Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. each:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor each (Engels) in het Spaans

each:

each bijvoeglijk naamwoord

  1. each (every; any; all)
    cada; todos los; todo
    • cada bijvoeglijk naamwoord
    • todos los bijvoeglijk naamwoord
    • todo bijvoeglijk naamwoord
  2. each (everybody; everyone; anyone; every; anybody)
    cualquiera; todos

Vertaal Matrix voor each:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
todo completeness; fullness
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- apiece; for each one; from each one; to each one
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cada all; any; each; every
cualquiera anybody; anyone; each; every; everybody; everyone
todo all; any; each; every all; all of it; complete; entire; entirely; everything; whole
todos anybody; anyone; each; every; everybody; everyone all; everybody; everyone; the lot of; the whole lot of
todos los all; any; each; every

Synoniemen voor "each":

  • all
  • to each one; for each one; from each one; apiece

Verwante definities voor "each":

  1. (used of count nouns) every one considered individually1
    • each person is mortal1
    • each party is welcome1
  2. to or from every one of two or more (considered individually)1
    • they received $10 each1

Wiktionary: each

each
en-det
  1. every

Cross Translation:
FromToVia
each cada jeder — Bildet eine Iteration über alle Einzelnen einer Gruppe
each llevarse; ser; experto; en; algo verstehen — (reflexiv) ohne Streitigkeiten mit jemandem auskommen, eine gute persönliche Beziehung zu jemandem haben
each cada chaquedéterminant distributif, qui se placer toujours avant le nom et n’a pas de pluriel. Se dit d’une personne, d’une chose qui fait partie d’un tout, d’un ensemble.

Verwante vertalingen van each