Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- readiness:
-
ready:
- pasado; terminado; listo; pronto; completo; llevado a cabo; perfecto; acabado; concluído; realizado; efectuado; preparado; ultimado; concluido; cocido; indulgente; dúctil; manejable; condescendiente; obsequioso; obediente; flexible; complaciente; dócil; elástico; benévolo; servicial; oficioso; inclinado a perdonar; dispuesto; inclinado
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor readiness (Engels) in het Spaans
readiness:
-
the readiness (willingness; helpfulness)
la complacencia -
the readiness (preparedness; willingness)
la disposición
-
readiness (willing; lenient; obliging; ready)
benévolo; servicial; indulgente; complaciente; oficioso; inclinado a perdonar-
benévolo bijvoeglijk naamwoord
-
servicial bijvoeglijk naamwoord
-
indulgente bijvoeglijk naamwoord
-
complaciente bijvoeglijk naamwoord
-
oficioso bijvoeglijk naamwoord
-
inclinado a perdonar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor readiness:
Verwante woorden van "readiness":
Synoniemen voor "readiness":
Verwante definities voor "readiness":
Wiktionary: readiness
readiness
Cross Translation:
noun
-
state or degree of being ready
- readiness → preparación
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• readiness | → prisa | ↔ empressement — action de s’empresser. |
readiness vorm van ready:
-
ready (completed; over; finished; accomplished; out; prepared; ready for use; achieved; concluded; evident; clear)
pasado; terminado; listo; pronto; completo; llevado a cabo; perfecto; acabado; concluído; realizado; efectuado-
pasado bijvoeglijk naamwoord
-
terminado bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
pronto bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
llevado a cabo bijvoeglijk naamwoord
-
perfecto bijvoeglijk naamwoord
-
acabado bijvoeglijk naamwoord
-
concluído bijvoeglijk naamwoord
-
realizado bijvoeglijk naamwoord
-
efectuado bijvoeglijk naamwoord
-
-
ready (complete; over; accomplished; finished; achieved; completed)
terminado; listo; llevado a cabo; completo; acabado; realizado; preparado; efectuado; ultimado; concluido-
terminado bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
llevado a cabo bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
acabado bijvoeglijk naamwoord
-
realizado bijvoeglijk naamwoord
-
preparado bijvoeglijk naamwoord
-
efectuado bijvoeglijk naamwoord
-
ultimado bijvoeglijk naamwoord
-
concluido bijvoeglijk naamwoord
-
-
ready (prepared; ready for use)
-
ready (cooked-through; done; finished; over)
-
ready (accommodating; submissive; compliant; complaisant; tolerant; willing; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate)
indulgente; dúctil; manejable; condescendiente; obsequioso; obediente; flexible; complaciente; dócil; elástico-
indulgente bijvoeglijk naamwoord
-
dúctil bijvoeglijk naamwoord
-
manejable bijvoeglijk naamwoord
-
condescendiente bijvoeglijk naamwoord
-
obsequioso bijvoeglijk naamwoord
-
obediente bijvoeglijk naamwoord
-
flexible bijvoeglijk naamwoord
-
complaciente bijvoeglijk naamwoord
-
dócil bijvoeglijk naamwoord
-
elástico bijvoeglijk naamwoord
-
-
ready (willing; lenient; obliging; readiness)
benévolo; servicial; indulgente; complaciente; oficioso; inclinado a perdonar-
benévolo bijvoeglijk naamwoord
-
servicial bijvoeglijk naamwoord
-
indulgente bijvoeglijk naamwoord
-
complaciente bijvoeglijk naamwoord
-
oficioso bijvoeglijk naamwoord
-
inclinado a perdonar bijvoeglijk naamwoord
-
-
ready (willing)
Vertaal Matrix voor ready:
Verwante woorden van "ready":
Synoniemen voor "ready":
Antoniemen van "ready":
Verwante definities voor "ready":
Wiktionary: ready
ready
Cross Translation:
adjective
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ready | → terminado | ↔ klaar — in gereedheid gebracht, gereed |
• ready | → servicial | ↔ dienstwillig — tot dienst bereid |
• ready | → listo; preparado; dispuesto | ↔ bereit — auf etwas vorbereiten, mit der Vorbereitung fertig |
• ready | → listo | ↔ betriebsbereit — fähig, betreiben zu werden |
• ready | → acabado; listo | ↔ fertig — abgeschlossen; beendet; zu Ende geführt; komplett |
• ready | → a punto | ↔ parat — bereit, fertig |
• ready | → preparar; disponer | ↔ apprêter — préparer, mettre en état. |
• ready | → listo; dispuesto; preparado | ↔ prêt — Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc... (Sens général). |
Computer vertaling door derden: