Engels
Uitgebreide vertaling voor gay (Engels) in het Spaans
gay:
-
gay (cheerful; enthusiastic; happy; bright; buoyant; sunny; enchanted; vibrant; merry; attentive; amusing; eager; joyful; mystified; joyous; tidy; pleasant; jolly; spell bound; reliable; dependable; festive; trustworthy; under enchantment; passionate; neat; colourful; funny; animated; safe; trusted; clear; colorful; eagre)
-
gay (happy; pleased; merry; glad; satisfied)
-
gay (homosexual; pansy; queer; sissy)
maricón; gay; homosexual-
maricón bijvoeglijk naamwoord
-
gay bijvoeglijk naamwoord
-
homosexual bijvoeglijk naamwoord
-
-
gay (lively; sprightly; bustling; happy; cheerful; full of joy; buoyant; brisk; jolly; high-spirited; merry; upbeat)
alegre; entusiasta; optimista; de buen humor-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
entusiasta bijvoeglijk naamwoord
-
optimista bijvoeglijk naamwoord
-
de buen humor bijvoeglijk naamwoord
-
-
gay (frivolous; light-hearted; flighty; shallow; flippant)
alegre; casquivano; frívolo; ligero-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
casquivano bijvoeglijk naamwoord
-
frívolo bijvoeglijk naamwoord
-
ligero bijvoeglijk naamwoord
-
-
gay (full of joy; cheerful; in high spirits)
alegrísimo; lleno de alegría-
alegrísimo bijvoeglijk naamwoord
-
lleno de alegría bijvoeglijk naamwoord
-
-
gay (good-tempered; merry; cheerful; bustling; in high spirits; happy; jolly; full of joy)
animado; alegre; alegremente; de buen humor-
animado bijvoeglijk naamwoord
-
alegre bijvoeglijk naamwoord
-
alegremente bijvoeglijk naamwoord
-
de buen humor bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gay:
Verwante woorden van "gay":
Synoniemen voor "gay":
Verwante definities voor "gay":
Wiktionary: gay
gay
Cross Translation:
noun
-
homosexual person, especially male
- gay → gay
-
lame, uncool (used to express dislike)
-
behaving in a way associated with females
-
typical of homosexual appearance
- gay → gay; femenino; marimachado; mariconado
-
homosexual
- gay → gay; homosexual
-
festive, bright, colorful
-
happy, joyful and lively
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gay | → homosexual | ↔ homoseksueel — betrekking hebbend op de liefde voor geslachtsgenoten |
• gay | → homosexual | ↔ homoseksueel — een man met seksuele voorkeur voor mannen of een vrouw met seksuele voorkeur voor vrouwen |
• gay | → homosexual | ↔ homofiel — homoseksueel |
• gay | → homosexual | ↔ homofiel — een ouderwets woord voor homoseksueel |
• gay | → marica; maricón; joto | ↔ Schwuler — kann abwertend sein: Homosexueller; jemand, der schwul ist |
• gay | → fleto | ↔ Tucke — (umgangssprachlich) schwuler Mann |
• gay | → gay; homosexual | ↔ schwul — kSt.|: als Mann homosexuelle Neigungen besitzend |
• gay | → alegre | ↔ gai — Qui a de la gaité. |
• gay | → gay | ↔ gay — angl|fr homosexuel, en particulier masculin. |
• gay | → alegre | ↔ joyeux — Qui a de la joie, qui remplir de joie. |