bijvoeglijk naamwoord
-
assurément bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
positif bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
mais si! bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (verily; truly; in truth)
vrai; en effet; vraiment; véritable; effectivement; tout de même; véritablement; véridique; en vérité; véridiquement-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
-
indeed (genuine; truly; actual; really; real; in truth; to be sure; it's true)
vraiment; véritable; véritablement; vrai; authentique; effectivement; véridique; véridiquement-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
authentique bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor indeed:
Synoniemen voor "indeed":
Verwante definities voor "indeed":
Wiktionary: indeed
indeed
Cross Translation:
interjection
adverb
indeed
-
modal: truly; in fact; actually
- indeed → certainement; vraiment; en effet
-
-
-
Effectivement, véritablement, d’une manière vraie.
-
Tout à fait, absolument.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• indeed | → effectivement; en effet | ↔ in der Tat — eine Aussage bekräftigend: tatsächlich |
• indeed | → certes | ↔ zwar — Gegensätzliches einräumend (zwar - aber) |