Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
awkward:
- difficile; dur; compliqué; pénible; péniblement; embarrassant; écrasant; lourd; étreignant; délicat; difficilement; accablant; oppressant; critique; gênant; assommant; pressant; avec peine; déplaisant; désagréable; dérangeant; désagréablement; embarrassé; têtu; entêté; contrariant; obstiné; réticent; inflexible; buté; revêche; inquiétant; épineux; douloureux; peiné; l'air peiné; agaçant; importun; dégingandé; de manière dégindandée; maladroit; malhabile; maladroitement; inopportun
-
Wiktionary:
- awkward → inconvenant, embarrassant, maladroit, délicat, incommode, malcommode
- awkward → balourd
- awkward → difficile, délicat, gauche, lourdingue, lourd, précaire, incommode
Engels
Uitgebreide vertaling voor awkward (Engels) in het Frans
awkward:
-
awkward (difficult; tough; burdensome; hard; heavy; massive; stiff)
difficile; dur; compliqué; pénible; péniblement; embarrassant; écrasant; lourd; étreignant; délicat; difficilement; accablant; oppressant; critique; gênant; assommant; pressant; avec peine-
difficile bijvoeglijk naamwoord
-
dur bijvoeglijk naamwoord
-
compliqué bijvoeglijk naamwoord
-
pénible bijvoeglijk naamwoord
-
péniblement bijvoeglijk naamwoord
-
embarrassant bijvoeglijk naamwoord
-
écrasant bijvoeglijk naamwoord
-
lourd bijvoeglijk naamwoord
-
étreignant bijvoeglijk naamwoord
-
délicat bijvoeglijk naamwoord
-
difficilement bijvoeglijk naamwoord
-
accablant bijvoeglijk naamwoord
-
oppressant bijvoeglijk naamwoord
-
critique bijvoeglijk naamwoord
-
gênant bijvoeglijk naamwoord
-
assommant bijvoeglijk naamwoord
-
pressant bijvoeglijk naamwoord
-
avec peine bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (unpleasant; inconvenient; annoying; bothersome; unwelcome; disagreeable)
déplaisant; désagréable; dérangeant; désagréablement-
déplaisant bijvoeglijk naamwoord
-
désagréable bijvoeglijk naamwoord
-
dérangeant bijvoeglijk naamwoord
-
désagréablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (uncomfortable; ill-at-ease)
embarrassé-
embarrassé bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (against the grain; recalcitrant)
têtu; entêté; contrariant; obstiné; réticent; inflexible; buté; revêche-
têtu bijvoeglijk naamwoord
-
entêté bijvoeglijk naamwoord
-
contrariant bijvoeglijk naamwoord
-
obstiné bijvoeglijk naamwoord
-
réticent bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
buté bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (critical; precarious; worrisome; perilous; review; painful; hard)
critique; pénible; inquiétant; épineux; embarrassant; gênant; difficile; délicat-
critique bijvoeglijk naamwoord
-
pénible bijvoeglijk naamwoord
-
inquiétant bijvoeglijk naamwoord
-
épineux bijvoeglijk naamwoord
-
embarrassant bijvoeglijk naamwoord
-
gênant bijvoeglijk naamwoord
-
difficile bijvoeglijk naamwoord
-
délicat bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (painful; grievous; full of sadness; pained)
douloureux; pénible; peiné; gênant; l'air peiné-
douloureux bijvoeglijk naamwoord
-
pénible bijvoeglijk naamwoord
-
peiné bijvoeglijk naamwoord
-
gênant bijvoeglijk naamwoord
-
l'air peiné bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward
embarrassant; difficile; gênant; pénible-
embarrassant bijvoeglijk naamwoord
-
difficile bijvoeglijk naamwoord
-
gênant bijvoeglijk naamwoord
-
pénible bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (inconvenient; disagreeable; bothersome; exacting)
désagréable; dérangeant; gênant; agaçant; embarrassant; importun; désagréablement-
désagréable bijvoeglijk naamwoord
-
dérangeant bijvoeglijk naamwoord
-
gênant bijvoeglijk naamwoord
-
agaçant bijvoeglijk naamwoord
-
embarrassant bijvoeglijk naamwoord
-
importun bijvoeglijk naamwoord
-
désagréablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (gawky; unhandy; clumsy; lanky; loutish; owlish; doltish)
dégingandé; de manière dégindandée-
dégingandé bijvoeglijk naamwoord
-
de manière dégindandée bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (clumsy; fumbling)
maladroit; malhabile; maladroitement-
maladroit bijvoeglijk naamwoord
-
malhabile bijvoeglijk naamwoord
-
maladroitement bijvoeglijk naamwoord
-
-
awkward (embarrassing)
gênant; embarrassant; pénible; inopportun-
gênant bijvoeglijk naamwoord
-
embarrassant bijvoeglijk naamwoord
-
pénible bijvoeglijk naamwoord
-
inopportun bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor awkward:
Verwante woorden van "awkward":
Synoniemen voor "awkward":
Antoniemen van "awkward":
Verwante definities voor "awkward":
Wiktionary: awkward
awkward
Cross Translation:
adjective
awkward
-
perverse; adverse; untoward
- awkward → inconvenant
-
not easily managed or effected; embarrassing
- awkward → embarrassant
-
lacking dexterity in the use of the hands
- awkward → maladroit
noun
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• awkward | → difficile; délicat | ↔ misslich — veraltet: einen ungewissen Ausgang habend, heikel |
• awkward | → difficile; délicat | ↔ misslich — ärgerlich, unangenehm; so, dass etwas nicht angenehm ist |
• awkward | → gauche; lourdingue; lourd | ↔ plump — schwerfällig, unbeholfen |
• awkward | → précaire; difficile; délicat | ↔ prekär — heikel, schwierig, problematisch |
• awkward | → incommode | ↔ unbehaglich — Unbehagen auslösend, unangenehmes Gefühl empfindend |