Term in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

term:
- noción; período; denominación; plazo de vigencia; plazo de validez; condición; modismo; dicho; giro; horas de colegio
- llamar; nombrar; calificar
Wiktionary:
- term → términos, término, trimestre, semestre, plazo
- term → plazo, término, idea, noción, concepto, marca, descripción, denominación, termine, espressione algebrica, espressione, palabra, condición, nombrar, nominar, llamar, periodo, vocablo, expresión, trimestre

Engels

Uitgebreide vertaling voor term (Engels) in het Spaans

term:

term [the ~] zelfstandig naamwoord

the term (designation; name)
la noción
- noción [la ~] zelfstandig naamwoord
the term (period; period of time; space of time; time; space)
el período
- período [el ~] zelfstandig naamwoord
the term (denomination; name; title)
la denominación
- denominación [la ~] zelfstandig naamwoord
the term (duration; running time; period)
el plazo de vigencia; el plazo de validez
- plazo de vigencia [el ~] zelfstandig naamwoord
- plazo de validez [el ~] zelfstandig naamwoord
the term (condition; requisite; stipulation)
la condición
- condición [la ~] zelfstandig naamwoord
the term (expression; phrase; statement; saying; turn of phrase; meaning)
el modismo; el dicho; el giro
- modismo [el ~] zelfstandig naamwoord
- dicho [el ~] zelfstandig naamwoord
- giro [el ~] zelfstandig naamwoord
the term (school-hours; school-time; school-years)
la horas de colegio
- horas de colegio [la ~] zelfstandig naamwoord

term werkwoord

term (denominate; call; name)
llamar; nombrar; calificar
- llamar werkwoord
- nombrar werkwoord
- calificar werkwoord

Vertaal Matrix voor term:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
condición	condition; requisite; stipulation; term	circumstances; condition; criterion; form; frame of mind; mental condition; mental make-up; mental state; mentality; mind-set; mood; premise; reservation; restriction; shape; situation; state; state of mind; stipulation
denominación	denomination; name; term; title	fame; name; reputation; respectability
dicho	expression; meaning; phrase; saying; statement; term; turn of phrase	aphorism; formulation; maxim; saying; wording
giro	expression; meaning; phrase; saying; statement; term; turn of phrase	Giro transfer; Girobank; Post Office Giro; about-turn; bank giro; change; crisis; curve; emergency situation; giro; giro account; inversion; meanness; miserliness; payment by Giro; reversal; revolution; rotation; state of emergency; stinginess; swerve; turn; turning-point; u turn
horas de colegio	school-hours; school-time; school-years; term
llamar		calling away; calling off; ringing; ringing the bell
modismo	expression; meaning; phrase; saying; statement; term; turn of phrase
noción	designation; name; term	awareness; brain; concept; conception; consciousness; conviction; creed; discernment; disposition; idea; image; inclination; insight; mind; notion; opinion; realisation; realization; reason; thought; understanding; view; vision
período	period; period of time; space; space of time; term; time	age; developmental stage; epoch; era; gap; hour; interim; interval; little while; menses; menstruation; period; period of time; phase; space of time; stage; time
plazo de validez	duration; period; running time; term	validity
plazo de vigencia	duration; period; running time; term	validity
-	condition; full term; terminal figure; terminus
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
calificar	call; denominate; name; term	call; mention; name; price; qualify; stamp one's foot
llamar	call; denominate; name; term	announce; appeal to; call; call in; call over; call up; enlist; give a ring; give notice of; invoke; list; make a call; mention; name; phone; phone someone; remind; ring; ring the doorbell; ring up; send for; sound; stamp one's foot; subpoena; summon; telephone
nombrar	call; denominate; name; term	advise; appeal; appoint; blame; call; consider; elect; establish; have in mind; instal; install; institute; list; mention; name; nominate; present; propose; rebuke; recommend; reprimand; stamp one's foot; suggest
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
condición		condition
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	denomination; designation; period of time; phase
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dicho		mentioned; said

Verwante woorden van "term":

terming, terms, termly

Synoniemen voor "term":

word
time period; period of time; period
condition; statement
quantity
constituent; grammatical constituent
full term; point; point in time
terminus; terminal figure; statue
name; call

Verwante definities voor "term":

(architecture) a statue or a human bust or an animal carved out of the top of a square pillar; originally used as a boundary marker in ancient Rome¹
any distinct quantity contained in a polynomial¹
- the general term of an algebraic equation of the n-th degree¹
a word or expression used for some particular thing¹
- he learned many medical terms¹
one of the substantive phrases in a logical proposition¹
- the major term of a syllogism must occur twice¹
(usually plural) a statement of what is required as part of an agreement¹
- the terms of the treaty were generous¹
a limited period of time¹
- a prison term¹
- he left school before the end of term¹
the end of gestation or point at which birth is imminent¹
name formally or designate with a term¹
A word or phrase that stands for a concept used in a particular subject area.²

Wiktionary: term

term

noun

limitation, restriction or regulation
- term → términos
word or phrase, especially one from a specialised area of knowledge
- term → término
part of a year
- term → trimestre; semestre
period of time, time limit
- term → plazo
one of the addends in a sum
- term → término

Cross Translation:

From	To	Via
• term	→ plazo; término	↔ termijn — een vast tijdstip waarop iets gaat gebeuren of iets gebeurd moet zijn
• term	→ término	↔ term — een woord of uitdrukking
• term	→ idea; noción; concepto	↔ Begriff — eine Semantik Einheit im Unterschied zum Wort oder zur Wortgruppe als sprachlicher Einheit
• term	→ marca; descripción; denominación	↔ Bezeichnung — Semiotik: Code aus Zeichen und Symbolen, der auf einen Gegenstand oder Begriff verweist.
• term	→ termine	↔ Term — Linguistik: ein Wort, Fachwort, einen Ausdruck, Begriff oder auch eine BezeichnungWikipedia-Artikel Terminus
• term	→ termine; espressione algebrica; espressione	↔ Term — Mathematik: Teil einer mathematischen Formel
• term	→ término	↔ Terminus — Wort der Fachsprache eines (wissenschaftlichen) Sachgebietes
• term	→ palabra	↔ Wort — Linguistik: kleinste, eine selbstständige Bedeutung tragende Einheit der Sprache, eine grammatische Einheit
• term	→ condición	↔ condition — nature, état ou qualité d’une chose ou d’une personne.
• term	→ nombrar; nominar; llamar	↔ nommer — Attribuer, imposer un nom à une personne ou une chose. (Sens général).
• term	→ periodo	↔ période — temps qu’une chose met à accomplir les phases de sa durée.
• term	→ término; vocablo	↔ terme — mot
• term	→ expresión	↔ terme — élément d'une addition ou d'une soustraction
• term	→ trimestre	↔ trimestre — Espace de trois mois.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van term

Remove Ads

Vertaal term van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor term (Engels) in het Spaans

term:

term [the ~] zelfstandig naamwoord

the term (designation; name)

the term (period; period of time; space of time; time; space)

the term (denomination; name; title)

the term (duration; running time; period)

the term (condition; requisite; stipulation)

the term (expression; phrase; statement; saying; turn of phrase; meaning)

the term (school-hours; school-time; school-years)

term werkwoord

term (denominate; call; name)

Vertaal Matrix voor term:

Verwante woorden van "term":

Synoniemen voor "term":

Verwante definities voor "term":

Wiktionary: term

Verwante vertalingen van term