Event: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

event:
- événement; incident; actualité; fait; histoire; affaire; cas; petite affaire
Wiktionary:
- event → événement, évènement
- event → évènement, incident, événement, organisation

Frans naar Engels: Meer gegevens...

évent:
- ventilating shaft; air duct; vent hole; air hole; air channel; blowhole; vent; air-hole; draught-hole; draughty spot; draft-hole
Wiktionary:
- évent → open-air, outdoor, fair, blowhole, air vent

Engels

Uitgebreide vertaling voor event (Engels) in het Frans

event:

event [the ~] zelfstandig naamwoord

the event (occurrence; occasion)
l'événement; l'incident; l'actualité; le fait
- événement [le ~] zelfstandig naamwoord
- incident [le ~] zelfstandig naamwoord
- actualité [la ~] zelfstandig naamwoord
- fait [le ~] zelfstandig naamwoord
the event (occurrence; affair; matter; occasion; business)
l'événement; l'incident; le fait
- événement [le ~] zelfstandig naamwoord
- incident [le ~] zelfstandig naamwoord
- fait [le ~] zelfstandig naamwoord
the event (incident; happening; history)
l'incident; l'histoire; l'événement; l'affaire; le cas; la petite affaire
- incident [le ~] zelfstandig naamwoord
- histoire [la ~] zelfstandig naamwoord
- événement [le ~] zelfstandig naamwoord
- affaire [la ~] zelfstandig naamwoord
- cas [le ~] zelfstandig naamwoord
- petite affaire [la ~] zelfstandig naamwoord
the event (program event)

– An action or occurrence to which a program might respond. Examples include state changes, data transfers, key presses, and mouse movements. ¹
l'événement
- événement [le ~] zelfstandig naamwoord
the event

– Any significant occurrence in the system or an application that requires a user to be notified or an entry to be added to a log. ¹
l'événement
- événement [le ~] zelfstandig naamwoord
the event

– An occurrence, activity or happening of significance that occurs. ¹
l'événement
- événement [le ~] zelfstandig naamwoord
the event

– The basic unit of data processed by the StreamInsight server. Each event contains a header that defines the event kind and the temporal properties of the event. An event (except the CTI event) typically contains an event payload, which is a .NET data structure that contains the data associated with the event. ¹
l'événement
- événement [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor event:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
actualité	event; occasion; occurrence	current events; news; news bulletin; news item; news report; television news; topical interest; topicality
affaire	event; happening; history; incident	acquiring; acquisition; activity; affair; bargain; business; buy; buying; case; company; concern; deal; enterprise; firm; industry; issue; matter; merchant skill; obtaining; occupation; point of discussion; procurance; purchase; purchasing; pursuit; question; salesmanship; shop; transaction; work
cas	event; happening; history; incident	ado; affair; business; case; commotion; fuss; issue; issues; matter; opinion; point of discussion; point of view; position; problem; problems; question; song and dance; standpoint; to-do; view
fait	affair; business; event; matter; occasion; occurrence	act; action; affair; business; case; data; deed; fact; matter
histoire	event; happening; history; incident	history; legend; myth; narration; story; tale
incident	affair; business; event; happening; history; incident; matter; occasion; occurrence	case; contract; crash; incident; job
petite affaire	event; happening; history; incident
événement	affair; business; event; happening; history; incident; matter; occasion; occurrence; program event	experience; inspiration
-	case; consequence; effect; issue; outcome; result; upshot
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	occurrence
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fait		accomplished; achieved; attended to; born; carried out; clear; complete; completed; concluded; cooked-through; created; done; evident; executed; finished; made; manufactured; né; off; out; over; performed; prepared; produced; ready; ready for use
incident		intercurrent; intervening

Verwante woorden van "event":

events

Synoniemen voor "event":

psychological feature
case; circumstance
physical phenomenon
consequence; effect; outcome; result; issue; upshot; phenomenon

Verwante definities voor "event":

something that happens at a given place and time²
a phenomenon that follows and is caused by some previous phenomenon²
- he acted very wise after the event²
a phenomenon located at a single point in space-time; the fundamental observational entity in relativity theory²
a special set of circumstances²
- in that event, the first possibility is excluded²
An action or occurrence to which a program might respond. Examples include state changes, data transfers, key presses, and mouse movements.¹
Any significant occurrence in the system or an application that requires a user to be notified or an entry to be added to a log.¹
An occurrence, activity or happening of significance that occurs.¹
The basic unit of data processed by the StreamInsight server. Each event contains a header that defines the event kind and the temporal properties of the event. An event (except the CTI event) typically contains an event payload, which is a .NET data structure that contains the data associated with the event.¹

Wiktionary: event

event

noun

computing: action which triggers an event handler
- event → événement
occurrence of social or personal importance
- event → événement; évènement

event

noun

Fait qui survient à un moment donné
- évènement → event
Ensemble de résultats d’une épreuve aléatoire
- évènement → event

Cross Translation:

From	To	Via
• event	→ évènement; incident	↔ Begebenheit — etwas, das sich ereignet hat
• event	→ incident; événement	↔ Ereignis — ein - meist bedeutsames - Geschehen oder Erlebnis
• event	→ organisation; événement	↔ Veranstaltung — etwas, das veranstaltet wird, zum Beispiel ein Kongress
• event	→ événement	↔ gebeurtenis — iets dat gebeurt of gebeurd is
• event	→ évènement	↔ evenement — een verplaatsbare georganiseerde gebeurtenis

Computer vertaling door derden:

Frans

Uitgebreide vertaling voor event (Frans) in het Engels

évent:

évent [le ~] zelfstandig naamwoord

l'évent (soupirail; trou; ventouse)
the ventilating shaft; the air duct; the vent hole; the air hole; the air channel
- ventilating shaft [the ~] zelfstandig naamwoord
- air duct [the ~] zelfstandig naamwoord
- vent hole [the ~] zelfstandig naamwoord
- air hole [the ~] zelfstandig naamwoord
- air channel [the ~] zelfstandig naamwoord
l'évent (conduit d'aération)
the blowhole; the vent; the air-hole; the draught-hole; the draughty spot; the draft-hole
- blowhole [the ~] zelfstandig naamwoord
- vent [the ~] zelfstandig naamwoord
- air-hole [the ~] zelfstandig naamwoord
- draught-hole [the ~] zelfstandig naamwoord
- draughty spot [the ~] zelfstandig naamwoord
- draft-hole [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor évent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
air channel	soupirail; trou; ventouse; évent
air duct	soupirail; trou; ventouse; évent
air hole	soupirail; trou; ventouse; évent
air-hole	conduit d'aération; évent
blowhole	conduit d'aération; évent
draft-hole	conduit d'aération; évent
draught-hole	conduit d'aération; évent
draughty spot	conduit d'aération; évent
vent	conduit d'aération; évent
vent hole	soupirail; trou; ventouse; évent	grille d'aération
ventilating shaft	soupirail; trou; ventouse; évent
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vent		décharger; décharger son coeur; s'épancher; se défouler; épancher son coeur

Wiktionary: évent

évent

noun

Exposition au vent, à l’air.
- évent → open-air; outdoor; fair
(Zoologie) Ouverture par laquelle certains cétacés rejettent l’air qu’ils ont aspiré.
- évent → blowhole
(Arts) Conduit des fonderies pour que l’air y circule.
- évent → air vent

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Engelse en Franse zoekresultaten voor: event

Uitgebreide vertaling voor event (Engels) in het Frans

event:

event [the ~] zelfstandig naamwoord

the event (occurrence; occasion)

the event (occurrence; affair; matter; occasion; business)

the event (incident; happening; history)

the event (program event)

the event

the event

the event

Vertaal Matrix voor event:

Verwante woorden van "event":

Synoniemen voor "event":

Verwante definities voor "event":

Wiktionary: event

Uitgebreide vertaling voor event (Frans) in het Engels

évent:

évent [le ~] zelfstandig naamwoord

l'évent (soupirail; trou; ventouse)

l'évent (conduit d'aération)

Vertaal Matrix voor évent:

Wiktionary: évent