Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
bond:
- caution; garant; lien; rapport; relation; liaison; épaisseur; assujétissement; sujétion; manque de liberté; obligation financière; traité; pacte; convention; ligue; confédération; fédération; corporation; syndicat; alliance; union; coalition; garantie; gage; valeur; titres; papier de commerce; emprunt obligataire; papier de luxe
-
Wiktionary:
- bond → appareiller, lier, agglutiner, attacher
- bond → obligation, appareil, alliance, liaison, entrave, lien, chaîne
- bond → fonds, emprunt
Frans naar Engels: Meer gegevens...
- bond:
- bondé:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor bond (Engels) in het Frans
bond:
-
the bond (guarantee; warranty; premises; pledge; surety; edifice; security; lot)
-
the bond (connection; association; relation; junction; liaison; relationship; link)
-
the bond (link; binding; band; thickness)
-
the bond
-
the bond
-
the bond
-
the bond (pact; alliance; agreement; association; union; league)
le traité; le pacte; la convention; la ligue; la confédération; la fédération; la corporation; le rapport; la liaison; le syndicat; la relation; l'alliance; l'union; la coalition -
the bond (caution money; security)
-
the bond (security)
-
the bond (bond loan)
-
the bond
– Lightweight paper commonly used for letterhead and other business publications. 1
Vertaal Matrix voor bond:
Verwante woorden van "bond":
Synoniemen voor "bond":
Verwante definities voor "bond":
Wiktionary: bond
bond
Cross Translation:
verb
bond
-
To lay bricks in a specific pattern.
- bond → appareiller
-
to connect, secure, or tie
- bond → lier
-
documentary obligation to pay a sum or to perform a contract
- bond → obligation
-
specific pattern of bricklaying.
- bond → appareil
-
binding agreement, a covenant
- bond → alliance
-
in chemistry, a link or force between neighbouring atoms in a molecule
- bond → liaison
-
that which binds, a band
-
link, connection or union
- bond → lien
verb
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bond | → fonds | ↔ Fonds — Finanzwesen: Kapitalanlage, Geld oder Vermögensreserve für bestimmte Zwecke |
• bond | → emprunt | ↔ Anleihe — Finanzwirtschaft: verzinsliches Wertpapier; mit der begeben einer Anleihe borgen sich ein Unternehmen oder der Staat gegen Zahlung von Zinsen Geld von der Öffentlichkeit (statt es sich von Banken zu borgen) |
Bond:
Vertaal Matrix voor Bond:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | James Bond; Julian Bond |
Verwante definities voor "Bond":
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van bond
Frans
Uitgebreide vertaling voor bond (Frans) in het Engels
bond:
-
le bond (saut en hauteur; saut)
Vertaal Matrix voor bond:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
high jump | bond; saut; saut en hauteur | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
high jump | sauter en hauteur |
Synoniemen voor "bond":
bondé:
-
bondé (bourré; surchargé; comble; plein comme un oeuf; bourré de; plein à craquer)
overcrowded; chockfull; packed; crammed; crowded; full to the brim; chock-a-block-
overcrowded bijvoeglijk naamwoord
-
chockfull bijvoeglijk naamwoord
-
packed bijvoeglijk naamwoord
-
crammed bijvoeglijk naamwoord
-
crowded bijvoeglijk naamwoord
-
full to the brim bijvoeglijk naamwoord
-
chock-a-block bijwoord
-
-
bondé (bourré; archiplein; archicomble)
chock full; crowded; full to the brim-
chock full bijvoeglijk naamwoord
-
crowded bijvoeglijk naamwoord
-
full to the brim bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bondé:
Synoniemen voor "bondé":
Computer vertaling door derden: