Home ->Woordenboeken ->Engels/Spaans ->Vertaal jerking

Vertaal jerking van Engels naar Spaans

Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. jerk:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor jerking (Engels) in het Spaans

jerking:


Vertaal Matrix voor jerking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- jerk; jolt; saccade
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- arrhythmic; jerky

Synoniemen voor "jerking":


Verwante definities voor "jerking":

  1. lacking a steady rhythm1
  2. an abrupt spasmodic movement1

jerk:

jerk [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jerk (madcap; dud; drip; )
    el majareta; el chalado
    • majareta [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chalado [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. the jerk (shithead; asshole; bastard)
    el hijo de puta; el cabrón; el gilipollas; la polla; el buche; el saco; el bruto; la gilipuertas; la picha; el granuja; el imbécil; el tronera; el patán
    • hijo de puta [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cabrón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gilipollas [el ~] zelfstandig naamwoord
    • polla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • buche [el ~] zelfstandig naamwoord
    • saco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bruto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gilipuertas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • picha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • granuja [el ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécil [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tronera [el ~] zelfstandig naamwoord
    • patán [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. the jerk (shithead)
    el hijo de puta; el cabrón; el buche; el tronera; la polla; el gilipollas; el saco; el bruto; la picha; el granuja; el imbécil; el patán; la gilipuertas; el sodomita
    • hijo de puta [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cabrón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • buche [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tronera [el ~] zelfstandig naamwoord
    • polla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gilipollas [el ~] zelfstandig naamwoord
    • saco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bruto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • picha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • granuja [el ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécil [el ~] zelfstandig naamwoord
    • patán [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gilipuertas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sodomita [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruto asshole; bastard; jerk; shithead barbarian; bastard; blackguard; booby; boor; brute; churl; clodhopper; clumsy fellow; cruel person; dolt; duffer; fiend; hulk; ill-mannered brute; lout; lubber; madman; oaf; prole; rennet; ruffian; slob; swine; thug; tough; unlicked cub; yokel
buche asshole; bastard; jerk; shithead
cabrón asshole; bastard; jerk; shithead bastard; cad; creep; cuckold; cunt; cur; deceived husband; nasty piece of work; pain in the ass; pain in the neck; rascal; rogue; rotter; scamp; scoundrel; screw; skunk; sly dog; stinker; wretch; wretched fellow
chalado character; drip; dud; figure; idiot; jerk; madcap; madman drip; dud; lemon
gilipollas asshole; bastard; jerk; shithead cock; cocks; crackerjacks; creep; dabs; dick; dicks; nasty piece of work; pain in the ass; pain in the neck; penis; prick; pricks; rod; rotter; scoundrel; sod; willie; wretch; wretched fellow
gilipuertas asshole; bastard; jerk; shithead cock; dick; penis; prick; rod; sod; willie
granuja asshole; bastard; jerk; shithead asshole; baddie; bastard; blackguard; boor; cad; churl; clodhopper; clumsy fellow; cur; dickhead; dolt; duffer; good for nothing; hulk; ill-mannered brute; jackanapes; knave; lout; naughty boy; naughty child; pariah; piece of shit; prick; prole; rascal; rascals; rogue; scoundrel; shit; shithead; slob; swine; villain; yokel
hijo de puta asshole; bastard; jerk; shithead bastard; cad; cunt; scamp; scoundrel; shithead; turd
imbécil asshole; bastard; jerk; shithead Simple Simon; ass; birdbrain; blockhead; buffoon; clown; daft; dimwit; dolt; duffer; dunce; fat head; fathead; feather head; fool; idiot; imbecile; loony; lunatic; mad; madman; mentally disabled; moron; nincompoop; ninny; nitwit; numbskull; numskull; nutcase; oaf; rattle brain; rattle-brain; silly thing; simpleton; stupid
majareta character; drip; dud; figure; idiot; jerk; madcap; madman
patán asshole; bastard; jerk; shithead asshole; bastard; blighter; booby; boor; brute; churl; clodhopper; clumsy fellow; dirty bastard; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; louse; lout; lubber; oaf; pain in the neck; prole; rotter; scoundrel; slob; son-of-a-bitch; swine; yokel
picha asshole; bastard; jerk; shithead cock; dick; penis; prick; rod; sod; willie
polla asshole; bastard; jerk; shithead cock; dick; penis; prick; rod; sod; willie
saco asshole; bastard; jerk; shithead baggy clothes; long dress; oversized clothing; sack-like dress; scrotum
sodomita jerk; shithead
tronera asshole; bastard; jerk; shithead
- dork; jerked meat; jerking; jerky; jolt; saccade; tug
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- buck; flick; hitch; twitch; yank
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- toss; twitch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruto abominable; agressive; arrogant; banal; barbaric; beastly; below the belt; bestial; blunt; boorish; brutal; coarse; commonplace; cruel; gross; gruesome; heinous; ill-bred; impudent; indecent; inhuman; inhumane; insolent; nasty; objectionable; offending; offensive; overbearing; pityless; presumptuous; rotten; rude; rustic; ruthless; seedy; shabby; shameless; trite; trivial; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly; unprocessed; unsavory; unsavoury; vapid; violent; vulgar
chalado bonkers; cracked; crackers; crazy; daft; foolish; funny; idiotic; insane; loony; mad; mixed up; muzzy; nuts; odd; potty; ridiculous; round the bend; silly; stark mad; stark raving mad; stark staring mad; stupid; weird
imbécil boring; deadening; dense; dull; empty-headed; obtuse; stupid

Verwante woorden van "jerk":


Synoniemen voor "jerk":


Verwante definities voor "jerk":

  1. a sudden abrupt pull1
    • He gave a jerk on the cord.2
  2. an abrupt spasmodic movement1
  3. raising a weight from shoulder height to above the head by straightening the arms1
  4. meat (especially beef) cut in strips and dried in the sun1
  5. a dull stupid fatuous person1
  6. (mechanics) the rate of change of acceleration1
  7. make an uncontrolled, short, jerky motion1
  8. throw or toss with a quick motion1
    • jerk his head1
  9. pull, or move with a sudden movement1
    • He turned the handle and jerked the door open1
  10. jump vertically, with legs stiff and back arched1
  11. move with abrupt, seemingly uncontrolled motions1
    • The patient's legs were jerkings1

Wiktionary: jerk

jerk
noun
  1. unlikable person
  2. quick, often unpleasant tug or shake
  3. sudden, uncontrolled movement
Cross Translation:
FromToVia
• jerk → bufón ↔ Narr — ein Gaukler und Spaßmacher im Mittelalter bei Hofe
• jerk → tirón ↔ Ruck — ein ein Versetzen verursachender abrupter Impuls
• jerk → pajero ↔ Wichser — umgangssprachlich, derb: männliche Person, welche onanieren, masturbieren
• jerk → cabeza de pene; pendejo; gilipollas ↔ tronche de cake — (familier, fr) Individu stupide, imbécile.
• jerk → cabeza de pene; pendejo; gilipollas ↔ tête de nœud — injur|fr (vulgaire) Individu stupide, imbécile.




Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0513 seconde
Page rendered in 1.0 seconds