Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. transit:
  2. Wiktionary:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. transit:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor transit (Engels) in het Frans

transit:

transit [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the transit
    le transit; la marchandise transitée
  2. the transit
    le transit
    • transit [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor transit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marchandise transitée transit
transit transit
- passage; theodolite; transportation; transportation system
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- move through; pass across; pass over; pass through
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- forwarding in transit; journey through

Verwante woorden van "transit":

  • transits

Synoniemen voor "transit":


Verwante definities voor "transit":

  1. a journey usually by ship1
  2. a surveying instrument for measuring horizontal and vertical angles, consisting of a small telescope mounted on a tripod1
  3. a facility consisting of the means and equipment necessary for the movement of passengers or goods1
  4. cause or enable to pass through1
    • The canal will transit hundreds of ships every day1
  5. revolve (the telescope of a surveying transit) about its horizontal transverse axis in order to reverse its direction1
  6. pass across (a sign or house of the zodiac) or pass across (the disk of a celestial body or the meridian of a place)1
    • The comet will transit on September 111
  7. make a passage or journey from one place to another1

Wiktionary: transit

transit
noun
  1. The act of passing over, across, or through something
  2. The passage of a celestial body
verb
  1. To pass over, across or through something
transit
noun
  1. (term, Douanes)
  2. (term, Transports)
  3. astronomie|nocat=1
verb
  1. voyager en transit.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van transit



Frans

Uitgebreide vertaling voor transit (Frans) in het Engels

transit:

transit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le transit (marchandise transitée)
    the transit
    • transit [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor transit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transit marchandise transitée; transit

Synoniemen voor "transit":


Wiktionary: transit

transit
noun
  1. (term, Douanes)
  2. (term, Transports)
  3. astronomie|nocat=1
transit
noun
  1. The act of passing over, across, or through something
  2. The passage of a celestial body

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van transit