Schedule in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

schedule:
- tabla; lista; catálogo; registro; esquema de vuelo; programación
- programar
Wiktionary:
- schedule → horario, itinerario
- schedule → programar
- schedule → programa, datar, limitar, horario

Engels

Uitgebreide vertaling voor schedule (Engels) in het Spaans

schedule:

schedule [the ~] zelfstandig naamwoord

the schedule (table; list)
la tabla; la lista; el catálogo; el registro
- tabla [la ~] zelfstandig naamwoord
- lista [la ~] zelfstandig naamwoord
- catálogo [el ~] zelfstandig naamwoord
- registro [el ~] zelfstandig naamwoord
the schedule (flight schedule; time table)
el esquema de vuelo
- esquema de vuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
the schedule

– The timing and sequence of tasks within a project. ¹
la programación
- programación [la ~] zelfstandig naamwoord

to schedule werkwoord (schedules, scheduled, scheduling)

to schedule

– To program a computer to perform a specified action at a specified time and date. ¹
programar
- programar werkwoord

Conjugations for schedule:

present

schedule
schedule
schedules
schedule
schedule
schedule

simple past

scheduled
scheduled
scheduled
scheduled
scheduled
scheduled

present perfect

have scheduled
have scheduled
has scheduled
have scheduled
have scheduled
have scheduled

past continuous

was scheduling
were scheduling
was scheduling
were scheduling
were scheduling
were scheduling

future

shall schedule
will schedule
will schedule
shall schedule
will schedule
will schedule

continuous present

am scheduling
are scheduling
is scheduling
are scheduling
are scheduling
are scheduling

subjunctive

be scheduled
be scheduled
be scheduled
be scheduled
be scheduled
be scheduled

diverse

schedule!
let's schedule!
scheduled
scheduling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor schedule:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
catálogo	list; schedule; table	catalog; catalogue; list; record; report
esquema de vuelo	flight schedule; schedule; time table
lista	list; schedule; table	SharePoint list; list; record; report; statement; summary
programación	schedule	programing; programming
registro	list; schedule; table	allusion; enrollment; enrolment; entry; event logging; file; frisk; frisking; hint; index; innuendo; log; logging; phone index; publicity; record; recording; reference; register; registration; reservation; row; search; table of contents; writing-case
tabla	list; schedule; table	bars; board; bolts; cracker; drying frame; file; godsend; grate; index; lattice; lattice-works; noise level; plank; pleasant surprise; rack; register; screen; shelf; shelve; shelves; sive; sound intensity; sound level; sound volume; stroke of unexpected luck; table; trellis work; volume; windfall
-	agenda; docket
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
programar	schedule	contrive; devise; plan; plot; program; programme; set up

Verwante woorden van "schedule":

reschedule, scheduled, schedules

Synoniemen voor "schedule":

agenda; docket; plan; program; programme
list; listing
plan

Verwante definities voor "schedule":

a temporally organized plan for matters to be attended to²
an ordered list of times at which things are planned to occur²
plan for an activity or event²
- I've scheduled a concert next week²
make a schedule; plan the time and place for events²
- I scheduled an exam for this afternoon²
To program a computer to perform a specified action at a specified time and date.¹
The timing and sequence of tasks within a project.¹

Wiktionary: schedule

schedule

noun

time-based plan of events
- schedule → horario; itinerario

verb

To plan an activity at a specific date or time
- schedule → programar

Cross Translation:

From	To	Via
• schedule	→ programa	↔ Programm — alle Veranstaltungen, Darbietungen oder Aufführungen in zeitlich festgelegter Reihenfolge bei Theater, Oper, Kino, Rundfunk oder Ähnlichem
• schedule	→ datar; limitar	↔ terminieren — befristen
• schedule	→ horario	↔ dienstregeling — regeling van de vertrek- en aankomsttijden van openbaar vervoer
• schedule	→ horario	↔ horaire — Indicateur des heures de départ, de passage et d’arrivée des services de transport.

Verwante vertalingen van schedule

Remove Ads

Vertaal schedule van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor schedule (Engels) in het Spaans

schedule:

schedule [the ~] zelfstandig naamwoord

the schedule (table; list)

the schedule (flight schedule; time table)

the schedule

to schedule werkwoord (schedules, scheduled, scheduling)

to schedule

Conjugations for schedule:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor schedule:

Verwante woorden van "schedule":

Synoniemen voor "schedule":

Verwante definities voor "schedule":

Wiktionary: schedule

Verwante vertalingen van schedule