Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. supremacy:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor supremacy (Engels) in het Frans

supremacy:

supremacy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the supremacy (superiority; ascendancy; dominance)
    la suprématie; la supériorité
  2. the supremacy (hegemony; preponderance)
    l'hégémonie; la suprématie; la primauté; la souveraineté

Vertaal Matrix voor supremacy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hégémonie hegemony; preponderance; supremacy
primauté hegemony; preponderance; supremacy
souveraineté hegemony; preponderance; supremacy highest authority; sovereign power; sovereignty
suprématie ascendancy; dominance; hegemony; preponderance; superiority; supremacy circumstances beyond one's control; force majeure; superior force; superiority
supériorité ascendancy; dominance; superiority; supremacy being supercilious; circumstances beyond one's control; dignitary; eminence; excellence; force majeure; greatness; highness; loftiness; superior force; superiority
- domination; mastery
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- sovereignty

Synoniemen voor "supremacy":


Verwante definities voor "supremacy":

  1. power to dominate or defeat1

Wiktionary: supremacy

supremacy
noun
  1. quality of being supreme
supremacy

Verwante vertalingen van supremacy