Gap: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

gap:
- crevasse; encoche; sillon; rainure; tranchée; fente; entrebâillement; gouffre; cannelure; coupe-feu; pare-feu; entaille; précipice; ravin; gorge; lacune; hiatus; vide; défaut; déficit; manque; impuissance; faiblesse; sensibilité; intérim; intermittence; période; interligne; temps; intervalle; pause; interruption
GAP:
- Stratégie d'audit granulaire
Wiktionary:
- gap → trouer, entailler
- gap → solution de continuité, col, trouée, écart, brèche, bande interdite, insuffisance, intervalle, manque, privation
- gap → joint, abîme, coupure, fossé, cassure, rupture, lacune, vide, trou, col

Frans naar Engels: Meer gegevens...

gap:
- Wiktionary:
  gap → band gap
- Synoniemen voor "gap":
  décalage; retard

Engels

Uitgebreide vertaling voor gap (Engels) in het Frans

gap:

gap [the ~] zelfstandig naamwoord

the gap (cleft; cavity; interstice; cut-away; opening; hole; crevice; gash; fissure; cranny; saving)
la crevasse; l'encoche
- crevasse [la ~] zelfstandig naamwoord
- encoche [la ~] zelfstandig naamwoord
the gap (slot; groove; trench; fissure; notch; cleft; split)
le sillon; la rainure; la crevasse; la tranchée; la fente; l'entrebâillement; le gouffre; la cannelure; la coupe-feu; le pare-feu; l'entaille; le précipice; le ravin; la gorge
- sillon [le ~] zelfstandig naamwoord
- rainure [la ~] zelfstandig naamwoord
- crevasse [la ~] zelfstandig naamwoord
- tranchée [la ~] zelfstandig naamwoord
- fente [la ~] zelfstandig naamwoord
- entrebâillement [le ~] zelfstandig naamwoord
- gouffre [le ~] zelfstandig naamwoord
- cannelure [la ~] zelfstandig naamwoord
- coupe-feu [la ~] zelfstandig naamwoord
- pare-feu [le ~] zelfstandig naamwoord
- entaille [la ~] zelfstandig naamwoord
- précipice [le ~] zelfstandig naamwoord
- ravin [le ~] zelfstandig naamwoord
- gorge [la ~] zelfstandig naamwoord
the gap (hiatus; lacuna; blank)
la lacune; l'hiatus; le vide
- lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
- hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord
- vide [le ~] zelfstandig naamwoord
the gap (flaw)
le défaut; le déficit; le manque; l'impuissance; la faiblesse; la sensibilité; la lacune
- défaut [le ~] zelfstandig naamwoord
- déficit [le ~] zelfstandig naamwoord
- manque [le ~] zelfstandig naamwoord
- impuissance [la ~] zelfstandig naamwoord
- faiblesse [la ~] zelfstandig naamwoord
- sensibilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
the gap (interim; interval)
l'intérim; l'intermittence; la période; l'interligne; le temps; l'intervalle; la pause
- intérim [le ~] zelfstandig naamwoord
- intermittence [la ~] zelfstandig naamwoord
- période [la ~] zelfstandig naamwoord
- interligne [la ~] zelfstandig naamwoord
- temps [le ~] zelfstandig naamwoord
- intervalle [le ~] zelfstandig naamwoord
- pause [la ~] zelfstandig naamwoord
the gap (blank; lacuna; hiatus; void)
la lacune; le vide; le manque; l'hiatus; le défaut
- lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
- vide [le ~] zelfstandig naamwoord
- manque [le ~] zelfstandig naamwoord
- hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord
- défaut [le ~] zelfstandig naamwoord
the gap (break; interruption; disruption)

– an act of delaying or interrupting the continuity ¹
l'interruption
- interruption [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gap:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cannelure	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	cartel; carving; furrow; groove; screw thread; thread
coupe-feu	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	firebreak; hacked path
crevasse	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; groove; hole; interstice; notch; opening; saving; slot; split; trench	cleft; crack; cracking; cranny; crash; crevice; fissure; flaw; mountain cleaves; opening; recess; space
défaut	blank; flaw; gap; hiatus; lacuna; void	absence; blunder; defect; deficiency; deficit; disability; error; failing; failure; fault; feebleness; flaw; gas; handicap; hoot; howler; immorality; impediment; imperfection; incorrectness; insufficiency; lack; machine defect; mistake; oversight; scream; shortage; shortcoming; shortfall; sin; slip; vice; want; weakness
déficit	flaw; gap	deficiency; deficit; famine; insufficiency; lack; loss; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; shortcoming; shortfall; tightness
encoche	cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving	cartel; cut; gash; groove; incision; indentation; nick; notch; score; slash
entaille	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	cartel; cut; furrow; gash; groove; incised wound; incision; indentation; knife wound; nick; notch; score; slash; wound
entrebâillement	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	crack; seam
faiblesse	flaw; gap	defencelessness; defenselessness; fainting fit; feebleness; frailty; impotence; incapacity; lack of energy; languor; lethargy; powerlessness; sensitiveness; slackness; susceptibility; swoon; touchiness; trivial; vulnerability; weak point; weakness
fente	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	crack; cranny; crevice; ditch; fissure; furrow; groove; gully; nicks; notches; opening; recess; scores; slash; slit; space; trench
gorge	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	gullet; narrowness; stringency; throat; throttle; tightness; woman's breast
gouffre	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	abyss; gulf; precipice; whirlpool
hiatus	blank; gap; hiatus; lacuna; void
impuissance	flaw; gap	defencelessness; defenselessness; feebleness; frailty; impotence; incapacity; insolvency; insolvent; powerlessness; weakness
interligne	gap; interim; interval	cranny; crevice; fissure; interline; line space; opening; recess; space; spacing
intermittence	gap; interim; interval	break; intermission; interval; pause; recess; rest-break
interruption	break; disruption; gap; interruption	IRQ; break; congelation; disorder; disturbance; fracture; interference; intermission; interrupt; interrupt request; interruption; intervention; intrusion; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time; meddling; obstruction; severance; stoppage; trap; trouble
intervalle	gap; interim; interval	break; cranny; crevice; fissure; intermission; interval; little while; opening; pause; period of time; recess; rest-break; space; space of time
intérim	gap; interim; interval
lacune	blank; flaw; gap; hiatus; lacuna; void
manque	blank; flaw; gap; hiatus; lacuna; void	deficiency; deficit; disability; failure; famine; handicap; impediment; insufficiency; lack; needyness; paucity; physical defect; scantiness; scarcity; shortage; shortcoming; shortfall; tightness; want
pare-feu	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	fender; firebreak; firewall; hacked path; mudguard; security-edge gateway; splash-board
pause	gap; interim; interval	break; caesura; cranny; crevice; dinnertime; fissure; fracture; incision; intermission; interruption; interval; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time; opening; pause; pausing; playtime; recess; relaxation; rest-break; space; time for dinner
précipice	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench
période	gap; interim; interval	age; development stage; epoch; era; little while; period; period of time; phase; space; space of time; stage; term; time
rainure	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	cartel; carving; furrow; groove; nick; notch; rabbet; runway
ravin	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	abyss; canyon; cleft; cranny; crevice; fissure; gorge; gulf; opening; precipice; ravine; recess; space
sensibilité	flaw; gap	carnality; compassion; corporality; delicacy; emotion; excitement; feeling; frailty; frankness; impressionability; openness; passion; sensibility; sensitiveness; sensitivity; sentiment; sincerity; susceptibility; touch; touchiness; vulnerability
sillon	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	ditch; facial line; furrow; groove; gully; line; slit; trench; wrinkle
temps	gap; interim; interval	age; development stage; epoch; era; little while; period; period of time; phase; space of time; stage; state of the weather; time; weather situation
tranchée	cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench	furrow; groove; trench
vide	blank; gap; hiatus; lacuna; void	blank; cleft; emptiness; emptyness; hole; hollowness; leak; leakage; nothingness; punch-mark; puncture; vacuum; void
-	col; crack; opening; spread
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	breach
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
interligne		leading; line spacing
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
temps		weather
-	narrow gap
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vide		blank; clear; empty; roguish; sly; uncultivated; unmarked; untilled; vacant; vacuous; vacuum

Verwante woorden van "gap":

gaps

Synoniemen voor "gap":

spread; disparity
opening; space
crack; opening
col; pass; mountain pass; notch
dispute; difference; difference of opinion; conflict
break; interruption; disruption; delay; holdup
breach; open; open up

Verwante definities voor "gap":

an act of delaying or interrupting the continuity¹
- there was a gap in his account¹
a narrow opening¹
a conspicuous disparity or difference as between two figures¹
- gap between income and outgo¹
a difference (especially an unfortunate difference) between two opinions or two views or two situations¹
a pass between mountain peaks¹
an open or empty space in or between things¹
- the explosion made a gap in the wall¹
make an opening or gap in¹

Wiktionary: gap

gap

verb

to breach
- gap → trouer
to notch
- gap → entailler

noun

vacant space or time
- gap → solution de continuité
mountain pass
- gap → col
opening allowing passage or entrance
- gap → trouée
opening made by breaking or parting
- gap → écart; brèche

gap

noun

électro|fr Bande ne comportant aucun niveau d'énergie pouvant être occupé par l'électron.
- bande interdite → band gap; gap
Traductions à trier suivant le sens
- brèche → breach; gap
état de ce qui est insuffisant.
- insuffisance → shortfall; inadequacy; insufficiency; scarcity; absence; lack; shortage; shortcoming; deficiency; defect; flaw; gap; want
Distance d’un lieu à un autre
- intervalle → interval; gap
absence, défaut, fait de manquer.
- manque → absence; lack; shortage; shortcoming; deficiency; defect; flaw; gap; want
perte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.
- privation → deprivation; absence; lack; shortage; shortcoming; deficiency; defect; flaw; gap; want
Économie.
- écart → gap

Cross Translation:

From	To	Via
• gap	→ joint	↔ Fuge — trennender, länglicher, unter Umständen auch aufgefüllter Hohlraum zwischen zwei Objekten, zum Beispiel Backsteinen oder Kacheln
• gap	→ abîme; coupure; fossé; cassure; rupture	↔ Kluft — im übertragenen Sinne: starker Gegensatz, der unüberwindbar scheint
• gap	→ lacune	↔ Lakune — Literaturwissenschaft: „durch Auslassung in einer Handschrift entstandene Textlücke“Wilpert, Stichwort: „Lacuna“.
• gap	→ lacune	↔ Lakune — Medizin: Vertiefung, Spalte, Bucht an Organen oder Gewebe
• gap	→ lacune; vide; trou	↔ Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte
• gap	→ trou	↔ gat — een tekort of ontbrekend deel
• gap	→ col	↔ bergpas — een lager

GAP:

GAP [the ~] zelfstandig naamwoord

the GAP (Granular Audit Policy)

– A Windows feature that helps administrators tune their audit policies at a more detailed level by using numerous subcategories, and better control what events are recorded in the event log. ²
Stratégie d'audit granulaire
- Stratégie d'audit granulaire

Vertaal Matrix voor GAP:

Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Stratégie d'audit granulaire	GAP; Granular Audit Policy

Verwante definities voor "GAP":

A Windows feature that helps administrators tune their audit policies at a more detailed level by using numerous subcategories, and better control what events are recorded in the event log.²

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van gap

Frans

Uitgebreide vertaling voor gap (Frans) in het Engels

gap:

Synoniemen voor "gap":

décalage; retard

Wiktionary: gap

gap

noun

Électronique
- gap → band gap

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Engelse en Franse zoekresultaten voor: gap

Uitgebreide vertaling voor gap (Engels) in het Frans

gap:

gap [the ~] zelfstandig naamwoord

the gap (cleft; cavity; interstice; cut-away; opening; hole; crevice; gash; fissure; cranny; saving)

the gap (slot; groove; trench; fissure; notch; cleft; split)

the gap (hiatus; lacuna; blank)

the gap (flaw)

the gap (interim; interval)

the gap (blank; lacuna; hiatus; void)

the gap (break; interruption; disruption)

Vertaal Matrix voor gap:

Verwante woorden van "gap":

Synoniemen voor "gap":

Verwante definities voor "gap":

Wiktionary: gap

GAP:

GAP [the ~] zelfstandig naamwoord

the GAP (Granular Audit Policy)

Vertaal Matrix voor GAP:

Verwante definities voor "GAP":

Verwante vertalingen van gap

Uitgebreide vertaling voor gap (Frans) in het Engels

gap:

Synoniemen voor "gap":

Wiktionary: gap