Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- stinginess:
-
stingy:
- avare; radin; parcimonieux; pingre; mesquin; chiche; ladre; faux; perfide; fictif; faussement; vil; bas; méchant; feint; vulgaire; inventé; méprisable; rudement; supposé; perfidement; vulgairement; basse; ordinaire; vachement; ignoble; abject; ordinairement; bassement; ignoblement; méprisant; dédaigneusement; indignement; indigne; dédaigneux; avec mépris; sur un ton méprisant; d'un ton méprisant; d'un air méprisant
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor stinginess (Engels) in het Frans
stinginess:
-
the stinginess (meanness; miserliness)
-
the stinginess (tenacity; avarice; miserliness; niggardliness)
-
the stinginess
Vertaal Matrix voor stinginess:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avarice | meanness; miserliness; stinginess | avarice; greed; greed for money; greediness; love of money |
avidité | avarice; meanness; miserliness; niggardliness; stinginess; tenacity | avarice; craving; desire; eagerness; gluttony; greed; greediness; hunger; inquisitiveness; longing; lust; passion; passionate desire; voracity; yearning |
pingrerie | stinginess | |
rapacité | avarice; miserliness; niggardliness; stinginess; tenacity | being predatory; rapacity |
Verwante woorden van "stinginess":
Synoniemen voor "stinginess":
Antoniemen van "stinginess":
Verwante definities voor "stinginess":
Wiktionary: stinginess
stinginess
Cross Translation:
noun
stinginess
-
lack of generosity
- stinginess → radinerie
noun
-
attachement excessif à la possession d’argent, de richesses, sans en faire l’usage.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stinginess | → avarice | ↔ Geiz — heftiger Unwille etwas abzugeben |
stinginess vorm van stingy:
-
stingy (miserly; avaricious; niggardly)
-
stingy (false; fictitious; faked; feigned; sham; not genuine; bogus; mean)
faux; perfide; fictif; faussement; vil; bas; méchant; feint; vulgaire; inventé; méprisable; rudement; supposé; perfidement; vulgairement; basse; ordinaire; vachement; ignoble; abject; ordinairement; bassement; ignoblement-
faux bijvoeglijk naamwoord
-
perfide bijvoeglijk naamwoord
-
fictif bijvoeglijk naamwoord
-
faussement bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
bas bijvoeglijk naamwoord
-
méchant bijvoeglijk naamwoord
-
feint bijvoeglijk naamwoord
-
vulgaire bijvoeglijk naamwoord
-
inventé bijvoeglijk naamwoord
-
méprisable bijvoeglijk naamwoord
-
rudement bijvoeglijk naamwoord
-
supposé bijvoeglijk naamwoord
-
perfidement bijvoeglijk naamwoord
-
vulgairement bijvoeglijk naamwoord
-
basse bijvoeglijk naamwoord
-
ordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
vachement bijvoeglijk naamwoord
-
ignoble bijvoeglijk naamwoord
-
abject bijvoeglijk naamwoord
-
ordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
bassement bijvoeglijk naamwoord
-
ignoblement bijvoeglijk naamwoord
-
-
stingy (despicable; scornful; niggardly; mean; false)
méprisant; dédaigneusement; méprisable; abject; indignement; indigne; dédaigneux; avec mépris; sur un ton méprisant; d'un ton méprisant; d'un air méprisant-
méprisant bijvoeglijk naamwoord
-
dédaigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
méprisable bijvoeglijk naamwoord
-
abject bijvoeglijk naamwoord
-
indignement bijvoeglijk naamwoord
-
indigne bijvoeglijk naamwoord
-
dédaigneux bijvoeglijk naamwoord
-
avec mépris bijvoeglijk naamwoord
-
sur un ton méprisant bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton méprisant bijvoeglijk naamwoord
-
d'un air méprisant bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stingy:
Verwante woorden van "stingy":
Synoniemen voor "stingy":
Antoniemen van "stingy":
Verwante definities voor "stingy":
Wiktionary: stingy
stingy
Cross Translation:
adjective
stingy
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stingy | → radin; avare | ↔ geizig — sehr sparsam, seine materiellen Werte zurückhaltend |
• stingy | → radin | ↔ knauserig — (umgangssprachlich) äußerst sparsam, geizig |
• stingy | → avare; pingre; mesquin; mesquine | ↔ schofel — umgangssprachlich abwertend:in beschämender Weise kleinlich, geizig |
• stingy | → avare; pingre; mesquin; mesquine | ↔ schofelig — umgangssprachlich abwertend: in beschämender Weise kleinlich, geizig |