Engels

Uitgebreide vertaling voor vessels (Engels) in het Spaans

vessels:

vessels [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the vessels (ships; boats)
    el barcos; la naves; la embarcaciones; el barquitos; el buques
  2. the vessels
    el barquitos; la navetas
  3. the vessels
    la vajilla; el cacharros

Vertaal Matrix voor vessels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barcos boats; ships; vessels
barquitos boats; ships; vessels
buques boats; ships; vessels
cacharros vessels
embarcaciones boats; ships; vessels
naves boats; ships; vessels halls
navetas vessels
vajilla vessels dishes; kitchen utensils; plates and dishes; washing-up

Verwante woorden van "vessels":


vessels vorm van vessel:

vessel [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the vessel (barrel; bucket; vat; )
    el barreño; el cubo; el barril; el cubo para bañarse; la tonel; la tonelada; la bañera; el balde; la pila
    • barreño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cubo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barril [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cubo para bañarse [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tonel [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tonelada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bañera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • balde [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pila [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. the vessel (ship; boat; craft)
    – a craft designed for water transportation 1
    el barco; el vapor; la barca; el bote; el barquito; la nave; el buque; la barcaza; la lancha; el navío; la navícula; el lanchón; la embarcación; la góndola; la naveta
    • barco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vapor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bote [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barquito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • nave [la ~] zelfstandig naamwoord
    • buque [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barcaza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lancha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • navío [el ~] zelfstandig naamwoord
    • navícula [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lanchón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • embarcación [la ~] zelfstandig naamwoord
    • góndola [la ~] zelfstandig naamwoord
    • naveta [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. the vessel
    el buque
    • buque [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vessel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balde barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel buckets
barca boat; craft; ship; vessel
barcaza boat; craft; ship; vessel siphon; syphon
barco boat; craft; ship; vessel ocean-going vessel; sea-going vessel
barquito boat; craft; ship; vessel additional ship
barreño barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
barril barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel barrel; beer barrel; beer keg; keg; tub
bañera barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel bath tub; tub
bote boat; craft; ship; vessel bin; box; can; canister; cash for playing; container; drum; little can; little drum; pool; stakes; storage can; tin; wee-wee
buque boat; craft; ship; vessel ocean-going vessel; sea-going vessel
cubo barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel OLAP cube; bail; bucket; cube; hub; ladle; scoop
cubo para bañarse barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
embarcación boat; craft; ship; vessel driving speed; shipping; speed
góndola boat; craft; ship; vessel gondola
lancha boat; craft; ship; vessel pinnace; shallop; sloop
lanchón boat; craft; ship; vessel
nave boat; craft; ship; vessel
naveta boat; craft; ship; vessel
navícula boat; craft; ship; vessel
navío boat; craft; ship; vessel
pila barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel a whole lot; battery; column; cue; heap; kitchen sink; little heap; little pile; load; lot; mass; multitude; post; quite a lot; rinsing-tub; sink; stack
tonel barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel barrel; tub
tonelada barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel cargo
vapor boat; craft; ship; vessel emanation; evaporation; steam; vapor; vapour
- vas; watercraft

Verwante woorden van "vessel":


Synoniemen voor "vessel":


Verwante definities voor "vessel":

  1. a craft designed for water transportation1
  2. an object used as a container (especially for liquids)1
  3. a tube in which a body fluid circulates1

Wiktionary: vessel

vessel
noun
  1. craft
  2. container
  3. tube or canal that carries fluid in an animal or plant

Cross Translation:
FromToVia
vessel nave; barco; embarcación vaartuig — een vervoermiddel voor vervoer over wateroppervlakten
vessel estuche; caja foedraal — passend gemaakte doos
vessel vasija Gefäßallgemein: ein Behälter, in dem Stoffe verschiedener Beschaffenheit aufbewahrt und transportiert werden können
vessel vaso GefäßAnatomie: schlauchförmiger Leitungsabschnitt für Körperflüssigkeiten wie Blut oder Lymphflüssigkeiten
vessel barco; embarcación; nave; lancha; bote bateau — Ouvrage flottant destiné à la navigation
vessel pote; vaso; vasija; recipiente; olla potvase de terre ou de métal servant à divers usages.
vessel vaso vaisseau — (vieilli) vase, ustensile, de toute matière, destiner à contenir des liquides.

Verwante vertalingen van vessels