Competence: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

competence:
- competencia; profesionalidad; experiencia profesional; capacidad profesional; facultad; autoridad; capacidad; autorización; conocimientos; presteza; pericia
Wiktionary:
- competence → competencia, capacidad, destreza, acierto, agilidad, conocimiento, sentido, conocimientos, conocido

Engels

Uitgebreide vertaling voor competence (Engels) in het Spaans

competence:

competence [the ~] zelfstandig naamwoord

the competence
la competencia; la profesionalidad; la experiencia profesional; la capacidad profesional
- competencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- profesionalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- experiencia profesional [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacidad profesional [la ~] zelfstandig naamwoord
the competence (competency; capacity)
la competencia; la facultad; el autoridad
- competencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- facultad [la ~] zelfstandig naamwoord
- autoridad [el ~] zelfstandig naamwoord
the competence (capability)
la competencia; la capacidad; la facultad
- competencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- facultad [la ~] zelfstandig naamwoord
the competence (authority; qualification; power)
la autorización; la competencia
- autorización [la ~] zelfstandig naamwoord
- competencia [la ~] zelfstandig naamwoord
the competence (expertise; capability; skill; business sense)
el conocimientos; la presteza; la profesionalidad; la pericia
- conocimientos [el ~] zelfstandig naamwoord
- presteza [la ~] zelfstandig naamwoord
- profesionalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- pericia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor competence:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autoridad	capacity; competence; competency	administration; authorities; authority; cabinet; capacity; circumstances beyond one's control; colonial administration; colonial government; command; dominion; establishment; force; force majeure; government; influence; local government; mastery; power; rule; ruler; strength; superior force; superiority
autorización	authority; competence; power; qualification	acceptance; access; admission; admittance; agreement; allowance; approval; authorisation; authority; authorization; confirmation; consent; fiat; granting; instructions; licence; license; mandate; permission; permit; power; power of attorney; safe-conduct; safeguard; sanctioning; warrant
capacidad	capability; competence	ability; appropriateness; aptitude; authority; capability; capacity; carrying capacity; contents; force; gift; ingenuity; loading capacity; natural ability; potential; power; quality; size; strength; suitability; talent; volume
capacidad profesional	competence	craftsmanship; expertise; skill; skilled labour
competencia	authority; capability; capacity; competence; competency; power; qualification	ability; capability; capacity; competency; competition; intimate acquaintance with; quality; rivalry
conocimientos	business sense; capability; competence; expertise; skill	ability; skill
experiencia profesional	competence	professional experience
facultad	capability; capacity; competence; competency	faculty; propelling-force; propulsion; propulsive force
pericia	business sense; capability; competence; expertise; skill	ability; adroitness; agility; appraisal; art; assessment; dexterity; knack; skill; trick
presteza	business sense; capability; competence; expertise; skill	ability; adroitness; agility; art; dexterity; haste; hastiness; hurry; knack; overhaste; rush; skill; trick
profesionalidad	business sense; capability; competence; expertise; skill
-	competency
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	authority

Verwante definities voor "competence":

the quality of being adequately or well qualified physically and intellectually¹

Wiktionary: competence

Cross Translation:

From	To	Via
• competence	→ competencia	↔ Kompetenz — Zuständigkeit, Befugnis
• competence	→ competencia	↔ competentie — een ontwikkelbaar vermogen van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen
• competence	→ capacidad	↔ bekwaamheid — competentie
• competence	→ destreza; acierto; agilidad	↔ adresse — caractéristique de qui est adroit.
• competence	→ conocimiento; sentido; conocimientos; conocido	↔ connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
• competence	→ agilidad; destreza; acierto	↔ habileté — facilité, disposition, qualité qui rend propre à faire certaines choses, à réussir dans certaines actions, en particulier en utilisant ses mains.

Verwante vertalingen van competence

with appointing competence

Remove Ads

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: competence

Uitgebreide vertaling voor competence (Engels) in het Spaans

competence:

competence [the ~] zelfstandig naamwoord

the competence

the competence (competency; capacity)

the competence (capability)

the competence (authority; qualification; power)

the competence (expertise; capability; skill; business sense)

Vertaal Matrix voor competence:

Verwante woorden van "competence":

Synoniemen voor "competence":

Antoniemen van "competence":

Verwante definities voor "competence":

Wiktionary: competence

Verwante vertalingen van competence