Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. kingdom:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor kingdom (Engels) in het Frans

kingdom:

kingdom [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the kingdom
    le royaume
    • royaume [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. the kingdom (nation; country; state; empire)
    l'Etat; la nation; l'état; le royaume; l'empire; l'autorités; la situation; la condition; le peuple; la circonstance
    • Etat [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • état [le ~] zelfstandig naamwoord
    • royaume [le ~] zelfstandig naamwoord
    • empire [le ~] zelfstandig naamwoord
    • autorités [la ~] zelfstandig naamwoord
    • situation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • condition [la ~] zelfstandig naamwoord
    • peuple [le ~] zelfstandig naamwoord
    • circonstance [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. the kingdom (realm)
    – the domain ruled by a king or queen 1
    le royaume
    • royaume [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kingdom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Etat country; empire; kingdom; nation; state authorities; government; public authorities
autorités country; empire; kingdom; nation; state authorities; authority; competence; establishment; government; persons in charge; power; public authorities; qualification; ruler
circonstance country; empire; kingdom; nation; state situation; state
condition country; empire; kingdom; nation; state circumstances; clause; condition; criterion; must; phrase; position; proviso; requirement; requisite; reservation; restriction; situation; state; stipulation; term
empire country; empire; kingdom; nation; state authorities; authority; competence; empire; government; power; public authorities; qualification
nation country; empire; kingdom; nation; state nation; people
peuple country; empire; kingdom; nation; state folks; humans; nation; people
royaume country; empire; kingdom; nation; realm; state authorities; government; public authorities
situation country; empire; kingdom; nation; state aspect; condition; function; installment; instalment; job; lay-out; location; orientation; position; post; siting; situation; state; state of affairs
état country; empire; kingdom; nation; state condition; position; prestige; respectability; situation; state; status
- land; realm

Verwante woorden van "kingdom":

  • kingdoms

Synoniemen voor "kingdom":


Verwante definities voor "kingdom":

  1. a basic group of natural objects1
  2. the highest taxonomic group into which organisms are grouped; one of five biological categories: Monera or Protoctista or Plantae or Fungi or Animalia1
  3. a monarchy with a king or queen as head of state1
  4. the domain ruled by a king or queen1
  5. a country with a king as head of state1
  6. a domain in which something is dominant1
    • the untroubled kingdom of reason1

Wiktionary: kingdom

kingdom
noun
  1. taxonomic division, below Domain and above Phylum
  2. nation having as supreme ruler a king and/or queen
kingdom
Cross Translation:
FromToVia
kingdom royaume koninkrijk — een staatsvorm met een koning aan het hoofd
kingdom royaume KönigreichReich eines Königs
kingdom empire; royaume Reich — Land oder Länder, das beziehungsweise die von einem Monarchen regiert werden:

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van kingdom