Lacking in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

lacking:
- deficiente; inadecuado; inservible; no apto; de mala calidad; no indispensable; superfluo; prescindible
lack:
- faltar; faltar a; no estar presente; estar ausente; prescindir de
- pobreza; miseria; déficit; falta; carencia; deficiencia; ausencia; necesidad; escasez; privación; insuficiencia
Wiktionary:
- lacking → hacer falta, faltar
- lack → faltar, carecer
- lack → carencia, falta
- lack → carecer, faltar, falta, carencia, escasez, perder, haber de menos, penuria

Engels

Uitgebreide vertaling voor lacking (Engels) in het Spaans

lacking:

lacking bijvoeglijk naamwoord

lacking (defective; poor; unsound)
deficiente; inadecuado; inservible; no apto; de mala calidad
- deficiente bijvoeglijk naamwoord
- inadecuado bijvoeglijk naamwoord
- inservible bijvoeglijk naamwoord
- no apto bijvoeglijk naamwoord
- de mala calidad bijvoeglijk naamwoord
lacking (dispensable; expendable)
no indispensable; superfluo; prescindible
- no indispensable bijvoeglijk naamwoord
- superfluo bijvoeglijk naamwoord
- prescindible bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor lacking:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	absent; deficient; missing; wanting
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
de mala calidad	defective; lacking; poor; unsound	inferior; poor; useless; valueless; worthless
deficiente	defective; lacking; poor; unsound	barren; deficient; disabled; frugal; handicapped; incomplete; inferior; poor; unfinished; unfruitful; useless; valueless; worthless
inadecuado	defective; lacking; poor; unsound	detrimental; disadvantuous; unfavorable; unfavourable; unprofitable
inservible	defective; lacking; poor; unsound	break down; get lost; go wrong; meaningless; pointless; senseless; unusable; useless; valueless; worthless
no apto	defective; lacking; poor; unsound	incompetent; inexpert; unauthorised; unauthorized; unqualified
no indispensable	dispensable; expendable; lacking
prescindible	dispensable; expendable; lacking
superfluo	dispensable; expendable; lacking	excess; redundant; superfluous; supernumerary; surplus

Verwante woorden van "lacking":

lack

Synoniemen voor "lacking":

missing; nonexistent; wanting; absent
deficient; inadequate

Verwante definities voor "lacking":

inadequate in amount or degree¹
- lacking in stamina¹
nonexistent¹
- her appetite was lacking¹

Wiktionary: lacking

Cross Translation:

From	To	Via
• lacking	→ hacer falta; faltar	↔ faire défaut — manquer.

lacking vorm van lack:

to lack werkwoord (lacks, lacked, lacking)

to lack (be missing; be absent; be lacking)
faltar; faltar a; no estar presente; estar ausente
- faltar werkwoord
- faltar a werkwoord
- no estar presente werkwoord
- estar ausente werkwoord
to lack
prescindir de
- prescindir de werkwoord

Conjugations for lack:

present

lack
lack
lacks
lack
lack
lack

simple past

lacked
lacked
lacked
lacked
lacked
lacked

present perfect

have lacked
have lacked
has lacked
have lacked
have lacked
have lacked

past continuous

was lacking
were lacking
was lacking
were lacking
were lacking
were lacking

future

shall lack
will lack
will lack
shall lack
will lack
will lack

continuous present

am lacking
are lacking
is lacking
are lacking
are lacking
are lacking

subjunctive

be lacked
be lacked
be lacked
be lacked
be lacked
be lacked

diverse

lack!
let's lack!
lacked
lacking

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

lack [the ~] zelfstandig naamwoord

the lack (poverty; paucity; destitution; dearth; hardship; penury; need; want)
la pobreza; la miseria
- pobreza [la ~] zelfstandig naamwoord
- miseria [la ~] zelfstandig naamwoord
the lack (deficit; shortage; deficiency; shortcoming; insufficiency; shortfall)
el déficit; la falta; la carencia; la deficiencia
- déficit [el ~] zelfstandig naamwoord
- falta [la ~] zelfstandig naamwoord
- carencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- deficiencia [la ~] zelfstandig naamwoord
the lack (deficiency; want)
la deficiencia; la carencia; la ausencia; la necesidad; la escasez; la privación
- deficiencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- carencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- ausencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- necesidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- escasez [la ~] zelfstandig naamwoord
- privación [la ~] zelfstandig naamwoord
the lack (insufficiency; shortfall; deficiency; shortcoming)
la insuficiencia
- insuficiencia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lack:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ausencia	deficiency; lack; want	absence; absent-mindedness; absenteeism; failing; failure; forgetfulness; non-attendance; woolgathering
carencia	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall; want	blank; crimp; deprivation; disability; failure; famine; gap; handicap; hardship; hiatus; lacuna; needyness; paucity; physical defect; poverty; scantiness; scarcity; shortage; shrinkage; tightness; void
deficiencia	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall; want	blank; defect; deficiency; disability; failure; fault; faultiness; flaw; gap; handicap; hiatus; impediment; imperfection; inadequacy; lacuna; losing score; minus point; physical defect; point lost; poorness; shortage; shortcoming; void
déficit	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	bank debt; debit; deficit; famine; loss; needyness; overdraft; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness
escasez	deficiency; lack; want	curiosity; famine; frugality; fruitlessness; infertility; meagerness; meagreness; needyness; parsimony; paucity; scantiness; scarcity; shortage; slenderness; thrift; tightness
falta	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	blunder; crime; criminal offence; defect; delict; error; failing; failure; fault; flaw; gap; gas; hoot; howler; incorrectness; infraction; iniquity; injustice; misbehavior; misbehaviour; misdemeanor; misdemeanour; mistake; offence; offense; oversight; scream; shortage; slip; transgression; violation; wrong
insuficiencia	deficiency; insufficiency; lack; shortcoming; shortfall	famine; meagerness; meagreness; needyness; parsimony; paucity; scantiness; scarcity; shortage; slenderness; tightness
miseria	dearth; destitution; hardship; lack; need; paucity; penury; poverty; want	adversity; annoyance; blows; calamity; catastrophe; chagrin; chicanery; destitution; difficulty; disaster; disasters; discomforts; distress; fuss; grief; harping on; hassle; helplessness; meagerness; meagreness; miserability; misery; misfortune; misfortunes; moaning; nagging; necessity; need; neediness; pain; parsimony; problems; punches; sadness; scantiness; slenderness; sorrow; squalor; trouble; trouble making; troubles; vexation
necesidad	deficiency; lack; want	adversity; craving; destitution; disaster; elementary matter; emergency; essential; famine; helplessness; instigation; necessity; need; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness; urging; want
pobreza	dearth; destitution; hardship; lack; need; paucity; penury; poverty; want	depravedness; destituteness; destitution; famine; harbourless; indigentness; insolvency; meagerness; meagreness; needyness; of limited means; parsimony; paucity; poorness; poverty; scantiness; scarcity; seediness; shabbiness; shortage; slenderness; tightness
privación	deficiency; lack; want	aggravation; change for the worse; denial; depravation; deterioration; famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness; worsening
-	deficiency; want
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
estar ausente	be absent; be lacking; be missing; lack
faltar	be absent; be lacking; be missing; lack	be mistaken; fail; fall flat; flop; go wrong; lose one's face; make a mistake; meet with disaster
faltar a	be absent; be lacking; be missing; lack	fail to appear; fail to come; fail to occur; neglect; stay away; stay off; stay out
no estar presente	be absent; be lacking; be missing; lack
prescindir de	lack
-	miss
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	be short of; need; want

Verwante definities voor "lack":

the state of needing something that is absent or unavailable¹
- there is a serious lack of insight into the problem¹
be without¹
- This soup lacks salt¹

Wiktionary: lack

lack

verb

be without, need, require
- lack → faltar; carecer

noun

deficiency, need
- lack → carencia; falta

Cross Translation:

From	To	Via
• lack	→ carecer	↔ ontberen — iets missen waaraan men grote behoefte heeft
• lack	→ faltar	↔ mangelen — ontbreken, te kort schieten
• lack	→ falta	↔ gebrek — een tekort
• lack	→ falta	↔ Mangel — kPl.\|: unzureichende Menge oder unzureichendes Ausmaß von etwas
• lack	→ carencia; falta	↔ Zuwenig — von Personen oder Sachen: Mangel; eine zu kleine Zahl oder Menge; ein zu geringes Maß
• lack	→ carecer	↔ entbehren — K\|intrans.\|geh.\|mG etwas für notwendig, vorteilhaft, passend, angenehm Erachtetes als fehlend, mangelnd empfinden; nicht besitzen
• lack	→ carecer; faltar	↔ fehlen — nicht vorhanden sein
• lack	→ falta	↔ insuffisance — état de ce qui est insuffisant.
• lack	→ falta; escasez	↔ manque — absence, défaut, fait de manquer.
• lack	→ carecer; faltar; perder; haber de menos	↔ manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute.
• lack	→ falta	↔ privation — perte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.
• lack	→ escasez; penuria	↔ pénurie — extrême disette.

Verwante vertalingen van lacking

Remove Ads

Vertaal lacking van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor lacking (Engels) in het Spaans

lacking:

lacking bijvoeglijk naamwoord

lacking (defective; poor; unsound)

lacking (dispensable; expendable)

Vertaal Matrix voor lacking:

Verwante woorden van "lacking":

Synoniemen voor "lacking":

Verwante definities voor "lacking":

Wiktionary: lacking

lacking vorm van lack:

to lack werkwoord (lacks, lacked, lacking)

to lack (be missing; be absent; be lacking)

to lack

Conjugations for lack:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

lack [the ~] zelfstandig naamwoord

the lack (poverty; paucity; destitution; dearth; hardship; penury; need; want)

the lack (deficit; shortage; deficiency; shortcoming; insufficiency; shortfall)

the lack (deficiency; want)

the lack (insufficiency; shortfall; deficiency; shortcoming)

Vertaal Matrix voor lack:

Verwante woorden van "lack":

Synoniemen voor "lack":

Antoniemen van "lack":

Verwante definities voor "lack":

Wiktionary: lack

Verwante vertalingen van lacking