Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. high season:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor high season (Engels) in het Spaans

high season:

high season [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the high season (height of the season)
    la temporada turística

Vertaal Matrix voor high season:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
temporada turística height of the season; high season
- peak season

Synoniemen voor "high season":


Antoniemen van "high season":


Verwante definities voor "high season":

  1. the season when travel is most active and rates are highest1
    • they traveled to Europe in high season1

Wiktionary: high season

high season
noun
  1. highest demand

Verwante vertalingen van high season