Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. piss:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor piss (Engels) in het Spaans

piss:

piss [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the piss (urine)
    la orina; la orines
    • orina [la ~] zelfstandig naamwoord
    • orines [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor piss:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orina piss; urine
orines piss; urine
- pee; peeing; piddle; pissing; urine; water; weewee

Verwante woorden van "piss":


Synoniemen voor "piss":


Verwante definities voor "piss":

  1. informal terms for urination1
  2. liquid excretory product1

Wiktionary: piss

piss
noun
  1. urine
verb
  1. (vulgar) to urinate

Cross Translation:
FromToVia
piss empapar de meado; mear pissen — plassen
piss empapar de meado; mear miegen — wateren, urineren
piss echar una meada; mear pissen — (umgangssprachlich) die Blase entleeren
piss mear pisser — Uriner
piss orina urine — biologie|fr liquide dû à la filtration du sang par les reins et conduit par les uretères dans la vessie, puis évacuer par le canal de l’urètre.

Verwante vertalingen van piss