Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor vainly (Engels) in het Spaans
vainly:
-
vainly (in vain; futile; to no avail; fruitless; for nothing)
Vertaal Matrix voor vainly:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inútil | good-for-nothing; layabout; lazybones; loiterer; slacker; slowcoach; slowpoke; sluggard; snail; wretch; wretched fellow; yellowbelly | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | in vain | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
en vano | for nothing; fruitless; futile; in vain; to no avail; vainly | meaningless; pointless; senseless; unusable; useless |
inútil | for nothing; fruitless; futile; in vain; to no avail; vainly | abstemious; ailing; aimless; clumsy; doltish; excess; gawky; good-for-nothing; idle; maladroit; meaningless; not very good; owlish; pointless; poor; purposeless; senseless; stiff; superfluous; surplus; uneasy; unhandy; unusable; useless; valueless; wooden; worthless |
Verwante woorden van "vainly":
Synoniemen voor "vainly":
Verwante definities voor "vainly":
vain:
Vertaal Matrix voor vain:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | bootless; conceited; egotistic; egotistical; fruitless; futile; self-conceited; sleeveless; swollen; swollen-headed | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | frivolous; futile; pompous |
Verwante woorden van "vain":
Synoniemen voor "vain":
Verwante definities voor "vain":
Wiktionary: vain
vain
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vain | → vanidoso; vano | ↔ ijdel — vol van zelfbewondering, een te hoge dunk hebbend van het eigen voorkomen en/of de eigen bekwaamheden |
• vain | → coqueta; creído; vano | ↔ affig — übertrieben auf das Äußere und die Wirkung auf andere Menschen bedacht |
• vain | → vano | ↔ eitel — ohne Aussicht auf Erfolg |
• vain | → frívolo | ↔ frivole — Qui est vain ; qui n’a nulle importance. |
• vain | → vano | ↔ vain — Qui est inutile, qui ne produire rien. |
• vain | → vanidoso | ↔ vaniteux — Personne vaniteuse. |