Engels
Uitgebreide vertaling voor ruminant (Engels) in het Frans
ruminant:
-
the ruminant (cud-chewer)
Vertaal Matrix voor ruminant:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ruminant | cud-chewer; ruminant | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ruminant | ruminating |
Verwante woorden van "ruminant":
Synoniemen voor "ruminant":
Antoniemen van "ruminant":
Verwante definities voor "ruminant":
Frans
Uitgebreide vertaling voor ruminant (Frans) in het Engels
ruminant:
-
ruminant
ruminating-
ruminating bijvoeglijk naamwoord
-
-
le ruminant
Vertaal Matrix voor ruminant:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cud-chewer | ruminant | |
ruminant | ruminant | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ruminating | ruminant |
Synoniemen voor "ruminant":
ruminant vorm van ruminer:
ruminer werkwoord (rumine, rumines, ruminons, ruminez, ruminent, ruminais, ruminait, ruminions, ruminiez, ruminaient, ruminai, ruminas, rumina, ruminâmes, ruminâtes, ruminèrent, ruminerai, rumineras, ruminera, ruminerons, ruminerez, rumineront)
-
ruminer (se creuser la cervelle; penser; réfléchir; se fatiguer les méninges; se tracasser; réfléchir profondément; cogiter; méditer; remâcher; se biler; se presser le citron; carburer; se torturer l'esprit)
-
ruminer
-
ruminer (se casser la tête; peiner; trimer)
Conjugations for ruminer:
Présent
- rumine
- rumines
- rumine
- ruminons
- ruminez
- ruminent
imparfait
- ruminais
- ruminais
- ruminait
- ruminions
- ruminiez
- ruminaient
passé simple
- ruminai
- ruminas
- rumina
- ruminâmes
- ruminâtes
- ruminèrent
futur simple
- ruminerai
- rumineras
- ruminera
- ruminerons
- ruminerez
- rumineront
subjonctif présent
- que je rumine
- que tu rumines
- qu'il rumine
- que nous ruminions
- que vous ruminiez
- qu'ils ruminent
conditionnel présent
- ruminerais
- ruminerais
- ruminerait
- ruminerions
- rumineriez
- rumineraient
passé composé
- ai ruminé
- as ruminé
- a ruminé
- avons ruminé
- avez ruminé
- ont ruminé
divers
- rumine!
- ruminez!
- ruminons!
- ruminé
- ruminant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles