Things in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

things:
- cosas; trabajos; cositas; productos; mercancías; chanchullos; bienes; chismes; ropa; haberes; propiedades; posesiones
thing:
- cosa; artículo; bien; objeto
Wiktionary:
- things → cosas
- thing → cosa
- thing → cosa, objeto, causa, competente

Engels

Uitgebreide vertaling voor things (Engels) in het Spaans

things:

things [the ~] zelfstandig naamwoord

the things (items; stuff; goods; articles)
la cosas; el trabajos; la cositas; el productos; la mercancías; el chanchullos; el bienes; el chismes
- cosas [la ~] zelfstandig naamwoord
- trabajos [el ~] zelfstandig naamwoord
- cositas [la ~] zelfstandig naamwoord
- productos [el ~] zelfstandig naamwoord
- mercancías [la ~] zelfstandig naamwoord
- chanchullos [el ~] zelfstandig naamwoord
- bienes [el ~] zelfstandig naamwoord
- chismes [el ~] zelfstandig naamwoord
the things (clothes)
la ropa
- ropa [la ~] zelfstandig naamwoord
the things (possesions; worldly goods; stuff; bits and pieces; bits & pieces)
el haberes; la propiedades; la posesiones
- haberes [el ~] zelfstandig naamwoord
- propiedades [la ~] zelfstandig naamwoord
- posesiones [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor things:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bienes	articles; goods; items; stuff; things	belonging; country estate; estate; inventory; landed property; possession
chanchullos	articles; goods; items; stuff; things	botch job; bungle; bungling; bungling work; daubing; mess up; messing; muddling; shoddy work; staining
chismes	articles; goods; items; stuff; things	babble; backbiting; baloney; blah; bunkum; cackling; chat; chatter; clanging; claptrap; defamation; folly; gabble; gossip; humbug; jabber; jaw; mudslinging; nonsense; piffle; prattle; profanity; scandal; scandal-mongering; slander; slipslop; stuff; talk; talkee-talkee; talking; talks; tattle; tittle-tattle; tolling; twaddle; vilification; wishwash; yacking
cosas	articles; goods; items; stuff; things	assets; belonging; commodities; household effects; ownership; possession; property
cositas	articles; goods; items; stuff; things	futilities; small things; triflers
haberes	bits & pieces; bits and pieces; possesions; stuff; things; worldly goods	ability; capability; capacity; quality
mercancías	articles; goods; items; stuff; things	articles; belonging; business; cargoes; commerce; commodities; employment; goods; goods trade; grip; household effects; loadings; loads; market; market place; merchandise; occupation; possession; produce; stuff; trade; ware; wares
posesiones	bits & pieces; bits and pieces; possesions; stuff; things; worldly goods	assets; commodities; ownership; possession; property
productos	articles; goods; items; stuff; things	assets; belonging; commodities; ownership; possession; property; results
propiedades	bits & pieces; bits and pieces; possesions; stuff; things; worldly goods
ropa	clothes; things	apparel; attire; cloakroom; clothes; clothing; costume; dress; equipment; folkloric costume; garb; garments; gear; kit; outfit; regional attire; regional costume; regional dress; togs; wardrobe; washing; wearing apparel
trabajos	articles; goods; items; stuff; things
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
propiedades		have; own; possess

Verwante woorden van "things":

thing

Synoniemen voor "things":

property; belongings; holding; material possession

Verwante definities voor "things":

any movable possession (especially articles of clothing)¹
- she packed her things and left¹

Wiktionary: things

Cross Translation:

From	To	Via
• things	→ cosas	↔ affaire — effets personnels

thing:

thing [the ~] zelfstandig naamwoord

the thing (item; article; good; object; matter; gadget)
la cosa; el artículo; el bien; el objeto
- cosa [la ~] zelfstandig naamwoord
- artículo [el ~] zelfstandig naamwoord
- bien [el ~] zelfstandig naamwoord
- objeto [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor thing:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artículo	article; gadget; good; item; matter; object; thing	article; building material; clause; entry; essay; headword; item; lecture; lemma; paper; phrase; proviso; stipulation; story
bien	article; gadget; good; item; matter; object; thing	asset
cosa	article; gadget; good; item; matter; object; thing	affair; business; case; issue; matter; point of discussion; question; shop; stuff
objeto	article; gadget; good; item; matter; object; thing	aim; design; goal; idea; intention; mark; object; objective; plan; scheme; target
-	affair; article; matter; object
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artículo		article; post
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	article; object
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bien		accurate; agreeable; appetising; appetizing; comfortable; correct; delicious; enjoyable; neat; nice; palatable; pleasant; precise; right; scrumptious; tasty; tidy; undamaged; unimpaired; yummy

Verwante woorden van "thing":

things

Synoniemen voor "thing":

situation; state of affairs
action
artifact; artefact
happening; occurrence; occurrent; natural event
statement
attribute
abstraction; abstract
matter; affair; concern
entity
aim; object; objective; target
feeling
physical entity

Verwante definities voor "thing":

a separate and self-contained entity¹
an action¹
- how could you do such a thing?¹
an artifact¹
- how does this thing work?¹
an entity that is not named specifically¹
- I couldn't tell what the thing was¹
any attribute or quality considered as having its own existence¹
- the thing I like about her is ...¹
a vaguely specified concern¹
- things are going well¹
a special abstraction¹
- a thing of the spirit¹
- things of the heart¹
a special objective¹
- the thing is to stay in bounds¹
a statement regarded as an object¹
- to say the same thing in other terms¹
- how can you say such a thing?¹
an event¹
- a funny thing happened on the way to the...¹
a persistent illogical feeling of desire or aversion¹
- he has a thing about seafood¹
- she has a thing about him¹
a special situation¹
- this thing has got to end¹
- it is a remarkable thing¹

Wiktionary: thing

thing

noun

that which is considered to exist as a separate entity, object, quality or concept
- thing → cosa

Cross Translation:

From	To	Via
• thing	→ cosa	↔ Ding — Gegenstand, dessen Eigenschaften nicht nahe bezeichnen sind
• thing	→ objeto; cosa	↔ Sache — Ding, Gegenstand, Objekt
• thing	→ cosa	↔ ding — voorwerp
• thing	→ causa	↔ cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.
• thing	→ cosa	↔ chose — Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer
• thing	→ competente	↔ en toucher — (familier, fr) Être compétent, bien connaître.
• thing	→ objeto	↔ objet — chose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé.

Verwante vertalingen van things

Remove Ads

Vertaal things van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor things (Engels) in het Spaans

things:

things [the ~] zelfstandig naamwoord

the things (items; stuff; goods; articles)

the things (clothes)

the things (possesions; worldly goods; stuff; bits and pieces; bits & pieces)

Vertaal Matrix voor things:

Verwante woorden van "things":

Synoniemen voor "things":

Verwante definities voor "things":

Wiktionary: things

thing:

thing [the ~] zelfstandig naamwoord

the thing (item; article; good; object; matter; gadget)

Vertaal Matrix voor thing:

Verwante woorden van "thing":

Synoniemen voor "thing":

Verwante definities voor "thing":

Wiktionary: thing

Verwante vertalingen van things