Raging in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

raging:
- furioso; enfurecido
rag:
- trapito; guiñapo; paño; trapo; harapo; lapón; andrajo; trapo viejo
rage:
- moda; manía; obsesión; rabia; ira; enfado; enojo; cólera; furia; tontería; disparate; furor; disgusto; maldad; indignación
- rabiar; bramar; despotricar; vociferar; chillar; encolerizarse; enfurecerse; zarpar; ajear; imprecar; blasfemar; tronar; refunfuñar; desentonar; despotricar contra; soltar palabrotas; lanzar blasfemias; soltar un taco; agredir de palabra; rugir; insultar; hacer estragos; maldecir; renegar; desatarse contra; estar malhablado
Wiktionary:
- raging → furioso, furia, enyegüecido, durisimo, piedra, enfurecido
- rag → jirón, trapo
- rag → harapo, trapo, papel, andrajo, lienzo, paño, trozo
- rage → rabia
- rage → cólera, coraje, furor, rabia, ira, furia, amonestar, reprender, reprobar, vituperar, reprochar, regañar, amenazar, reñir

Engels

Uitgebreide vertaling voor raging (Engels) in het Spaans

raging:

raging bijvoeglijk naamwoord

raging (furious; mad; upset; annoyed; enraged; fierce; infuriated; irate)
furioso; enfurecido
- furioso bijvoeglijk naamwoord
- enfurecido bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor raging:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
furioso		madcap; madman
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	angry; furious; hot; tempestuous; wild
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	furious
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enfurecido	annoyed; enraged; fierce; furious; infuriated; irate; mad; raging; upset	angry; bitter; blazing; enraged; fierce; fiery; furious; glaring; indignant; irate; livid; savage; seething; sharp; virulent; wild
furioso	annoyed; enraged; fierce; furious; infuriated; irate; mad; raging; upset	angry; bitter; blazing; crazy; daft; embittered; enraged; exasperated; fierce; fiery; foolish; funny; furious; glaring; grim; idiotic; indignant; insane; irate; livid; mad; odd; pissed off; quick tempered; ridiculous; savage; seething; sharp; silly; stupid; sullen; very angry; virulent; wild; wrathful

Verwante woorden van "raging":

ragingly, rag

Synoniemen voor "raging":

hot; violent
intense
angry; furious; tempestuous; wild; stormy

Verwante definities voor "raging":

(of the elements) as if showing violent anger¹
- the raging sea¹
very severe¹
- a raging thirst¹
- a raging toothache¹
characterized by violent and forceful activity or movement; very intense¹
- a raging battle¹
- the river became a raging torrent¹

Wiktionary: raging

raging

adjective

volatile
- raging → furioso; furia
erection
- raging → enyegüecido; durisimo; piedra; enfurecido

raging vorm van rag:

rag [the ~] zelfstandig naamwoord

the rag (piece of cloth)

– a small piece of cloth or paper ¹
el trapito
- trapito [el ~] zelfstandig naamwoord
the rag

– a small piece of cloth or paper ¹
el guiñapo; el paño; el trapo; el harapo; el trapito; el lapón
- guiñapo [el ~] zelfstandig naamwoord
- paño [el ~] zelfstandig naamwoord
- trapo [el ~] zelfstandig naamwoord
- harapo [el ~] zelfstandig naamwoord
- trapito [el ~] zelfstandig naamwoord
- lapón [el ~] zelfstandig naamwoord
the rag (scrap; tatter; dollop; daub; piece of junk; piece of trash)
el andrajo; el trapo viejo
- andrajo [el ~] zelfstandig naamwoord
- trapo viejo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rag:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
andrajo	daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter
guiñapo	rag
harapo	rag
lapón	rag	cloth
paño	rag	cloth
trapito	piece of cloth; rag	rags; togs
trapo	rag	cloth
trapo viejo	daub; dollop; piece of junk; piece of trash; rag; scrap; tatter
-	rag week; ragtime; sheet; shred; tabloid; tag; tag end; tatter
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bawl out; bedevil; berate; call down; call on the carpet; chide; crucify; dress down; dun; frustrate; jaw; lecture; rebuke; reprimand; reproof; scold; take to task; torment; trounce
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	patch
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lapón		Lapp; from Lapland

Verwante woorden van "rag":

raging, rags

Synoniemen voor "rag":

shred; tag; tag end; tatter; piece of cloth; piece of material
rag week; week; hebdomad
ragtime; dance music; danceroom music; ballroom music
tabloid; sheet; newspaper; paper
practical joke
torment; bedevil; crucify; dun; frustrate; harass; hassle; harry; chivy; chivvy; chevy; chevvy; beset; plague; molest; provoke
annoy; get to; bother; get at; irritate; rile; nark; nettle; gravel; vex; chafe; devil; displease
play; spiel
tease; razz; cod; tantalize; tantalise; bait; taunt; twit; rally; ride; mock; bemock
call on the carpet; take to task; rebuke; trounce; reproof; lecture; reprimand; jaw; dress down; call down; scold; chide; berate; bawl out; remonstrate; chew out; chew up; have words; lambaste; lambast; knock; criticize; criticise; pick apart
break up; fragment; fragmentize; fragmentise

Verwante definities voor "rag":

a boisterous practical joke (especially by college students)¹
a small piece of cloth or paper¹
newspaper with half-size pages¹
music with a syncopated melody (usually for the piano)¹
a week at British universities during which side-shows and processions of floats are organized to raise money for charities¹
break into lumps before sorting¹
- rag ore¹
censure severely or angrily¹
- The deputy ragged the Prime Minister¹
play in ragtime¹
- rag that old tune¹
treat cruelly¹
Irregularity along the left or right edge of a set of lines of text on a printed page. Rag complements justification, in which one or both edges of the text form a straight vertical line.²

Wiktionary: rag

rag

noun

piece of cloth
- rag → jirón; trapo

Cross Translation:

From	To	Via
• rag	→ harapo; trapo	↔ vod — een versleten stuk weefsel
• rag	→ trapo; harapo	↔ lor — vod, oude lap
• rag	→ trapo	↔ Lappen — relativ kleines Stück aus Leder oder Stoff
• rag	→ papel	↔ canard — Journal d’actualité
• rag	→ trapo; harapo	↔ chiffon — Mauvais linge
• rag	→ andrajo; harapo	↔ haillon — Lambeau
• rag	→ harapo; trapo	↔ lambeau — morceau d’une étoffe déchirer.
• rag	→ lienzo; paño; trapo; trozo	↔ linge — tissu de fil ou de coton servir à l’usage du corps ou à des emplois domestiques.

raging vorm van rage:

rage [the ~] zelfstandig naamwoord

the rage (mania; fad; craze)
la moda; la manía; la obsesión
- moda [la ~] zelfstandig naamwoord
- manía [la ~] zelfstandig naamwoord
- obsesión [la ~] zelfstandig naamwoord
the rage (anger; wrath; fury)
la rabia; la ira; el enfado; el enojo; la cólera; la furia
- rabia [la ~] zelfstandig naamwoord
- ira [la ~] zelfstandig naamwoord
- enfado [el ~] zelfstandig naamwoord
- enojo [el ~] zelfstandig naamwoord
- cólera [la ~] zelfstandig naamwoord
- furia [la ~] zelfstandig naamwoord
the rage (fury; frenzy)
la furia; la rabia; la tontería; el disparate
- furia [la ~] zelfstandig naamwoord
- rabia [la ~] zelfstandig naamwoord
- tontería [la ~] zelfstandig naamwoord
- disparate [el ~] zelfstandig naamwoord
the rage (wrath; anger; fury)
el enojo; la cólera; el furor; la rabia; el enfado; el disgusto; la furia; la maldad; la indignación
- enojo [el ~] zelfstandig naamwoord
- cólera [la ~] zelfstandig naamwoord
- furor [el ~] zelfstandig naamwoord
- rabia [la ~] zelfstandig naamwoord
- enfado [el ~] zelfstandig naamwoord
- disgusto [el ~] zelfstandig naamwoord
- furia [la ~] zelfstandig naamwoord
- maldad [la ~] zelfstandig naamwoord
- indignación [la ~] zelfstandig naamwoord

to rage werkwoord (rages, raging)

to rage (storm; thunder)
rabiar
- rabiar werkwoord
to rage (rant & rage; rant; scream; yell; bawl; let someone have it)
bramar; despotricar; vociferar
- bramar werkwoord
- despotricar werkwoord
- vociferar werkwoord
to rage (bawl; shout; scream; yell; bark; roar; bellow; shriek; rant; boom; cry out; cry)
chillar; encolerizarse; enfurecerse; zarpar; ajear; despotricar; imprecar; blasfemar; tronar; refunfuñar; bramar; vociferar; desentonar; despotricar contra; soltar palabrotas; lanzar blasfemias; soltar un taco; agredir de palabra
- chillar werkwoord
- encolerizarse werkwoord
- enfurecerse werkwoord
- zarpar werkwoord
- ajear werkwoord
- despotricar werkwoord
- imprecar werkwoord
- blasfemar werkwoord
- tronar werkwoord
- refunfuñar werkwoord
- bramar werkwoord
- vociferar werkwoord
- desentonar werkwoord
- despotricar contra werkwoord
- soltar palabrotas werkwoord
- lanzar blasfemias werkwoord
- soltar un taco werkwoord
- agredir de palabra werkwoord
to rage (storm; rave; rant; scream; thunder; bawl; be furious; yell)
rabiar; soltar palabrotas; despotricar contra; lanzar blasfemias; agredir de palabra
- rabiar werkwoord
- soltar palabrotas werkwoord
- despotricar contra werkwoord
- lanzar blasfemias werkwoord
- agredir de palabra werkwoord
to rage (curse; swear; storm)
rugir; insultar; hacer estragos; maldecir; renegar; rabiar; refunfuñar; desentonar; vociferar; despotricar; blasfemar; imprecar; soltar palabrotas; lanzar blasfemias; soltar un taco
- rugir werkwoord
- insultar werkwoord
- hacer estragos werkwoord
- maldecir werkwoord
- renegar werkwoord
- rabiar werkwoord
- refunfuñar werkwoord
- desentonar werkwoord
- vociferar werkwoord
- despotricar werkwoord
- blasfemar werkwoord
- imprecar werkwoord
- soltar palabrotas werkwoord
- lanzar blasfemias werkwoord
- soltar un taco werkwoord
to rage (go off the deep end; rave; to be furious; storm; thunder)
desatarse contra
- desatarse contra werkwoord
to rage (talk smut; rant; yell; bawl; let someone have it; use obscene language)
enfurecerse; encolerizarse; estar malhablado
- enfurecerse werkwoord
- encolerizarse werkwoord
- estar malhablado werkwoord

Conjugations for rage:

present

rage
rage
rages
rage
rage
rage

simple past

rages
rages
rages
rages
rages
rages

present perfect

have rages
have rages
has rages
have rages
have rages
have rages

past continuous

was raging
were raging
was raging
were raging
were raging
were raging

future

shall rage
will rage
will rage
shall rage
will rage
will rage

continuous present

am raging
are raging
is raging
are raging
are raging
are raging

subjunctive

be rages
be rages
be rages
be rages
be rages
be rages

diverse

rage!
let's rage!
rages
raging

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor rage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chillar		shout
cólera	anger; fury; rage; wrath	anger; cholera; wrath
desatarse contra		falling out with; snapping; snubbing
disgusto	anger; fury; rage; wrath	anger; antipathy; aversion; discomfort; discontent; discontentedness; discord; disgruntlement; disinclination; dislike; displeasure; dissatisfaction; distaste; distress; feeling broken hearted; grief; hackle; heartache; heartbreak; ill-pleasure; irritability; irritation; malcontentedness; misery; pain; pangs of love; pique; reluctance; revulsion; sadness; sorrow; unpleasantness; wrath
disparate	frenzy; fury; rage	backwardness; blunder; foolishness; madness; mental illness; preposterousness; retardation; rubbish
encolerizarse		flare up; flying up
enfado	anger; fury; rage; wrath	anger; malignity; venomousness; viciousness; virulence; wrath
enojo	anger; fury; rage; wrath	anger; peevishness; pique; spite; surliness; testiness; tetchiness; wrath
furia	anger; frenzy; fury; rage; wrath	anger; grimness; wrath
furor	anger; fury; rage; wrath	anger; furore; grimness; wrath
indignación	anger; fury; rage; wrath	anger; indignation; wrath
insultar		falling out with; snapping; snubbing
ira	anger; fury; rage; wrath	anger; grimness; wrath
maldad	anger; fury; rage; wrath	Beelzebuub; Lord of Evil; Lucifer; Prince of Darkness; Satan; anger; crookedness; cunning; daemon; demon; devil; malignity; nastiness; shrewdness; slyness; venomousness; viciousness; virulence; wickedness; wrath
manía	craze; fad; mania; rage	caprice; craze; exaggerated love; fancy; mania; mood; nervous tremor; quirk; spur of the moment; tic; whim
moda	craze; fad; mania; rage	fashion; trend
obsesión	craze; fad; mania; rage	craze; exaggerated love; fixation; fixed idea; hang-up; mania; obsession; passion; zeal
rabia	anger; frenzy; fury; rage; wrath	anger; bad temper; canine madness; craziness; derangement; fieriness; folly; foolishness; grimness; hydrophobia; idiocy; inanity; insanity; lunacy; madness; mental derangement; mental illness; rabies; vehemence; wrath
tontería	frenzy; fury; rage	a piece of cake; backwardness; bagatelle; banter; child's play; dullness; folly; foolishness; futility; idiocy; inconsiderateness; jerkin; madness; mental illness; nonsense; preposterousness; rashness; retardation; rubbish; sheepishness; silliness; silly joke; small affair; small matter; small thing; something unimportant; staggers; stupidity; tattle; thougtlessness; trifle; vapidity
-	craze; cult; fad; furor; furore; fury; madness; passion
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agredir de palabra	bark; bawl; be furious; bellow; boom; cry; cry out; rage; rant; rave; roar; scream; shout; shriek; storm; thunder; yell	bawl; curse; grumble; swear
ajear	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; yell	bawl; curse; grumble; swear
blasfemar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; curse; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; yell	abuse; bawl; call someone names; curse; defamate; gossip; grumble; malign; revile; slander; speak badly; swear
bramar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; let someone have it; rage; rant; rant & rage; roar; scream; shout; shriek; yell	bawl; bellow; boo; cry; curse; grumble; howl; let on; roar; shout; shriek; squeal; swear; tell tales; whine; yell
chillar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; yell	bawl; beep; bellow; blare; boo; call; chirp; clatter; claw; complain; cry; cry out; grate; grumble; howl; let on; lisp; paw; rant; rasp; rattle; roar; rustle; scrape; scratch; scream; screech; shout; shout out loud; shriek; speak with a lisp; squawk; squeak; squeal; tell tales; tweet; twitter; wail; whimper; whine; whinge; whisper; whizz; whoosh; yammer; yell
desatarse contra	go off the deep end; rage; rave; storm; thunder; to be furious	bawl; curse; grumble; let someone have it; swear; yell
desentonar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; curse; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; yell	bawl; be furious; curse; grumble; swear
despotricar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; curse; let someone have it; rage; rant; rant & rage; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; yell	bawl; curse; grumble; swear
despotricar contra	bark; bawl; be furious; bellow; boom; cry; cry out; rage; rant; rave; roar; scream; shout; shriek; storm; thunder; yell	bawl; curse; grumble; swear
encolerizarse	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; let someone have it; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; talk smut; use obscene language; yell	bawl; burst with anger; fly up; let someone have it; yell
enfurecerse	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; let someone have it; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; talk smut; use obscene language; yell	bawl; curse; get angry; grumble; let someone have it; swear; yell
estar malhablado	bawl; let someone have it; rage; rant; talk smut; use obscene language; yell
hacer estragos	curse; rage; storm; swear	bawl; bellow; cry out; curse; grumble; roar; scream; shout; shriek; swear; yell
imprecar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; curse; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; yell	bawl; curse; damn; grumble
insultar	curse; rage; storm; swear	abuse; bawl; call names; call someone names; curse; defamate; grumble; jeer; jeer at; scoff at; slander; swear; taunt
lanzar blasfemias	bark; bawl; be furious; bellow; boom; cry; cry out; curse; rage; rant; rave; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; thunder; yell	bawl; call someone names; curse; grumble; let someone have it; swear; yell
maldecir	curse; rage; storm; swear	bawl; be furious; call someone names; condemn; curse; damn; gossip; grumble; speak badly; swear
rabiar	bawl; be furious; curse; rage; rant; rave; scream; storm; swear; thunder; yell	bawl; be furious; chase; grumble; let someone have it; yell
refunfuñar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; curse; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; yell	bawl; be furious; bluster; curse; fight back; grouse; growl; grumble; let someone have it; resist; snarl; struggle; swear; twaddle; whine; yell
renegar	curse; rage; storm; swear	bawl; curse; grumble; swear; twaddle; whine
rugir	curse; rage; storm; swear	bellow; cry; curse; grouse; grumble; howl; let on; roar; shout; shriek; squeal; swear; tell tales; whine; yell
soltar palabrotas	bark; bawl; be furious; bellow; boom; cry; cry out; curse; rage; rant; rave; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; thunder; yell	curse; swear
soltar un taco	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; curse; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; yell
tronar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; yell	bang; bawl; boom; chuck down; crack; curse; echo; fling down; flop; grumble; pop; resound; reverberate; sound; swear
vociferar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; curse; let someone have it; rage; rant; rant & rage; roar; scream; shout; shriek; storm; swear; yell	bawl; bellow; blare; clatter; cry; curse; exult; grumble; howl; jubilate; let on; let someone have it; rant; roar; scream; screech; shout; shriek; squawk; squeal; swear; tell tales; whine; yell
zarpar	bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; yell	bawl; curse; depart; grease; grumble; leave; leave for; let someone have it; rub in; sail; set out; set sail; smear; start; swear; take off; travel; yell
-	ramp; storm
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	be prevalent; be rife

Verwante woorden van "rage":

rages

Synoniemen voor "rage":

fury; madness; anger; choler; ire
angriness
passion; desire
violence
fad; craze; furor; furore; cult; fashion
ramp; storm; act; behave; do
be

Verwante definities voor "rage":

an interest followed with exaggerated zeal¹
- it was all the rage that season¹
a feeling of intense anger¹
- his face turned red with rage¹
violent state of the elements¹
- the sea hurled itself in thundering rage against the rocks¹
a state of extreme anger¹
- she fell into a rage and refused to answer¹
something that is desired intensely¹
- his rage for fame destroyed him¹
feel intense anger¹
be violent; as of fires and storms¹
behave violently, as if in state of a great anger¹

Wiktionary: rage

rage

noun

a violent anger
- rage → rabia

Cross Translation:

From	To	Via
• rage	→ cólera; coraje; furor; rabia	↔ Wut — starke Gemütserregung, ein Gefühl großen Ärgers, oft in Verbindung mit aggressivem Verhalten
• rage	→ ira; furor; cólera	↔ Zorn — starkes und heftiges Gefühl, das negativ gegen etwas oder jemanden gerichtet ist
• rage	→ cólera; furia; rabia; ira	↔ woede — een gevoel van erge kwaadheid
• rage	→ cólera; ira; furor	↔ colère — réaction vif et parfois violente contre ce qui blesser un sentiment.
• rage	→ furor	↔ fureur — égarement d’esprit qui tenir de la rage et de la frénésie.
• rage	→ amonestar; reprender; reprobar; vituperar; reprochar; regañar; amenazar; reñir	↔ gronder — Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent.

Verwante vertalingen van raging

raging out

Remove Ads

Vertaal raging van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor raging (Engels) in het Spaans

raging:

raging bijvoeglijk naamwoord

raging (furious; mad; upset; annoyed; enraged; fierce; infuriated; irate)

Vertaal Matrix voor raging:

Verwante woorden van "raging":

Synoniemen voor "raging":

Verwante definities voor "raging":

Wiktionary: raging

raging vorm van rag:

rag [the ~] zelfstandig naamwoord

the rag (piece of cloth)

the rag

the rag (scrap; tatter; dollop; daub; piece of junk; piece of trash)

Vertaal Matrix voor rag:

Verwante woorden van "rag":

Synoniemen voor "rag":

Verwante definities voor "rag":

Wiktionary: rag

raging vorm van rage:

rage [the ~] zelfstandig naamwoord

the rage (mania; fad; craze)

the rage (anger; wrath; fury)

the rage (fury; frenzy)

the rage (wrath; anger; fury)

to rage werkwoord (rages, raging)

to rage (storm; thunder)

to rage (rant & rage; rant; scream; yell; bawl; let someone have it)

to rage (bawl; shout; scream; yell; bark; roar; bellow; shriek; rant; boom; cry out; cry)

to rage (storm; rave; rant; scream; thunder; bawl; be furious; yell)

to rage (curse; swear; storm)

to rage (go off the deep end; rave; to be furious; storm; thunder)

to rage (talk smut; rant; yell; bawl; let someone have it; use obscene language)

Conjugations for rage:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor rage:

Verwante woorden van "rage":

Synoniemen voor "rage":

Verwante definities voor "rage":

Wiktionary: rage

Verwante vertalingen van raging