Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
at once:
- immédiatement; tout de suite; directement; immédiat; en même temps; direct; tout droit; en ligne droite; simultané; tout à coup; abrupt; brusquement; soudain; soudainement; brusque; imprévu; du coup; inopiné; promptement; inattendu; prompt; subitement; balourd; subito; gauche; précipitamment; subit; sèche; choquant; d'un coup; tout d'un coup; d'un ton brusque; rapidement; cru; sec; rapide; vite; rudement; à l'improviste; sur le champ; au pied levé; sans délai; aussitôt; sur-le-champ; avec promptitude; à l'instant
-
Wiktionary:
- at once → tout de suite, immédiatement, en même temps, à la fois, sur l’heure
- at once → aussi sec, illico, immédiatement, rasibus, tout à coup, promptement, tout de suite, sur-le-champ
Engels
Uitgebreide vertaling voor at once (Engels) in het Frans
at once:
-
at once (immediately; directly; instantly; right now; now)
immédiatement; tout de suite; directement; immédiat; en même temps; direct; tout droit; en ligne droite; simultané-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
immédiat bijvoeglijk naamwoord
-
en même temps bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
tout droit bijvoeglijk naamwoord
-
en ligne droite bijvoeglijk naamwoord
-
simultané bijvoeglijk naamwoord
-
-
at once (suddenly; unexpectedly; all of a sudden; abrupt; sudden; all at once; brusque; out of the blue; quick; blunt; swift; rapid; speedy; fast)
tout à coup; abrupt; brusquement; soudain; soudainement; brusque; imprévu; du coup; inopiné; promptement; inattendu; prompt; subitement; balourd; subito; gauche; précipitamment; subit; sèche; choquant; d'un coup; tout d'un coup; d'un ton brusque-
tout à coup bijvoeglijk naamwoord
-
abrupt bijvoeglijk naamwoord
-
brusquement bijvoeglijk naamwoord
-
soudain bijvoeglijk naamwoord
-
soudainement bijwoord
-
brusque bijvoeglijk naamwoord
-
imprévu bijvoeglijk naamwoord
-
du coup bijvoeglijk naamwoord
-
inopiné bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
inattendu bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
subitement bijwoord
-
balourd bijvoeglijk naamwoord
-
subito bijvoeglijk naamwoord
-
gauche bijvoeglijk naamwoord
-
précipitamment bijvoeglijk naamwoord
-
subit bijvoeglijk naamwoord
-
sèche bijvoeglijk naamwoord
-
choquant bijvoeglijk naamwoord
-
d'un coup bijvoeglijk naamwoord
-
tout d'un coup bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton brusque bijvoeglijk naamwoord
-
-
at once (out of the blue; unexpectedly; blunt; suddenly; sudden; all of a sudden; abrupt; all at once)
inattendu; imprévu; soudain; brusquement; choquant; soudainement; tout à coup; gauche; promptement; précipitamment; rapidement; du coup; prompt; subitement; balourd; subito; cru; sec; rapide; subit; brusque; vite; sèche; rudement; inopiné; abrupt; d'un coup; à l'improviste; tout d'un coup; d'un ton brusque-
inattendu bijvoeglijk naamwoord
-
imprévu bijvoeglijk naamwoord
-
soudain bijvoeglijk naamwoord
-
brusquement bijvoeglijk naamwoord
-
choquant bijvoeglijk naamwoord
-
soudainement bijwoord
-
tout à coup bijvoeglijk naamwoord
-
gauche bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
précipitamment bijvoeglijk naamwoord
-
rapidement bijvoeglijk naamwoord
-
du coup bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
subitement bijwoord
-
balourd bijvoeglijk naamwoord
-
subito bijvoeglijk naamwoord
-
cru bijvoeglijk naamwoord
-
sec bijvoeglijk naamwoord
-
rapide bijvoeglijk naamwoord
-
subit bijvoeglijk naamwoord
-
brusque bijvoeglijk naamwoord
-
vite bijvoeglijk naamwoord
-
sèche bijvoeglijk naamwoord
-
rudement bijvoeglijk naamwoord
-
inopiné bijvoeglijk naamwoord
-
abrupt bijvoeglijk naamwoord
-
d'un coup bijvoeglijk naamwoord
-
à l'improviste bijvoeglijk naamwoord
-
tout d'un coup bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton brusque bijvoeglijk naamwoord
-
-
at once (on the spot; immediate; then and there; right now)
-
at once (immediately; promptly; right away; immediate)
tout de suite; sans délai; immédiatement; directement; promptement; aussitôt; sur-le-champ; avec promptitude-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
sans délai bijvoeglijk naamwoord
-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
aussitôt bijvoeglijk naamwoord
-
sur-le-champ bijvoeglijk naamwoord
-
avec promptitude bijvoeglijk naamwoord
-
-
at once (immediately; straight away; immediate; right away)
immédiatement; sans délai; tout de suite; directement; aussitôt; prompt; direct; sur-le-champ; immédiat; promptement; à l'instant-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
sans délai bijvoeglijk naamwoord
-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
aussitôt bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
sur-le-champ bijvoeglijk naamwoord
-
immédiat bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'instant bijvoeglijk naamwoord
-
-
at once (immediately; right away)
aussitôt; tout de suite; sur-le-champ-
aussitôt bijvoeglijk naamwoord
-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
sur-le-champ bijvoeglijk naamwoord
-
-
at once (immediately; instantly; promptly; immediate; straight away; right away)
immédiatement; aussitôt; immédiat; prompt; promptement; à l'instant; avec promptitude-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
aussitôt bijvoeglijk naamwoord
-
immédiat bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'instant bijvoeglijk naamwoord
-
avec promptitude bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor at once:
Synoniemen voor "at once":
Verwante definities voor "at once":
Wiktionary: at once
at once
Cross Translation:
adverb
at once
-
immediately
- at once → tout de suite; immédiatement
-
at the same time
- at once → en même temps; à la fois
-
-
-
De suite, immédiatement
-
À l’instant même
-
sur-le-champ, aussitôt, sans délai.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• at once | → tout à coup | ↔ ineens — snel en onverwachts |
• at once | → promptement | ↔ alsbald — veraltend: kurz danach |
• at once | → tout de suite; immédiatement | ↔ augenblicklich — adverbiell: sofort, im nächsten Moment |
• at once | → sur-le-champ | ↔ unverzüglich — sofort, ohne Aufschub, ohne schuldhaftes Zögern |