Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
utter:
- decir; expresar; pronunciarse; desentrañar; desenmarañar; desembrollar; caracterizar; hablar; escoger; dictar; deshilarse; parlar; apagar
- totalmente; total; completo; completamente; del todo; a tiempo completo; por completo; pertinente; entero; indiscutible; enteramente; incondicional; absolutamente; sin limitación; íntegro; absoluto; sin reservas; puro
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor utter (Engels) in het Spaans
utter:
-
to utter (give expression to; express; express oneself; impersonate; ventilate; reveal oneself; talk; speak)
decir; expresar; pronunciarse; desentrañar; desenmarañar; desembrollar; caracterizar; hablar; escoger; dictar; deshilarse; parlar; apagar-
decir werkwoord
-
expresar werkwoord
-
pronunciarse werkwoord
-
desentrañar werkwoord
-
desenmarañar werkwoord
-
desembrollar werkwoord
-
caracterizar werkwoord
-
hablar werkwoord
-
escoger werkwoord
-
dictar werkwoord
-
deshilarse werkwoord
-
parlar werkwoord
-
apagar werkwoord
-
Conjugations for utter:
present
- utter
- utter
- utters
- utter
- utter
- utter
simple past
- uttered
- uttered
- uttered
- uttered
- uttered
- uttered
present perfect
- have uttered
- have uttered
- has uttered
- have uttered
- have uttered
- have uttered
past continuous
- was uttering
- were uttering
- was uttering
- were uttering
- were uttering
- were uttering
future
- shall utter
- will utter
- will utter
- shall utter
- will utter
- will utter
continuous present
- am uttering
- are uttering
- is uttering
- are uttering
- are uttering
- are uttering
subjunctive
- be uttered
- be uttered
- be uttered
- be uttered
- be uttered
- be uttered
diverse
- utter!
- let's utter!
- uttered
- uttering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
utter (completely; complete; total; fully; utterly; integral)
totalmente; total; completo; completamente; del todo; a tiempo completo; por completo-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
del todo bijvoeglijk naamwoord
-
a tiempo completo bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
-
utter (utterly; completely; totally; absolutely; fully; awfully; terribly; outright)
totalmente; completamente; del todo; pertinente; entero; completo; indiscutible; enteramente; incondicional; absolutamente; sin limitación; total; íntegro; absoluto; por completo; sin reservas-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
del todo bijvoeglijk naamwoord
-
pertinente bijvoeglijk naamwoord
-
entero bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
indiscutible bijvoeglijk naamwoord
-
enteramente bijvoeglijk naamwoord
-
incondicional bijvoeglijk naamwoord
-
absolutamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin limitación bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
íntegro bijvoeglijk naamwoord
-
absoluto bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
sin reservas bijvoeglijk naamwoord
-
-
utter
Vertaal Matrix voor utter:
Verwante woorden van "utter":
Synoniemen voor "utter":
Verwante definities voor "utter":
Wiktionary: utter
utter
Cross Translation:
adjective
verb
-
say
- utter → pronunciar
-
use the voice
- utter → pronunciar; emitir
-
make speech sounds
- utter → balbucear
-
make a noise
- utter → emitir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• utter | → proferir; boquear | ↔ uiten — zeggen |
• utter | → producir | ↔ hervorbringen — etwas mündlich sagen |
• utter | → hablar; conversar | ↔ reden — etwas sagen, Sprache von sich geben |
• utter | → entero; totalmente | ↔ völlig — gänzlich, vollständig, im höchsten möglichen Maß, Grad |
• utter | → sumamente | ↔ äußerst — sehr, im höchsten/allerhöchsten/außerordentlichen Maße |
• utter | → expresar | ↔ exprimer — Manifester une pensée |
• utter | → soltar | ↔ lâcher — détendre, desserrer quelque chose. |