Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. regal:
  2. Wiktionary:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. régal:


Engels

Uitgebreide vertaling voor regal (Engels) in het Frans

regal:

regal bijvoeglijk naamwoord

  1. regal (royal; kinglike)
    royal; aristocratique

Vertaal Matrix voor regal:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- imperial; majestic; purple; royal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aristocratique kinglike; regal; royal
royal kinglike; regal; royal

Verwante woorden van "regal":

  • regally

Synoniemen voor "regal":


Verwante definities voor "regal":

  1. belonging to or befitting a supreme ruler1
    • regal attire1

Wiktionary: regal


Cross Translation:
FromToVia
regal régale Regal — eine tragbare Kleinorgel mit Zungenpfeifen



Frans

Uitgebreide vertaling voor regal (Frans) in het Engels

régal:

régal [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le régal
    the treat
    • treat [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le régal (rafraîchissement; délice; délicatesse; mets délicat)
    the refreshment; the tidbit; the delicacy
  3. le régal (rafraîchissement; délice; délicatesse; mets délicat)
    the refreshment

Vertaal Matrix voor régal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delicacy délicatesse; délice; mets délicat; rafraîchissement; régal amuse-gueule; caractère émouvant; discrétion; délicatesse; délice; finesse; finesse d'esprit; friandise; friandises; grande sensibilité; mets délicat; pathétique; sensibilité; sensitivité; susceptibilité; tact
refreshment délicatesse; délice; mets délicat; rafraîchissement; régal amuse-gueule; délicatesse; délice; friandise; friandises; mets délicat
tidbit délicatesse; délice; mets délicat; rafraîchissement; régal amuse-gueule; délicatesse; délice; friandise; friandises; mets délicat
treat régal accueil; fête; partie; réception; soirée
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
treat accueillir; agir envers; faire la fête; façonner; fêter; inviter; manier; manipuler; offrir; offrir des friandises; offrir une tournée; payer un repas à; payer un verre à; régaler; régaler de; se conduire; soigner; traiter

Synoniemen voor "régal":