Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
wanted:
- deseado; querido; pedido; conveniente; deseable; anhelado; de desear; buscado; de gran demanda; de mucha demanda; ambicionado; necesario; esencial; imprescindible; crucial; importante; indispensable; central; relevante; cardinal; substancial; vital; fundamental; decisivo; elemental; apetecible; codiciable
- want:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor wanted (Engels) in het Spaans
wanted:
-
wanted (wished for; desirable; desired; necessary; essential; in demand; gladly seen)
-
wanted (desirable; sought-after; in demand; popular; gladly seen)
buscado; de gran demanda; deseable; de mucha demanda; deseado; ambicionado-
buscado bijvoeglijk naamwoord
-
de gran demanda bijvoeglijk naamwoord
-
deseable bijvoeglijk naamwoord
-
de mucha demanda bijvoeglijk naamwoord
-
deseado bijvoeglijk naamwoord
-
ambicionado bijvoeglijk naamwoord
-
-
wanted (essential; crucial; fundamental; elemental; vital; material; central)
necesario; esencial; imprescindible; crucial; importante; indispensable; central; relevante; cardinal; substancial; vital; fundamental; decisivo; elemental-
necesario bijvoeglijk naamwoord
-
esencial bijvoeglijk naamwoord
-
imprescindible bijvoeglijk naamwoord
-
crucial bijvoeglijk naamwoord
-
importante bijvoeglijk naamwoord
-
indispensable bijvoeglijk naamwoord
-
central bijvoeglijk naamwoord
-
relevante bijvoeglijk naamwoord
-
cardinal bijvoeglijk naamwoord
-
substancial bijvoeglijk naamwoord
-
vital bijvoeglijk naamwoord
-
fundamental bijvoeglijk naamwoord
-
decisivo bijvoeglijk naamwoord
-
elemental bijvoeglijk naamwoord
-
-
wanted (desirable; sought-after; adorable; in demand)
querido; apetecible; codiciable-
querido bijvoeglijk naamwoord
-
apetecible bijvoeglijk naamwoord
-
codiciable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor wanted:
Verwante woorden van "wanted":
Synoniemen voor "wanted":
Antoniemen van "wanted":
Verwante definities voor "wanted":
wanted vorm van want:
Conjugations for want:
present
- want
- want
- wants
- want
- want
- want
simple past
- wanted
- wanted
- wanted
- wanted
- wanted
- wanted
present perfect
- have wanted
- have wanted
- has wanted
- have wanted
- have wanted
- have wanted
past continuous
- was wanting
- were wanting
- was wanting
- were wanting
- were wanting
- were wanting
future
- shall want
- will want
- will want
- shall want
- will want
- will want
continuous present
- am wanting
- are wanting
- is wanting
- are wanting
- are wanting
- are wanting
subjunctive
- be wanted
- be wanted
- be wanted
- be wanted
- be wanted
- be wanted
diverse
- want!
- let's want!
- wanted
- wanting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor want:
Verwante woorden van "want":
Synoniemen voor "want":
Verwante definities voor "want":
Wiktionary: want
want
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• want | → voluntad; tentación; talante; pasión; gusto; codicia; deseo; avaricia | ↔ lust — plezier, genot |
• want | → voluntad; talante; pasión; gusto; deseo | ↔ lust — behoefte of verlangen iets te doen |
• want | → deseo | ↔ begeerte — verlangen |
• want | → querer; desear; tener ganas | ↔ willen — iets als verlangen hebben |
• want | → deseo; placer | ↔ zin — een verlangen om iets te doen |
• want | → falta | ↔ Mangel — kPl.|: unzureichende Menge oder unzureichendes Ausmaß von etwas |
• want | → necesitar | ↔ bedürfen — veraltet, selten, mit Akkusativobjekt: etwas benötigen, etwas brauchen, auf etwas angewiesen sein |
• want | → desear | ↔ wollen — nur den Wunsch nach etwas haben, danach verlangen, es begehren, sich danach (nur) sehnen |
• want | → anhelar; desear | ↔ wünschen — etwas ersehnen, erhoffen |
• want | → deseo | ↔ désir — Traductions à trier suivant le sens |
• want | → falta | ↔ insuffisance — état de ce qui est insuffisant. |
• want | → falta; escasez | ↔ manque — absence, défaut, fait de manquer. |
• want | → miseria | ↔ misère — condition, état de celui qui inspirer la pitié. |
• want | → falta | ↔ privation — perte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir. |
• want | → necesitar | ↔ requérir — prier, demander quelqu’un. |
• want | → deseo | ↔ souhait — vœu, désir qu’une chose accomplir. |
• want | → esperar; desear | ↔ souhaiter — former un souhait. |
• want | → querer; tener ganas | ↔ vouloir — Avoir l’intention, la volonté de faire quelque chose, s’y déterminer. (Sens général) |