Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- tender:
- Wiktionary:
Frans naar Engels: Meer gegevens...
-
tender:
-
Wiktionary:
tender → tender
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor tender (Engels) in het Frans
tender:
-
the tender
-
the tender (coal-truck)
-
the tender
– Something used as a medium of payment. 1
-
tender (delicate; fragile; frail)
fragile; tendre; délicat; frêle; tendrement-
fragile bijvoeglijk naamwoord
-
tendre bijvoeglijk naamwoord
-
délicat bijvoeglijk naamwoord
-
frêle bijvoeglijk naamwoord
-
tendrement bijvoeglijk naamwoord
-
-
tender (fragile; vulnerable; delicate; frail)
vulnérable; fragile; faible; délicat; frêle; cassable; fragilement; friable; cassant-
vulnérable bijvoeglijk naamwoord
-
fragile bijvoeglijk naamwoord
-
faible bijvoeglijk naamwoord
-
délicat bijvoeglijk naamwoord
-
frêle bijvoeglijk naamwoord
-
cassable bijvoeglijk naamwoord
-
fragilement bijvoeglijk naamwoord
-
friable bijvoeglijk naamwoord
-
cassant bijvoeglijk naamwoord
-
-
tender (succulent)
-
tender (sensitive; susceptible; delicate; subtle; oversensitive; easily hurt)
– given to sympathy or gentleness or sentimentality 2 -
tender (soft)
Vertaal Matrix voor tender:
Verwante woorden van "tender":
Synoniemen voor "tender":
Antoniemen van "tender":
Verwante definities voor "tender":
Wiktionary: tender
tender
Cross Translation:
adjective
tender
-
sensitive or painful
- tender → tendre
-
soft and easily chewed
- tender → tendre
-
fond, loving, gentle, sweet
- tender → tendre
-
law: an offer to buy or sell something
- tender → offre
adjective
-
Apportant du réconfort.
-
Qui est d’une très grande finesse, très délié.
-
À trier …
-
Qui pouvoir aisément entamer.
-
action d’offrir.
- offre → offer; supply; proposal; presentation; tender; bid; proposition; advance; advocacy
-
wagon articuler qui forme l’arrière-train de la locomotive et qui contient le combustible et l’eau nécessaires à son approvisionnement.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tender | → tendre | ↔ mals — zacht en sappig |
• tender | → semaine | ↔ week — tijdseenheid van 7 dagen |
• tender | → appel d'offres | ↔ Ausschreibung — Bekanntmachung darüber, dass man ein bestimmtes Angebot macht, mit der Aufforderung, sich darum zu bewerben oder daran teilzunehmen |
• tender | → fin | ↔ zart — als angenehm wahrnehmbar |
• tender | → signer; ratifier; solder; acquitter; contresigner; parapher; quittancer; enregistrer; inscrire; attester; souscrire | ↔ zeichnen — (transitiv) unterzeichnen |