Home ->Woordenboeken ->Engels/Spaans ->Vertaal peeled

Vertaal peeled van Engels naar Spaans

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

peel:
- piel; cáscara
- pelar; sacar la piel; quitar la piel a; mondar; pelarse; despellejarse; mudar la piel; desconcharse; descascarrillarse
Wiktionary:
- peel → pelar
- peel → cáscara
- peel → despellejarse, piel, cáscara, descascarillarse, desconcharse, hurtar, sustraer, descortezar, pelar, despojar, mondar, descubrir, ralladura, corteza

Engels

Uitgebreide vertaling voor peeled (Engels) in het Spaans

peeled:

Vertaal Matrix voor peeled:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bare-ass; bare-assed; in the altogether; in the buff; in the raw; naked as a jaybird; raw; stark naked

Synoniemen voor "peeled":

bare-assed; bare-ass; in the altogether; in the buff; in the raw; raw; naked as a jaybird; stark naked; unclothed

Verwante definities voor "peeled":

(used informally) completely unclothed¹

peel:

peel [the ~] zelfstandig naamwoord

the peel (rind; shell; skin)
la piel; la cáscara
- piel [la ~] zelfstandig naamwoord
- cáscara [la ~] zelfstandig naamwoord

to peel werkwoord (peels, peeled, peeling)

to peel (skin; rind)
pelar; sacar la piel; quitar la piel a; mondar
- pelar werkwoord
- sacar la piel werkwoord
- quitar la piel a werkwoord
- mondar werkwoord
to peel
pelar; mondar
- pelar werkwoord
- mondar werkwoord
to peel (skin)
pelarse; despellejarse; mudar la piel
- pelarse werkwoord
- despellejarse werkwoord
- mudar la piel werkwoord
to peel (flake)
desconcharse; descascarrillarse
- desconcharse werkwoord
- descascarrillarse werkwoord

Conjugations for peel:

present

peel
peel
peels
peel
peel
peel

simple past

peeled
peeled
peeled
peeled
peeled
peeled

present perfect

have peeled
have peeled
has peeled
have peeled
have peeled
have peeled

past continuous

was peeling
were peeling
was peeling
were peeling
were peeling
were peeling

future

shall peel
will peel
will peel
shall peel
will peel
will peel

continuous present

am peeling
are peeling
is peeling
are peeling
are peeling
are peeling

subjunctive

be peeled
be peeled
be peeled
be peeled
be peeled
be peeled

diverse

peel!
let's peel!
peeled
peeling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor peel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cáscara	peel; rind; shell; skin	hull; husk; scallop; shell; wrapper
desconcharse		peeling
pelar		peeling
piel	peel; rind; shell; skin	coat; fur; fur boa; fur scarf; hide; pelt; shell; skin; wrapper
-	skin
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
descascarrillarse	flake; peel
desconcharse	flake; peel	blister; flake; peel off; scale off
despellejarse	peel; skin	flake; peel off; scale off
mondar	peel; rind; skin	peel potatoes
mudar la piel	peel; skin
pelar	peel; rind; skin	debark; flake; fleece; graze; peel off; peel potatoes; scale off; skin; strip
pelarse	peel; skin
quitar la piel a	peel; rind; skin
sacar la piel	peel; rind; skin
-	discase; disrobe; flake; flake off; pare; peel off; skin; strip; strip down; uncase; unclothe; undress

Verwante woorden van "peel":

peeling, peels

Synoniemen voor "peel":

skin; rind; plant tissue
Peel; Robert Peel; Sir Robert Peel; politician; politico; pol; political leader
rind
skin; pare; strip
peel off; flake off; flake; chip; chip off; come off; break away; break off
undress; discase; uncase; unclothe; strip; strip down; disrobe; take off

Antoniemen van "peel":

dress

Verwante definities voor "peel":

the rind of a fruit or vegetable¹
get undressed¹
come off in flakes or thin small pieces¹
- The paint in my house is peeling off¹
strip the skin off¹

Wiktionary: peel

peel

verb

to remove skin
- peel → pelar

noun

skin of a fruit
- peel → cáscara

Cross Translation:

From	To	Via
• peel	→ despellejarse	↔ vervellen — oude huid afwerpen om daarmee nieuwe onderliggende huid bloot te stellen
• peel	→ piel	↔ Pelle — norddeutsch, insbesondere auf Essware bezogen: die Schale von Obst, Gemüse, Eiern, die Hülle der Wurst und Ähnlichem; die Haut von gebratenem Fleisch und Fisch, auch: menschliche oder tierische Haut, Oberbekleidung
• peel	→ cáscara; piel	↔ Schale — eine feste Schutzhülle bei Frucht, Samen, Vogeleiern, Lebensmitteln
• peel	→ descascarillarse; desconcharse	↔ abblättern — (intransitiv) sich in dünnen Blättchen ablösen
• peel	→ hurtar; sustraer; descortezar; pelar; despojar; mondar; descubrir	↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens
• peel	→ pelar	↔ peler — Enlever la peau
• peel	→ cáscara; piel; ralladura	↔ zeste — Partie mince de l’écorce
• peel	→ corteza	↔ écorce — Enveloppe de certains fruits

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University