Interval in het Spaans vertaald uit het Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor interval (Engels) in het Spaans

interval:

interval [the ~] zelfstandig naamwoord

the interval
el intervalo
- intervalo [el ~] zelfstandig naamwoord
the interval (interim; gap)
el intermedio; el período; el lapso; el espacio; el intervalo
- intermedio [el ~] zelfstandig naamwoord
- período [el ~] zelfstandig naamwoord
- lapso [el ~] zelfstandig naamwoord
- espacio [el ~] zelfstandig naamwoord
- intervalo [el ~] zelfstandig naamwoord
the interval (intermission; break; pause)
el descanso; la pausa; el intermedio; el reposo
- descanso [el ~] zelfstandig naamwoord
- pausa [la ~] zelfstandig naamwoord
- intermedio [el ~] zelfstandig naamwoord
- reposo [el ~] zelfstandig naamwoord
the interval (break; rest-break; intermission)
el descanso; el recreo; la pausa en el trabajo; el intermedio; la pausa; la interrupción
- descanso [el ~] zelfstandig naamwoord
- recreo [el ~] zelfstandig naamwoord
- pausa en el trabajo [la ~] zelfstandig naamwoord
- intermedio [el ~] zelfstandig naamwoord
- pausa [la ~] zelfstandig naamwoord
- interrupción [la ~] zelfstandig naamwoord
the interval (break; playtime)
la relajación; el descanso; el intermedio; el entretenimiento; el reposo; el recreo; la pausa; el esparcimiento; la distracción; la interrupción; la distensión
- relajación [la ~] zelfstandig naamwoord
- descanso [el ~] zelfstandig naamwoord
- intermedio [el ~] zelfstandig naamwoord
- entretenimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- reposo [el ~] zelfstandig naamwoord
- recreo [el ~] zelfstandig naamwoord
- pausa [la ~] zelfstandig naamwoord
- esparcimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- distracción [la ~] zelfstandig naamwoord
- interrupción [la ~] zelfstandig naamwoord
- distensión [la ~] zelfstandig naamwoord
the interval

– The number of times a cycle should occur for a given instance of the cycle frequency. An interval value of 1 indicates that the cycle should occur for each instance of the cycle frequency. An interval value of 2 indicates that the cycle should occur every second instance of the cycle frequency. ¹
el intervalo
- intervalo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor interval:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
descanso	break; intermission; interval; pause; playtime; rest-break	break; delay; haven; intermission; pause; postponement; recess; refuge; reprive; respite; rest-break; suspension; working break
distensión	break; interval; playtime	allaying; appeasement; appeasing; calming; calming down; dislocation; pacifying; quieting; relaxation; relief; soothing; sprain; steadying
distracción	break; interval; playtime	absent-mindedness; absentmindedness; amusement; amusing; being absent-minded; carelessness; distractedness; distraction; diversion; diversionary tactic; entertaining; entertainment; forgetfulness; inattention; lack of thought; neglect; negligence; nonchalance; red herring; relaxation; thoughtlessness; woolgathering
entretenimiento	break; interval; playtime	aid; amusement; amusing; assistance; conversation; dialogue; diversion; electric discharge; entertaining; entertainment; help; hobby; interview; pastime; pet subject; support; talk
espacio	gap; interim; interval	Windows Live Space; cranny; crevice; fissure; interspace; location; opening; outer space; place; recess; space; universe
esparcimiento	break; interval; playtime	amusement; diversion; electric discharge; entertainment
intermedio	break; gap; interim; intermission; interval; pause; playtime; rest-break	interlude; intermission; working break
interrupción	break; intermission; interval; playtime; rest-break	IRQ; break; chicanery; disruption; fuss; gap; hassle; interference; intermission; interrupt; interrupt request; interruption; intervention; intrusion; meddling; severance; trouble making; working break
intervalo	gap; interim; interval	cranny; crevice; fissure; lag; opening; range; recess; space
lapso	gap; interim; interval
pausa	break; intermission; interval; pause; playtime; rest-break	break; empty hour; intermission; pause; recess; rest-break; working break
pausa en el trabajo	break; intermission; interval; rest-break	intermission; lunch break; lunch hour; lunch time; working break
período	gap; interim; interval	age; developmental stage; epoch; era; hour; little while; menses; menstruation; period; period of time; phase; space; space of time; stage; term; time
recreo	break; intermission; interval; playtime; rest-break	intermission; lunch break; lunch hour; lunch time; play-hour; playing time of a cd; playtime; recreation; working break
relajación	break; interval; playtime	laxity; looseness; relaxation
reposo	break; intermission; interval; pause; playtime	congestion; electric discharge; hold-up; jam; stagnation; stoppage
-	musical interval; separation; time interval
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	intermission; interval between the acts
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
intermedio		intermediary

Verwante woorden van "interval":

intervals

Synoniemen voor "interval":

time interval; measure; quantity; amount
set
separation; distance
musical interval; musical notation

Verwante definities voor "interval":

the distance between things²
a set containing all points (or all real numbers) between two given endpoints²
the difference in pitch between two notes²
a definite length of time marked off by two instants²
The number of times a cycle should occur for a given instance of the cycle frequency. An interval value of 1 indicates that the cycle should occur for each instance of the cycle frequency. An interval value of 2 indicates that the cycle should occur every second instance of the cycle frequency.¹

Wiktionary: interval

Cross Translation:

From	To	Via
• interval	→ intervalo	↔ Intervall — Musik: Abstand zwischen der Höhe zweier Ton
• interval	→ distancia	↔ Abstand — räumlicher oder zeitlicher Zwischenraum, räumliche Entfernung zwischen zwei Punkten, Zeitabschnitt zwischen zwei Zeitpunkten auch im übertragenen Sinn
• interval	→ plazo	↔ délai — Temps accordé pour faire une chose.
• interval	→ intersticio	↔ intervalle — Distance d’un lieu à un autre
• interval	→ pausa	↔ pause — suspension, interruption momentanée d’une action.
• interval	→ descanso; pausa	↔ repos — privation, cessation de mouvement, d’activité ou d’effort,.

Verwante vertalingen van interval

bright interval

Vertaal interval van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor interval (Engels) in het Spaans

interval:

interval [the ~] zelfstandig naamwoord

the interval

the interval (interim; gap)

the interval (intermission; break; pause)

the interval (break; rest-break; intermission)

the interval (break; playtime)

the interval

Vertaal Matrix voor interval:

Verwante woorden van "interval":

Synoniemen voor "interval":

Verwante definities voor "interval":

Wiktionary: interval

Verwante vertalingen van interval