Home ->Woordenboeken ->Engels/Spaans ->Zoek: thorn

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: thorn

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

thorn:
- espina; púa
Wiktionary:
- thorn → espina, thorn
- thorn → espina, espinga, punzón, aguijón, acacia

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

thorn:
- Wiktionary:
  thorn → thorn

Engels

Uitgebreide vertaling voor thorn (Engels) in het Spaans

thorn:

thorn [the ~] zelfstandig naamwoord

the thorn (sting)
la espina; la púa
- espina [la ~] zelfstandig naamwoord
- púa [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor thorn:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
espina	sting; thorn
púa	sting; thorn	plectrum
-	irritant; pricker; prickle; spikelet; spine; sticker
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	prickle; spike; spine

Verwante woorden van "thorn":

thorns

Synoniemen voor "thorn":

irritant; annoyance; bother; botheration; pain; infliction; pain in the neck; pain in the ass
spine; prickle; pricker; sticker; spikelet; aculeus
rune; runic letter

Verwante definities voor "thorn":

something that causes irritation and annoyance¹
- he's a thorn in my flesh¹
a Germanic character of runic origin¹
a small sharp-pointed tip resembling a spike on a stem or leaf¹

Wiktionary: thorn

thorn

noun

sharp protective spine of a plant
- thorn → espina
letter of the Latin alphabet (Þ, þ)
- thorn → thorn

Cross Translation:

From	To	Via
• thorn	→ espina; espinga; punzón	↔ Dorn — Botanik: ein stechendes Gebilde an einer Pflanze, das an der Stelle eines Organs sitzt
• thorn	→ aguijón	↔ Stachel — spitzes Pflanzenteil, Auswuchs des Rindengewebes
• thorn	→ acacia	↔ Akazie — Gattung dorniger Baum und Strauch der Tropen und Subtropen (Acacia)
• thorn	→ espina	↔ doorn — scherp uitsteeksel aan een plant
• thorn	→ espina	↔ épine — (botanique) branche, feuille, stipule ou partie de feuille transformée en un organe allongé et piquant.

Verwante vertalingen van thorn

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University