Home ->Woordenboeken ->Engels/Spaans ->Vertaal servants

Vertaal servants van Engels naar Spaans

Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. servants:
  2. servant:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor servants (Engels) in het Spaans

servants:

servants [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the servants (steering; personnel; manpower; employees; staff)
    la conducción; el mando; el empleados; la plantilla; el personal; el asalariados
  2. the servants (subjects)
    el súbditos; la criadas; el personal doméstico; la asistenta
  3. the servants (employees; personnel; staff; manpower)
    el empleados; el personal; la plantilla; el asalariados
  4. the servants (maid servants; servant girls; maids)
    la sirvientas; la criadas
  5. the servants (domestic staff; domestic help)
    la criadas; la ayuda domestica; la asistenta domestica; el personal doméstico
  6. the servants (maids; domestics; domestic workers; domestic helpers)
    la criadas; el personal doméstico; la servidumbre; la asistenta
  7. the servants
    la servidumbre; la asistenta; la criadas; la sirvientes; el personal doméstico

Vertaal Matrix voor servants:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asalariados employees; manpower; personnel; servants; staff; steering
asistenta domestic help; domestic helpers; domestic staff; domestic workers; domestics; maids; servants; subjects assistant; charlady; charwoman; cleaning lady; cleaning woman; cleaning-person; female assistant; waiters
asistenta domestica domestic help; domestic staff; servants
ayuda domestica domestic help; domestic staff; servants
conducción employees; manpower; personnel; servants; staff; steering
criadas domestic help; domestic helpers; domestic staff; domestic workers; domestics; maid servants; maids; servant girls; servants; subjects servant
empleados employees; manpower; personnel; servants; staff; steering waiters
mando employees; manpower; personnel; servants; staff; steering assignment; board; board of directors; board of managers; cable; command; committee; cue; direction; foreman; front position; governing; instruction; lead; leading; management; motto; order; parole; ruling; shibboleth; supervision; taking the lead; wire
personal employees; manpower; personnel; servants; staff; steering manpower; service; serving; staff
personal doméstico domestic help; domestic helpers; domestic staff; domestic workers; domestics; maids; servants; subjects
plantilla employees; manpower; personnel; servants; staff; steering configuration; crew; document template; employees; formation; personnel; template; template file; virtual machine template; work force
servidumbre domestic help; domestic helpers; domestic staff; domestic workers; domestics; maids; servants bondage; complaisance; compliance; feudal system; feudalism; serfage; serfdom; subservience
sirvientas maid servants; maids; servant girls; servants
sirvientes servants auxiliairy staff
súbditos servants; subjects
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- staff of servants
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
personal individual; myself; native; paradigmatic; personal; personally; private; separate; subjective; with one's own hands

Verwante woorden van "servants":


servants vorm van servant:

servant [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the servant
    el yunta; el sirviente; el gañán; el peón; el criado
    • yunta [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sirviente [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gañán [el ~] zelfstandig naamwoord
    • peón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • criado [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. the servant
    el siervo; el sirviente; el criado; la asistencia; el peón; el servidor; el auxilio; el gañán; el ayudante
    • siervo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sirviente [el ~] zelfstandig naamwoord
    • criado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • asistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • peón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • servidor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • auxilio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gañán [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ayudante [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. the servant
    la criadas; el sirviento
  4. the servant
    la sirvienta
  5. the servant (valet; butler; lackey; )
    el peón; el criado; el conserje; el sirviente doméstico
  6. the servant (butler; lackey; valet)
    el lacayo; el criado de librea
  7. the servant (domestic)
    el mozo; el criado
    • mozo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • criado [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor servant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asistencia servant aid; alleviation; assistance; assuagement; benefit; care; charwoman; cleaning-person; co-operation; dole; facility; furnishing; help; helpfulness; maintenance; nursing; presence; procurement; providing; provision; relief; service; serving; social assistance; social security; support; unemployment benefit; welfare
auxilio servant aid; alleviation; assistance; assistant; assuagement; bystander; clerk; footman; help; helper; helpfulness; provision of services; relief; second servant; service; services; serving; social assistance; support; valet
ayudante servant accomplice; aid; aids; assistant; bystander; carriers; clerical assistant; clerical employee; clerk; confederate; couriers; delivery-men; employee; fellow worker; female assistant; footman; hand; help; helper; helping hands; laborer; labourer; manpower; member of staff; messengers; registrar; second servant; secretary; social assistance; staff member; valet; worker
conserje butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet attendant; bodyguard; caretaker; conservator; doorkeeper; doorman; footman; guard; hall porter; hired help; janitor; landlady; landlord; lodging-house keeper; manservant; porter; school porter; sentry; usher; valet; warder; watchman
criadas servant domestic help; domestic helpers; domestic staff; domestic workers; domestics; maid servants; maids; servant girls; servants; subjects
criado butler; chamber servant; domestic; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet apprentice; disciple; follower; footman; hired help; manservant; pupil; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher; valet
criado de librea butler; lackey; servant; valet
gañán servant apprentice; assistant; bystander; clerk; disciple; follower; footman; helper; hired help; manservant; pupil; second servant; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher; valet
lacayo butler; lackey; servant; valet
mozo domestic; servant apprentice; bellhop-boy; courier; messenger boy; pupil; sheperd's boy; student; table attendant; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher; waiter
peón butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet apprentice; disciple; follower; footman; hand; hired help; laborer; labourer; manservant; pawn; pupil; road-men; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher; unskilled worker; valet; worker; working man; workman
servidor servant assistant; bellhop-boy; bystander; clerk; footman; helper; network server; second servant; server; valet
siervo servant serf; slave
sirvienta servant baby; bint; child; housemaid; infant; little girl; waitress
sirviente servant apprentice; assistant; bystander; charlady; charwoman; cleaning lady; cleaning woman; clerk; disciple; follower; footman; helper; hired help; home help; manservant; pupil; second servant; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher; valet
sirviente doméstico butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
sirviento servant
yunta servant apprentice; disciple; follower; match pair; pupil; set; student; teacher-trainee; team; trainee; trainee-teacher
- handmaid; handmaiden; retainer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- domestic; domestic servant; maidservant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
siervo enslaved

Verwante woorden van "servant":


Synoniemen voor "servant":

  • retainer; worker
  • handmaid; handmaiden; subordinateness; subsidiarity

Verwante definities voor "servant":

  1. a person working in the service of another (especially in the household)1
  2. in a subordinate position1
    • the state cannot be a servant of the church1

Wiktionary: servant

servant
noun
  1. -
Cross Translation:
FromToVia
• servant → doméstico ↔ Domestik — veraltet, oft abwertend, meist im Plural: Dienstbote, Hausdiener
• servant → subordinada; subalterna ↔ Untergebene — weibliche Person, die einem anderen untergeben ist
• servant → sirviente; criado ↔ dienaar — iemand die in persoonlijke dienst van een meester is
• servant → sirviente; trabajador doméstico; empleado; criado ↔ bediende — iemand die eten en of drinken brengt in een horecagelegenheid
• servant → criado; sirviente; criada ↔ domestique — personnel d'intérieur assurant le service et les travaux ménagers.
• servant → criada ↔ servante — femme ou fille qui employer aux travaux du ménage et qui sert à gages.
• servant → criado; sirviente ↔ serviteur — Celui qui est au service d’une personne ou d’une collectivité.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van servants







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0647 seconde
Page rendered in 1.0 seconds