Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- early:
- earlier:
-
Wiktionary:
- earlier → plus tôt
- earlier → antérieurement, auparavant, plus tôt, ancien, ancienne, jadis
- earlier → jadis, précédent
- early → avance, de bonne heure, tôt
- early → ancien, avance, de bonne heure, hâtif, primitif, précoce
- early → tôt, matinal, à temps, de bonne heure
Engels
Uitgebreide vertaling voor earlier (Engels) in het Frans
earlier vorm van early:
-
early (timely)
Vertaal Matrix voor early:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | former; other | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ahead of time; betimes; early on; too soon | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | early in the morning | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
précoce | early; timely | early youth; precocious; premature; prematurely; tender age; untimely; youthfully immature |
prématuré | early; timely | hasty; inconsiderate; overconfident; precocious; premature; prematurely; rash; reckless; thoughtless; untimely |
tôt | early; timely |
Verwante woorden van "early":
Synoniemen voor "early":
Antoniemen van "early":
Verwante definities voor "early":
Wiktionary: early
early
Cross Translation:
adverb
early
-
at a time before expected
- early → avance; de bonne heure; tôt
-
near the start or beginning
- early → ancien
-
arriving at a time before expected
- early → avance
-
at a time in advance of the usual
- early → de bonne heure
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• early | → matinal | ↔ matineus — geneigd om vroeg op te staan |
• early | → tôt | ↔ früh — zeitlich am Anfang liegend, zum Beginn |
• early | → à temps; de bonne heure; tôt | ↔ zeitig — zu einem relativ frühen Zeitpunkt, verhältnismäßig früh |
earlier:
-
earlier (formerly; in former times; previously; in bygone days; before; since; back)
auparavant; autrefois; dans le temps; plus tôt; anciennement; précédemment; jadis; antérieurement; il y a; voilà-
auparavant bijvoeglijk naamwoord
-
autrefois bijvoeglijk naamwoord
-
dans le temps bijvoeglijk naamwoord
-
plus tôt bijvoeglijk naamwoord
-
anciennement bijvoeglijk naamwoord
-
précédemment bijvoeglijk naamwoord
-
jadis bijvoeglijk naamwoord
-
antérieurement bijvoeglijk naamwoord
-
il y a bijvoeglijk naamwoord
-
voilà bijvoeglijk naamwoord
-
-
earlier (at an earlier date; previous; former; formerly; in former times; past; before; ex; retired; one-time; late)
dernier; passé; précédent; ancien; antérieur; autrefois; ex-; du temps; auparavant; précédemment; de ce temps-là; jadis; antérieurement; d'antan; d'avant; d'alors; de l'époque-
dernier bijvoeglijk naamwoord
-
passé bijvoeglijk naamwoord
-
précédent bijvoeglijk naamwoord
-
ancien bijvoeglijk naamwoord
-
antérieur bijvoeglijk naamwoord
-
autrefois bijvoeglijk naamwoord
-
ex- bijvoeglijk naamwoord
-
du temps bijvoeglijk naamwoord
-
auparavant bijvoeglijk naamwoord
-
précédemment bijvoeglijk naamwoord
-
de ce temps-là bijvoeglijk naamwoord
-
jadis bijvoeglijk naamwoord
-
antérieurement bijvoeglijk naamwoord
-
d'antan bijvoeglijk naamwoord
-
d'avant bijvoeglijk naamwoord
-
d'alors bijvoeglijk naamwoord
-
de l'époque bijvoeglijk naamwoord
-