Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
smooth:
- suave; astuto; equilibrado; horizontal; apagado; monótono; igual; fino; a bocajarro; tajantemente; a sotavento; fluido; con soltura; desenvuelto; asqueroso; ladeado; inmoral; sucio; vil; escabroso; inclinado; adulador; abyecto; lluvioso; baboso; indecente; repulsivo; mal educado; sabroso; gustoso; liso; terso; sin arrugas
- raspar; rallar; planchar; pulir; igualar; allanar; alisar; nivelar; hacer resplandecer; perfeccionar; relucir; resplandecer; refinar; aplanar; entretelar; satinar; aplastar; sacar brillo a; fregar; frotar; lustrar; encerar; abrillantar; pulimentar; dar lustre; dar brillo
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor smoothness (Engels) in het Spaans
smoothness:
Vertaal Matrix voor smoothness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | blandness; eloquence; fluency; suaveness; suavity |
Synoniemen voor "smoothness":
Antoniemen van "smoothness":
Verwante definities voor "smoothness":
smoothness vorm van smooth:
-
smooth (flat; level; even; uniform; coarse; unwavering; crude; vulgar; point blank; flatly; bluntly; close by; close)
suave; astuto; equilibrado; horizontal; apagado; monótono; igual; fino; a bocajarro; tajantemente; a sotavento-
suave bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
equilibrado bijvoeglijk naamwoord
-
horizontal bijvoeglijk naamwoord
-
apagado bijvoeglijk naamwoord
-
monótono bijvoeglijk naamwoord
-
igual bijvoeglijk naamwoord
-
fino bijvoeglijk naamwoord
-
a bocajarro bijvoeglijk naamwoord
-
tajantemente bijvoeglijk naamwoord
-
a sotavento bijvoeglijk naamwoord
-
-
smooth (streaming; fluently; fluent)
fluido; con soltura; desenvuelto-
fluido bijvoeglijk naamwoord
-
con soltura bijvoeglijk naamwoord
-
desenvuelto bijvoeglijk naamwoord
-
-
smooth (obscene; cunning; sleek; slithery; bald; smoothly; icy; slippery; immoral; lack of moral)
asqueroso; ladeado; inmoral; sucio; vil; escabroso; inclinado; adulador; abyecto; lluvioso; baboso; indecente; repulsivo; mal educado-
asqueroso bijvoeglijk naamwoord
-
ladeado bijvoeglijk naamwoord
-
inmoral bijvoeglijk naamwoord
-
sucio bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
escabroso bijvoeglijk naamwoord
-
inclinado bijvoeglijk naamwoord
-
adulador bijvoeglijk naamwoord
-
abyecto bijvoeglijk naamwoord
-
lluvioso bijvoeglijk naamwoord
-
baboso bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
repulsivo bijvoeglijk naamwoord
-
mal educado bijvoeglijk naamwoord
-
-
smooth
-
smooth
liso; terso; sin arrugas-
liso bijvoeglijk naamwoord
-
terso bijvoeglijk naamwoord
-
sin arrugas bijvoeglijk naamwoord
-
-
to smooth (grate; plane)
-
to smooth (egalize; even; polish)
planchar; pulir; igualar; allanar; alisar; nivelar; hacer resplandecer; perfeccionar; relucir; resplandecer; refinar; aplanar; entretelar; satinar-
planchar werkwoord
-
pulir werkwoord
-
igualar werkwoord
-
allanar werkwoord
-
alisar werkwoord
-
nivelar werkwoord
-
hacer resplandecer werkwoord
-
perfeccionar werkwoord
-
relucir werkwoord
-
resplandecer werkwoord
-
refinar werkwoord
-
aplanar werkwoord
-
entretelar werkwoord
-
satinar werkwoord
-
-
to smooth (equalize; level up; level; level down; level out; equalise)
-
to smooth (flatten; level)
-
to smooth (polish)
sacar brillo a; fregar; frotar; pulir; lustrar; encerar; abrillantar; pulimentar; dar lustre; dar brillo-
sacar brillo a werkwoord
-
fregar werkwoord
-
frotar werkwoord
-
pulir werkwoord
-
lustrar werkwoord
-
encerar werkwoord
-
abrillantar werkwoord
-
pulimentar werkwoord
-
dar lustre werkwoord
-
dar brillo werkwoord
-
Conjugations for smooth:
present
- smooth
- smooth
- smooths
- smooth
- smooth
- smooth
simple past
- smoothed
- smoothed
- smoothed
- smoothed
- smoothed
- smoothed
present perfect
- have smoothed
- have smoothed
- has smoothed
- have smoothed
- have smoothed
- have smoothed
past continuous
- was smoothing
- were smoothing
- was smoothing
- were smoothing
- were smoothing
- were smoothing
future
- shall smooth
- will smooth
- will smooth
- shall smooth
- will smooth
- will smooth
continuous present
- am smoothing
- are smoothing
- is smoothing
- are smoothing
- are smoothing
- are smoothing
subjunctive
- be smoothed
- be smoothed
- be smoothed
- be smoothed
- be smoothed
- be smoothed
diverse
- smooth!
- let's smooth!
- smoothed
- smoothing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor smooth:
Verwante woorden van "smooth":
Synoniemen voor "smooth":
Antoniemen van "smooth":
Verwante definities voor "smooth":
Wiktionary: smooth
smooth
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• smooth | → fluido; fácil | ↔ vlot — gemakkelijk, eenvoudig, zonder veel problemen |
• smooth | → liso; raso; llano; plano | ↔ vlak — zonder bergen of dalen |
• smooth | → atusar; planchar; alisar | ↔ gladstrijken — door strijken glad of effen maken |
• smooth | → suave; liso | ↔ glad — egaal, met geringe ruwheid, slipperig |
• smooth | → plano; llano; liso; igual; fino | ↔ effen — glad van oppervlak |
• smooth | → liso | ↔ glatt — ohne Rauigkeiten und Unebenheiten |
• smooth | → suave | ↔ samtig — weich, dunkel tönend |
• smooth | → suavizar | ↔ adoucir — Rendre doux, tempérer l’âcreté de quelque chose d’aigre, de piquant, de salé. |
• smooth | → liso; lisa | ↔ lisse — Sans aspérité ni rayure. |
• smooth | → alisar | ↔ lisser — rendre lisse. |
• smooth | → llano; achatado; plano | ↔ plat — sans relief. |