Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- freshen:
-
fresh:
- fresco; ligero; airado; despreocupado; nuevo; verde; premaduro; creído; agotado; impávido; no atacado; pijo; intacto; inalterable; imperturbable; vacío; entero; ciego; vano; reciente; falso; presumido; virgen; astuto; sereno; moderno; vanidoso; ocioso; engreído; íntegro; desocupado; exhausto; desinflado; inmutable; vacuo; vanal; impertérrito; sin usar; no corroído; sin emoción; sin probar; sin afectación
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor freshen (Engels) in het Spaans
freshen:
-
to freshen (revive; generate; activate; reactivate; rouse; awake; excite; recover; refresh)
excitar; animar; inspirar; dar viveza a; entusiasmar-
excitar werkwoord
-
animar werkwoord
-
inspirar werkwoord
-
dar viveza a werkwoord
-
entusiasmar werkwoord
-
-
to freshen (refresh)
-
to freshen (freshen up; refresh; tidy up)
sanar; refrescar; arreglarse un poco; darse un refrescón; enfriar; refrigerar; amenizar; enfriarse-
sanar werkwoord
-
refrescar werkwoord
-
arreglarse un poco werkwoord
-
darse un refrescón werkwoord
-
enfriar werkwoord
-
refrigerar werkwoord
-
amenizar werkwoord
-
enfriarse werkwoord
-
-
to freshen (freshen oneself up; tidy oneself up; refresh)
refrescar; arreglarse un poco; darse un refrescón-
refrescar werkwoord
-
arreglarse un poco werkwoord
-
darse un refrescón werkwoord
-
Conjugations for freshen:
present
- freshen
- freshen
- freshens
- freshen
- freshen
- freshen
simple past
- freshened
- freshened
- freshened
- freshened
- freshened
- freshened
present perfect
- have freshened
- have freshened
- has freshened
- have freshened
- have freshened
- have freshened
past continuous
- was freshening
- were freshening
- was freshening
- were freshening
- were freshening
- were freshening
future
- shall freshen
- will freshen
- will freshen
- shall freshen
- will freshen
- will freshen
continuous present
- am freshening
- are freshening
- is freshening
- are freshening
- are freshening
- are freshening
subjunctive
- be freshened
- be freshened
- be freshened
- be freshened
- be freshened
- be freshened
diverse
- freshen!
- let's freshen!
- freshened
- freshening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor freshen:
Verwante woorden van "freshen":
Synoniemen voor "freshen":
Antoniemen van "freshen":
Verwante definities voor "freshen":
fresh:
-
fresh (airy; cool)
fresco; ligero; airado; despreocupado-
fresco bijvoeglijk naamwoord
-
ligero bijvoeglijk naamwoord
-
airado bijvoeglijk naamwoord
-
despreocupado bijvoeglijk naamwoord
-
-
fresh (new)
-
fresh (new)
-
fresh (too fresh)
-
fresh (unopened; unused; unbroached; untouched)
creído; agotado; impávido; no atacado; pijo; intacto; inalterable; imperturbable; nuevo; vacío; entero; ciego; vano; reciente; falso; presumido; virgen; astuto; sereno; moderno; vanidoso; ocioso; engreído; íntegro; desocupado; exhausto; desinflado; inmutable; vacuo; vanal; impertérrito; sin usar; no corroído; sin emoción; sin probar; sin afectación-
creído bijvoeglijk naamwoord
-
agotado bijvoeglijk naamwoord
-
impávido bijvoeglijk naamwoord
-
no atacado bijvoeglijk naamwoord
-
pijo bijvoeglijk naamwoord
-
intacto bijvoeglijk naamwoord
-
inalterable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
nuevo bijvoeglijk naamwoord
-
vacío bijvoeglijk naamwoord
-
entero bijvoeglijk naamwoord
-
ciego bijvoeglijk naamwoord
-
vano bijvoeglijk naamwoord
-
reciente bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
presumido bijvoeglijk naamwoord
-
virgen bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
sereno bijvoeglijk naamwoord
-
moderno bijvoeglijk naamwoord
-
vanidoso bijvoeglijk naamwoord
-
ocioso bijvoeglijk naamwoord
-
engreído bijvoeglijk naamwoord
-
íntegro bijvoeglijk naamwoord
-
desocupado bijvoeglijk naamwoord
-
exhausto bijvoeglijk naamwoord
-
desinflado bijvoeglijk naamwoord
-
inmutable bijvoeglijk naamwoord
-
vacuo bijvoeglijk naamwoord
-
vanal bijvoeglijk naamwoord
-
impertérrito bijvoeglijk naamwoord
-
sin usar bijvoeglijk naamwoord
-
no corroído bijvoeglijk naamwoord
-
sin emoción bijvoeglijk naamwoord
-
sin probar bijvoeglijk naamwoord
-
sin afectación bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fresh:
Verwante woorden van "fresh":
Synoniemen voor "fresh":
Antoniemen van "fresh":
Verwante definities voor "fresh":
Wiktionary: fresh
fresh
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fresh | → fresco | ↔ vers — niet ingeblikt, niet diepgevroren |
• fresh | → fresco; airoso | ↔ luchtig — met lucht doortrokken |
• fresh | → fresco | ↔ fris — zojuist schoongemaakt, prettig ruikend |
• fresh | → fresco; reciente | ↔ frisch — neu, gerade eben erst, kürzlich |
• fresh | → fresco | ↔ frais — Qui est en état de fraîcheur. |
• fresh | → reciente | ↔ récent — Qui s’produire depuis peu de temps. |