Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. talkativeness:
  2. talkative:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor talkativeness (Engels) in het Spaans

talkativeness:

talkativeness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the talkativeness
    la palabrería

Vertaal Matrix voor talkativeness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
palabrería talkativeness babble; backbiting; blah; bunkum; cackling; chatter; clanging; claptrap; defamation; gabble; gossip; jabber; jaw; mudslinging; prattle; scandal; scandal-mongering; slander; slipslop; sloganeering; talk; talkee-talkee; talks; tittle-tattle; tolling; vilification; wishwash; yacking
- garrulity; garrulousness; loquaciousness; loquacity
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- loquacity; volubility

Verwante woorden van "talkativeness":


Synoniemen voor "talkativeness":


Verwante definities voor "talkativeness":

  1. the quality of being wordy and talkative1

Wiktionary: talkativeness

talkativeness
noun
  1. the state of being talkative

talkative:

talkative bijvoeglijk naamwoord

  1. talkative (blabber; garrulous; communicative; )
    chismoso; cotilla; locuaz; parlanchín
  2. talkative (gossipy; chatty)
    cagarruta
  3. talkative (garrulous)
    charlador

Vertaal Matrix voor talkative:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cagarruta crap; dirt; droppings; lump of turd; pile of shit; shit; turd
charlador blabber; blabbermouth; boaster; braggart; chatterbox; chattering fool; dawdler; driveller; gasbag; ginger-snap; gossip; milksop; rattle; scald-head; slowcoach; stick-in-the-mud; talkative person; talker; trifler; twaddler; waffler; windbag
chismoso chatterbox; defamer; gossip; infiltrator; interloper; intruder; libeller; mudslinger; serpent's tongue; slanderer; sneak-thief; spy; talkative person; talker
cotilla bodice; corsage; libeller
parlanchín blabber; blabbermouth; boaster; braggart; chatterbox; chattering fool; dawdler; driveller; flood of words; ginger-snap; gossip; laggard; loiterer; milksop; rattle; scald-head; slowcoach; slowpoke; snail; stick-in-the-mud; talkative person; talker; torrent of words; trifler; waffler
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bigmouthed; blabbermouthed; blabby; chatty; expansive; gabby; garrulous; loquacious; talky
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cagarruta chatty; gossipy; talkative
charlador garrulous; talkative
chismoso blabber; blabbing; chattish; chatty; communicative; garrulous; gossipy; indiscreet; indiscrete; loose-lipped; loose-tongued; silver-tongued; talkative
cotilla blabber; blabbing; chattish; chatty; communicative; garrulous; gossipy; indiscreet; indiscrete; loose-lipped; loose-tongued; silver-tongued; talkative
locuaz blabber; blabbing; chattish; chatty; communicative; garrulous; gossipy; indiscreet; indiscrete; loose-lipped; loose-tongued; silver-tongued; talkative
parlanchín blabber; blabbing; chattish; chatty; communicative; garrulous; gossipy; indiscreet; indiscrete; loose-lipped; loose-tongued; silver-tongued; talkative

Verwante woorden van "talkative":


Synoniemen voor "talkative":


Verwante definities voor "talkative":

  1. friendly and open and willing to talk1
  2. unwisely talking too much1
  3. full of trivial conversation1

Wiktionary: talkative

talkative
adjective
  1. tending to talk or speak freely or often

Cross Translation:
FromToVia
talkative chismoso geschwätzighäufig abwertend: viel und aufdringlich redend
talkative hablador redselig — viel und gerne redend