Home ->Woordenboeken ->Engels/Spaans ->Vertaal handshake

Vertaal handshake van Engels naar Spaans

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

handshake:
- apretón de mano; estampado a mano; protocolo de enlace
Wiktionary:
- handshake → apretón de manos
- handshake → apretón de manos, apretón de mano, apretón

Engels

Uitgebreide vertaling voor handshake (Engels) in het Spaans

handshake:

handshake [the ~] zelfstandig naamwoord

the handshake (hand)
el apretón de mano; el estampado a mano
- apretón de mano [el ~] zelfstandig naamwoord
- estampado a mano [el ~] zelfstandig naamwoord
the handshake

– A process that two devices use to begin communicating. One device sends a message to the other, signaling that it wants to communicate. A number of messages are exchanged to establish the rules they will use for communication. ¹
protocolo de enlace
- protocolo de enlace

Vertaal Matrix voor handshake:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apretón de mano	hand; handshake
estampado a mano	hand; handshake
-	handclasp; handshaking; shake
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
protocolo de enlace	handshake

Verwante woorden van "handshake":

handshakes

Synoniemen voor "handshake":

shake; handshaking; handclasp; acknowledgment; acknowledgement

Verwante definities voor "handshake":

grasping and shaking a person's hand (as to acknowledge an introduction or to agree on a contract)²
A process that two devices use to begin communicating. One device sends a message to the other, signaling that it wants to communicate. A number of messages are exchanged to establish the rules they will use for communication.¹

Wiktionary: handshake

handshake

noun

grasping of hands by two people
- handshake → apretón de manos

Cross Translation:

From	To	Via
• handshake	→ apretón de manos; apretón de mano; apretón	↔ handdruk — het drukken of schudden van de hand bij begroeting, felicitatie enz
• handshake	→ apretón de manos	↔ poignée de main — mode de salutation qui consiste à serrer la main de son interlocuteur, en l'accueillant ou en le quittant.