Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- meaning:
-
mean:
- querer decir; pretender; referirse a; tener la intención de; significar; tener como objetivo; tener como fin de
- exquisito; zorro; bajo; desagradable; malo; antipático; sinvergüenza; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; a escondidas; listo; grosero; canalla; sofisticado; vivo; falso; disimulado; secretamente; astuto; hábil; desafinado; indecente; taimado; pérfido; cazurro; traicionero; tallado; reticente; despreciable; obsceno; andrajoso; harapiento; solapado; socarrón; a hurtadillas; terriblemente; subrepticio; falsamente; falsificado; en secreto; desacorde; en falso; mal; maligno; vil; soez; infame; malicioso; ruin; pequeño; inferior; menos; común; indigno; bajamente; realmente; sencillo; general; mezquino; limitado; sencillamente; corriente; grave; normalmente; habitual; acostumbrado; simplemente; verdaderamente; ordinario; francamente; usual; criminal; comúnmente; módico; como siempre; sin más; ignominioso; habituado a; vilmente; deshonroso; oxidante; así como así; innoble; a sotavento; despectivo; desdeñoso; banal; vulgar; ladino; a la chita callando; fingido; fuera de tono; clandestino; traidor; desarrapado
-
Wiktionary:
- meaning → significado
- meaning → significado, significación, sentido, acepción, aceptación, signification
- mean → media, medio, recurso
- mean → medio, inferior, malo, formidable, desconsiderado, cruel, mezquino, tacaño, malvado
- mean → producir, resultar, decir en serio, querer decir, significar, proponer, intentar, pretender
- mean → vil, rastrero, infame, malo, promedio, media, medio, significar, pretender, querer decir, mezquino, de miras estrechas, pedante, tacaño, minucioso, raído, raída, roto, rota, avaro, avaricioso, feo, malvado, denotar, apuntar a, aspirar a, tender
Engels
Uitgebreide vertaling voor meaning (Engels) in het Spaans
meaning:
-
the meaning (intent; tendency; purport; sense; tenor; stature)
-
the meaning (substance; purpose; intention; composition)
-
the meaning
-
the meaning (use; purpose; intention; drift)
-
the meaning (significance; importance; weight)
-
the meaning (expression; phrase; statement; saying; turn of phrase; term)
-
the meaning (purport; tendency; inclination; tenor; trend; signification; sense)
-
meaning (so to speak; so to say)
por decirlo así-
por decirlo así bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor meaning:
Verwante woorden van "meaning":
Synoniemen voor "meaning":
Verwante definities voor "meaning":
Wiktionary: meaning
meaning
Cross Translation:
noun
-
-
- meaning → significado
-
definition or connotation of a word
- meaning → significado
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• meaning | → significado | ↔ Bedeutung — Sinn einer Information, Handlung oder Sache |
• meaning | → significación; sentido; significado | ↔ betekenis — wat iets betekent, waar iets voor staat |
• meaning | → significado; sentido | ↔ bedoeling — de zin of strekking |
• meaning | → significación; significado | ↔ zin — een bestaansreden |
• meaning | → acepción; aceptación | ↔ acception — sens particulier dans lequel un mot est utilisé. |
• meaning | → sentido; significado; signification; acepción; aceptación | ↔ sens — Signification |
• meaning | → acepción; sentido; significación; significado | ↔ signification — Ce que signifie une chose ; sens attacher à une chose. |
meaning vorm van mean:
-
to mean (aim at)
querer decir; pretender; referirse a; tener la intención de-
querer decir werkwoord
-
pretender werkwoord
-
referirse a werkwoord
-
tener la intención de werkwoord
-
-
to mean (coming down)
significar-
significar werkwoord
-
-
to mean (aim at; strive; make for)
-
to mean (signify)
Conjugations for mean:
present
- mean
- mean
- means
- mean
- mean
- mean
simple past
- meant
- meant
- meant
- meant
- meant
- meant
present perfect
- have meant
- have meant
- has meant
- have meant
- have meant
- have meant
past continuous
- was meaning
- were meaning
- was meaning
- were meaning
- were meaning
- were meaning
future
- shall mean
- will mean
- will mean
- shall mean
- will mean
- will mean
continuous present
- am meaning
- are meaning
- is meaning
- are meaning
- are meaning
- are meaning
subjunctive
- be meant
- be meant
- be meant
- be meant
- be meant
- be meant
diverse
- mean!
- let's mean!
- meant
- meaning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
mean (cunning; vicious; nasty; shrewd; sly; underhand; vile; slippery; false; sharp; low)
exquisito; zorro; bajo; desagradable; malo; antipático; sinvergüenza; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; a escondidas; listo; grosero; canalla; sofisticado; vivo; falso; disimulado; secretamente; astuto; hábil; desafinado; indecente; taimado; pérfido; cazurro; traicionero; tallado; reticente; despreciable; obsceno; andrajoso; harapiento; solapado; socarrón; a hurtadillas; terriblemente; subrepticio; falsamente; falsificado; en secreto; desacorde; en falso-
exquisito bijvoeglijk naamwoord
-
zorro bijvoeglijk naamwoord
-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
antipático bijvoeglijk naamwoord
-
sinvergüenza bijvoeglijk naamwoord
-
secreto bijvoeglijk naamwoord
-
afilado bijvoeglijk naamwoord
-
ducho bijvoeglijk naamwoord
-
redomado bijvoeglijk naamwoord
-
guarro bijvoeglijk naamwoord
-
a escondidas bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
canalla bijvoeglijk naamwoord
-
sofisticado bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
disimulado bijvoeglijk naamwoord
-
secretamente bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
hábil bijvoeglijk naamwoord
-
desafinado bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
taimado bijvoeglijk naamwoord
-
pérfido bijvoeglijk naamwoord
-
cazurro bijvoeglijk naamwoord
-
traicionero bijvoeglijk naamwoord
-
tallado bijvoeglijk naamwoord
-
reticente bijvoeglijk naamwoord
-
despreciable bijvoeglijk naamwoord
-
obsceno bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
harapiento bijvoeglijk naamwoord
-
solapado bijvoeglijk naamwoord
-
socarrón bijvoeglijk naamwoord
-
a hurtadillas bijvoeglijk naamwoord
-
terriblemente bijvoeglijk naamwoord
-
subrepticio bijvoeglijk naamwoord
-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
falsificado bijvoeglijk naamwoord
-
en secreto bijvoeglijk naamwoord
-
desacorde bijvoeglijk naamwoord
-
en falso bijvoeglijk naamwoord
-
-
mean (bad)
-
mean (vile; pedestrian)
bajo; malo; pequeño; inferior; menos; común; grosero; indigno; bajamente; realmente; sencillo; general; guarro; mezquino; limitado; sencillamente; soez; corriente; grave; normalmente; habitual; acostumbrado; vil; simplemente; verdaderamente; ordinario; canalla; francamente; ruin; usual; infame; indecente; criminal; comúnmente; obsceno; andrajoso; módico; harapiento; como siempre; sin más; ignominioso; habituado a; vilmente; deshonroso; oxidante; así como así; innoble; a sotavento-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
pequeño bijvoeglijk naamwoord
-
inferior bijvoeglijk naamwoord
-
menos bijvoeglijk naamwoord
-
común bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
indigno bijvoeglijk naamwoord
-
bajamente bijvoeglijk naamwoord
-
realmente bijvoeglijk naamwoord
-
sencillo bijvoeglijk naamwoord
-
general bijvoeglijk naamwoord
-
guarro bijvoeglijk naamwoord
-
mezquino bijvoeglijk naamwoord
-
limitado bijvoeglijk naamwoord
-
sencillamente bijvoeglijk naamwoord
-
soez bijvoeglijk naamwoord
-
corriente bijvoeglijk naamwoord
-
grave bijvoeglijk naamwoord
-
normalmente bijvoeglijk naamwoord
-
habitual bijvoeglijk naamwoord
-
acostumbrado bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
simplemente bijvoeglijk naamwoord
-
verdaderamente bijvoeglijk naamwoord
-
ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
canalla bijvoeglijk naamwoord
-
francamente bijvoeglijk naamwoord
-
ruin bijvoeglijk naamwoord
-
usual bijvoeglijk naamwoord
-
infame bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
criminal bijvoeglijk naamwoord
-
comúnmente bijvoeglijk naamwoord
-
obsceno bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
módico bijvoeglijk naamwoord
-
harapiento bijvoeglijk naamwoord
-
como siempre bijvoeglijk naamwoord
-
sin más bijvoeglijk naamwoord
-
ignominioso bijvoeglijk naamwoord
-
habituado a bijvoeglijk naamwoord
-
vilmente bijvoeglijk naamwoord
-
deshonroso bijvoeglijk naamwoord
-
oxidante bijvoeglijk naamwoord
-
así como así bijvoeglijk naamwoord
-
innoble bijvoeglijk naamwoord
-
a sotavento bijvoeglijk naamwoord
-
-
mean (despicable; scornful; niggardly; false; stingy)
-
mean (sordid; sheet)
-
mean (underhand; sneaky; malicious; secretly; sneakily; nasty; on the sly; secretive; covert; behind someone's back)
taimado; ladino; solapado; a la chita callando; a hurtadillas; disimulado; subrepticio-
taimado bijvoeglijk naamwoord
-
ladino bijvoeglijk naamwoord
-
solapado bijvoeglijk naamwoord
-
a la chita callando bijvoeglijk naamwoord
-
a hurtadillas bijvoeglijk naamwoord
-
disimulado bijvoeglijk naamwoord
-
subrepticio bijvoeglijk naamwoord
-
-
mean (false; fictitious; faked; feigned; sham; stingy; not genuine; bogus)
falsamente; falso; vil; malo; mezquino; fingido; desdeñoso; vilmente; falsificado; fuera de tono-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
mezquino bijvoeglijk naamwoord
-
fingido bijvoeglijk naamwoord
-
desdeñoso bijvoeglijk naamwoord
-
vilmente bijvoeglijk naamwoord
-
falsificado bijvoeglijk naamwoord
-
fuera de tono bijvoeglijk naamwoord
-
-
mean (villainous; base; nasty)
bajo; sinvergüenza; a sotavento; malo; grosero; vil; indigno; ordinario; infame; indecente; obsceno; andrajoso; vilmente; bajamente; innoble-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
sinvergüenza bijvoeglijk naamwoord
-
a sotavento bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
indigno bijvoeglijk naamwoord
-
ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
infame bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
obsceno bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
vilmente bijvoeglijk naamwoord
-
bajamente bijvoeglijk naamwoord
-
innoble bijvoeglijk naamwoord
-
-
mean (behind one's back; vicious; vile; scurvy; nasty; low; jarring; foul; ribald; bad; offensive; indecent; falsely; secretly)
malo; falso; clandestino; desagradable; pérfido; secretamente; falsamente; bajo; traidor; traicionero; sinvergüenza; despreciable; a escondidas; disimulado; andrajoso; harapiento; socarrón; en secreto; en falso; desarrapado-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
clandestino bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
pérfido bijvoeglijk naamwoord
-
secretamente bijvoeglijk naamwoord
-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
traidor bijvoeglijk naamwoord
-
traicionero bijvoeglijk naamwoord
-
sinvergüenza bijvoeglijk naamwoord
-
despreciable bijvoeglijk naamwoord
-
a escondidas bijvoeglijk naamwoord
-
disimulado bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
harapiento bijvoeglijk naamwoord
-
socarrón bijvoeglijk naamwoord
-
en secreto bijvoeglijk naamwoord
-
en falso bijvoeglijk naamwoord
-
desarrapado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mean:
Verwante woorden van "mean":
Synoniemen voor "mean":
Verwante definities voor "mean":
Wiktionary: mean
mean
Cross Translation:
noun
adjective
-
having the mean as its value
- mean → medio
-
low in quality; inferior
-
accomplished with great skill; deft; hard to compete with
- mean → formidable
-
acting without consideration of others
- mean → desconsiderado
-
powerful; fierce; harsh; damaging
- mean → cruel
-
miserly, stingy
-
causing or intending to cause intentional harm
-
to result in; bring about
-
to have conviction in what one says
- mean → decir en serio
-
to signify
- mean → querer decir
-
to convey, indicate
- mean → significar; querer decir
-
to have intentions of some kind
- mean → proponer
-
to intend; plan on doing
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mean | → vil; rastrero; infame; malo | ↔ laag — gemeen |
• mean | → promedio; media | ↔ gemiddelde — de som van een aantal getallen gedeeld door het aantal ervan |
• mean | → medio | ↔ gemiddeld — tot de middenmoot behorend |
• mean | → significar | ↔ betekenen — ergens voor staan |
• mean | → pretender | ↔ bedoelen — iets met een bepaald oogmerk doen |
• mean | → querer decir | ↔ bedoelen — met een woord of toespeling iets of iemand aanduiden of proberen aan te duiden |
• mean | → promedio | ↔ Durchschnitt — Mathematik: Summe der Eigenschaften verschiedener Dinge, geteilt durch deren Anzahl |
• mean | → significar | ↔ bedeuten — unpersönlich: etwas heißen, etwas bezeichnen |
• mean | → promedio | ↔ durchschnittlich — dem Durchschnitt entsprechend, diesen repräsentierend, in der Art und Weise des Durchschnitts |
• mean | → significar | ↔ heißen — einen bestimmten Sinn haben |
• mean | → mezquino; de miras estrechas; pedante; tacaño; minucioso | ↔ kleinlich — übertrieben genau, zu stark auf Kleinigkeiten achtend |
• mean | → raído; raída | ↔ schofel — umgangssprachlich abwertend: in empörender, verachtenswürdiger oder ähnlicher Art und Weise böse, minderwertig, niederträchtig, schäbig |
• mean | → roto; rota | ↔ schofel — umgangssprachlich abwertend:in beschämender Weise kleinlich, geizig |
• mean | → avaro | ↔ avare — Qui a un désir excessif d’accumuler. |
• mean | → avaricioso; avaro | ↔ avaricieux — Qui est d’une avarice mesquine. |
• mean | → feo | ↔ laid — Qui a quelque défaut qui se remarque dans les proportions |
• mean | → infame; vil | ↔ lâche — Méprisable |
• mean | → medio | ↔ moyen — Qui se situe entre deux extrémités. |
• mean | → promedio | ↔ moyenne — grandeur tenir le milieu entre plusieurs autres que l’on rapprocher. |
• mean | → malo; malvado | ↔ méchant — mauvais, antonyme : lien|bon|fr. |
• mean | → significar; denotar | ↔ signifier — Indiquer, avoir comme sens, quelque chose |
• mean | → querer decir; apuntar a; aspirar a; tender | ↔ viser — Traductions à trier suivant le sens |
Computer vertaling door derden: