Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
great:
- grand; gros; énorme; large; de grande envergure; énormément; vaste; immense; colossal; ample; largement; amplement; phénoménal; fantastique; magnifique; fabuleux; superbe; extraordinaire; extraordinairement; formidable; signifiant; considérable; considérablement; respectable; remarquable; notable; éminent; substantiel; notablement; de manière importante; considéré; important; glorieux; fascinant; brillant; glorieusement; brillamment; splendide; plaisant; agréable; honnête; sympathique; bon; de façon sympathique; plaisamment; aimable; bonhomme; convenable; gentil; gentiment; aimablement; agréablement; fraîche comme un gardon; frais comme un gardon; frais comme l'oeil; fraîche comme l'oeil; excellent; sublime; très bien; impeccable; excellement; super; à merveille; à la perfection; le mieux de monde; parfaitement; parfait; de premier ordre; d'une façon parfaite; d'une façon sublime; chouette; chic; unique; spécial; unique en son genre; extra
-
Wiktionary:
- great- → arrière
- great → génial, très bien
- great → grand, grande, super, excellent, formidable, bath, gros
- great → tant mieux
- great → bonne, pot, chance, veine, épatant, chouette, bath, extra, épatante, fabuleuse, fabuleux, génial, fantastique, géniale, sensationnel, remarquable, sensationnelle, super, terrible, formidable
Engels
Uitgebreide vertaling voor great- (Engels) in het Frans
great:
-
great (large; big; vast; tall)
grand; gros; énorme; large; de grande envergure; énormément; vaste; immense; colossal; ample; largement; amplement-
grand bijvoeglijk naamwoord
-
gros bijvoeglijk naamwoord
-
énorme bijvoeglijk naamwoord
-
large bijvoeglijk naamwoord
-
de grande envergure bijvoeglijk naamwoord
-
énormément bijvoeglijk naamwoord
-
vaste bijvoeglijk naamwoord
-
immense bijvoeglijk naamwoord
-
colossal bijvoeglijk naamwoord
-
ample bijvoeglijk naamwoord
-
largement bijvoeglijk naamwoord
-
amplement bijvoeglijk naamwoord
-
-
great (fantastic; marvellous; fabulous; phenomenal; extraordinary; smashing; excellent; terrific; prodigious; top-notch; splendid; tremendous; first-rate; grand; marvelous)
phénoménal; fantastique; magnifique; fabuleux; superbe; extraordinaire; extraordinairement; formidable-
phénoménal bijvoeglijk naamwoord
-
fantastique bijvoeglijk naamwoord
-
magnifique bijvoeglijk naamwoord
-
fabuleux bijvoeglijk naamwoord
-
superbe bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
formidable bijvoeglijk naamwoord
-
-
great (considerable; enormous; substantial; remarkable; conspicuous; notable; striking; respectable; vast; large; big; tall)
énormément; signifiant; colossal; vaste; énorme; considérable; considérablement; respectable; immense; remarquable; de grande envergure; notable; éminent; substantiel; notablement; de manière importante; considéré; important-
énormément bijvoeglijk naamwoord
-
signifiant bijvoeglijk naamwoord
-
colossal bijvoeglijk naamwoord
-
vaste bijvoeglijk naamwoord
-
énorme bijvoeglijk naamwoord
-
considérable bijvoeglijk naamwoord
-
considérablement bijvoeglijk naamwoord
-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
immense bijvoeglijk naamwoord
-
remarquable bijvoeglijk naamwoord
-
de grande envergure bijvoeglijk naamwoord
-
notable bijvoeglijk naamwoord
-
éminent bijvoeglijk naamwoord
-
substantiel bijvoeglijk naamwoord
-
notablement bijvoeglijk naamwoord
-
de manière importante bijvoeglijk naamwoord
-
considéré bijvoeglijk naamwoord
-
important bijvoeglijk naamwoord
-
-
great (wonderful; marvellous; glorious; delightful; splendid; fanciful; marvelous)
magnifique; fantastique; glorieux; fabuleux; fascinant; brillant; formidable; superbe; glorieusement; brillamment; splendide-
magnifique bijvoeglijk naamwoord
-
fantastique bijvoeglijk naamwoord
-
glorieux bijvoeglijk naamwoord
-
fabuleux bijvoeglijk naamwoord
-
fascinant bijvoeglijk naamwoord
-
brillant bijvoeglijk naamwoord
-
formidable bijvoeglijk naamwoord
-
superbe bijvoeglijk naamwoord
-
glorieusement bijvoeglijk naamwoord
-
brillamment bijvoeglijk naamwoord
-
splendide bijvoeglijk naamwoord
-
-
great (at large extent; enormous; vast; big; tall)
-
great (pleasant; agreeable; good-natured; fine; genial)
plaisant; agréable; honnête; sympathique; bon; de façon sympathique; plaisamment; aimable; bonhomme; convenable; gentil; gentiment; aimablement; agréablement-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
honnête bijvoeglijk naamwoord
-
sympathique bijvoeglijk naamwoord
-
bon bijvoeglijk naamwoord
-
de façon sympathique bijvoeglijk naamwoord
-
plaisamment bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
bonhomme bijvoeglijk naamwoord
-
convenable bijvoeglijk naamwoord
-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
gentiment bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
great (as fit as fiddle; fine; wonderful)
fraîche comme un gardon; frais comme un gardon; frais comme l'oeil; fraîche comme l'oeil-
fraîche comme un gardon bijvoeglijk naamwoord
-
frais comme un gardon bijvoeglijk naamwoord
-
frais comme l'oeil bijvoeglijk naamwoord
-
fraîche comme l'oeil bijvoeglijk naamwoord
-
-
great (excellent; sublime; first-rate; superb; perfect; terrific; tiptop; choice)
excellent; superbe; sublime; très bien; impeccable; excellement; super; à merveille; à la perfection; le mieux de monde; parfaitement; parfait; de premier ordre; d'une façon parfaite; d'une façon sublime-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
superbe bijvoeglijk naamwoord
-
sublime bijvoeglijk naamwoord
-
très bien bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
excellement bijvoeglijk naamwoord
-
super bijvoeglijk naamwoord
-
à merveille bijvoeglijk naamwoord
-
à la perfection bijvoeglijk naamwoord
-
le mieux de monde bijvoeglijk naamwoord
-
parfaitement bijvoeglijk naamwoord
-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
de premier ordre bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon parfaite bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon sublime bijvoeglijk naamwoord
-
-
great
-
great (fabulous; marvellous; wild; wonderful; fantastic; marvelous)
chouette; chic; unique; formidable; spécial; unique en son genre; extraordinaire; extra-
chouette bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
unique bijvoeglijk naamwoord
-
formidable bijvoeglijk naamwoord
-
spécial bijvoeglijk naamwoord
-
unique en son genre bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
extra bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor great:
Verwante woorden van "great":
Synoniemen voor "great":
Verwante definities voor "great":
Wiktionary: great
great
Cross Translation:
interjection
adjective
great
adjective
-
(argot) désuet|fr super, bon, agréable.
-
Surnom de personnages illustres, héroïques, méritants.
-
De hauteur importante.
-
Qui a beaucoup de circonférence ou de volume.
-
ceêtre une bonne chose ; heureusement.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• great | → bonne; pot; chance; veine | ↔ Masseltopp — umgangssprachlich: großes Glück |
• great | → épatant; chouette; bath; extra; épatante; fabuleuse; fabuleux; génial; fantastique; géniale; sensationnel; remarquable; sensationnelle; super; terrible | ↔ dufte — norddeutsch, besonders berlinisch; salopp: sehr gut |
• great | → épatant; formidable | ↔ fabelhaft — großartig, herrlich, schön, wunderbar |
• great | → formidable; super | ↔ toll — (umgangssprachlich): großartig, unglaublich (Ausdruck der Bewunderung), sagenhaft |