Multiplier in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

multiplier:
- reproductor; factor; multiplicador
multiply:
- multiplicar; reproducirse; reproducir; duplicar; multicopiar; procrearse; acumular; acumularse; amontonarse; apilarse; copiar a ciclostil
Wiktionary:
- multiplier → multiplicador
- multiply → multiplicar
- multiply → multiplicar

Engels

Uitgebreide vertaling voor multiplier (Engels) in het Spaans

multiplier:

multiplier [the ~] zelfstandig naamwoord

the multiplier
el reproductor; el factor; el multiplicador
- reproductor [el ~] zelfstandig naamwoord
- factor [el ~] zelfstandig naamwoord
- multiplicador [el ~] zelfstandig naamwoord
the multiplier

– In arithmetic, the number that indicates how many times another number (the multiplicand) is multiplied. ¹
el multiplicador
- multiplicador [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor multiplier:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
factor	multiplier	factor
multiplicador	multiplier
reproductor	multiplier	player
-	multiplier factor

Verwante woorden van "multiplier":

multipliers

Synoniemen voor "multiplier":

multiplier factor; number

Verwante definities voor "multiplier":

the number by which a multiplicand is multiplied²
In arithmetic, the number that indicates how many times another number (the multiplicand) is multiplied.¹

Wiktionary: multiplier

Cross Translation:

From	To	Via
• multiplier	→ multiplicador	↔ vermenigvuldiger — getal waarmee men vermenigvuldigt

multiplier vorm van multiply:

to multiply werkwoord (multiplies, multiplied, multiplying)

to multiply (duplicate)
multiplicar; reproducirse; reproducir
- multiplicar werkwoord
- reproducirse werkwoord
- reproducir werkwoord
to multiply (duplicate)
duplicar; multicopiar
- duplicar werkwoord
- multicopiar werkwoord
to multiply (reproduce)
procrearse; acumular; multiplicar; acumularse; amontonarse; apilarse
- procrearse werkwoord
- acumular werkwoord
- multiplicar werkwoord
- acumularse werkwoord
- amontonarse werkwoord
- apilarse werkwoord
to multiply (stencil; duplicate)
multicopiar; copiar a ciclostil
- multicopiar werkwoord
- copiar a ciclostil werkwoord
to multiply (augment; expand; increase; accumulate; stow)
acumular; acumularse
- acumular werkwoord
- acumularse werkwoord

Conjugations for multiply:

present

multiply
multiply
multiplies
multiply
multiply
multiply

simple past

multiplied
multiplied
multiplied
multiplied
multiplied
multiplied

present perfect

have multiplied
have multiplied
has multiplied
have multiplied
have multiplied
have multiplied

past continuous

was multiplying
were multiplying
was multiplying
were multiplying
were multiplying
were multiplying

future

shall multiply
will multiply
will multiply
shall multiply
will multiply
will multiply

continuous present

am multiplying
are multiplying
is multiplying
are multiplying
are multiplying
are multiplying

subjunctive

be multiplied
be multiplied
be multiplied
be multiplied
be multiplied
be multiplied

diverse

multiply!
let's multiply!
multiplied
multiplying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor multiply:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acumular	accumulate; augment; expand; increase; multiply; reproduce; stow	accumulate; bank; collect; gather; gather together; glean; heap up; horde; mount up; pack together; pack up; pick up; pile up; place upon; put money in the bank; range together; roll up; save; scrape together; scrape up; spare; stack
acumularse	accumulate; augment; expand; increase; multiply; reproduce; stow	accumulate; bottle up; cumulate; heap up; mount up; pen up; pile up; place upon; stack
amontonarse	multiply; reproduce	accumulate; crowd together; heap up; mount up; pile up
apilarse	multiply; reproduce
copiar a ciclostil	duplicate; multiply; stencil
duplicar	duplicate; multiply	duplicate
multicopiar	duplicate; multiply; stencil
multiplicar	duplicate; multiply; reproduce
procrearse	multiply; reproduce
reproducir	duplicate; multiply	copy; describe; photocopy; play; reproduce; translate; xerox
reproducirse	duplicate; multiply
-	breed; manifold; procreate; reproduce
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
reproducir		playback
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	breed; propagate

Verwante woorden van "multiply":

multiplying, multiplication

Synoniemen voor "multiply":

calculate; cipher; cypher; compute; work out; reckon; figure
manifold; increase
breed; reproduce; procreate
reproduce; procreate; make; create

Antoniemen van "multiply":

divide; singly

Verwante definities voor "multiply":

in several ways; in a multiple manner²
- they were multiply checked for errors²
have offspring or produce more individuals of a given animal or plant²
have young (animals) or reproduce (organisms)²
combine or increase by multiplication²
- He managed to multiply his profits²
combine by multiplication²
- multiply 10 by 15²

Wiktionary: multiply

multiply

verb

intransitive: perform multiplication
- multiply → multiplicar
intransitive: breed or propagate
- multiply → multiplicar
intransitive: grow in number
- multiply → multiplicar
transitive: perform multiplication on (a number)
- multiply → multiplicar
increase the amount, degree or number of
- multiply → multiplicar

Cross Translation:

From	To	Via
• multiply	→ multiplicar	↔ multiplizieren — Mathematik: Multiplikation vollziehen; eine Zahl malnehmen
• multiply	→ multiplicar	↔ multiplier — Augmenter le nombre

Remove Ads

Vertaal multiplier van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor multiplier (Engels) in het Spaans

multiplier:

multiplier [the ~] zelfstandig naamwoord

the multiplier

the multiplier

Vertaal Matrix voor multiplier:

Verwante woorden van "multiplier":

Synoniemen voor "multiplier":

Verwante definities voor "multiplier":

Wiktionary: multiplier

multiplier vorm van multiply:

to multiply werkwoord (multiplies, multiplied, multiplying)

to multiply (duplicate)

to multiply (duplicate)

to multiply (reproduce)

to multiply (stencil; duplicate)

to multiply (augment; expand; increase; accumulate; stow)

Conjugations for multiply:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor multiply:

Verwante woorden van "multiply":

Synoniemen voor "multiply":

Antoniemen van "multiply":

Verwante definities voor "multiply":

Wiktionary: multiply