Engels
Uitgebreide vertaling voor freezing (Engels) in het Spaans
freezing:
-
freezing (icy)
glacial; a sangre fría; frío; helado; gélido; muy frío; frío como el mármol-
glacial bijvoeglijk naamwoord
-
a sangre fría bijvoeglijk naamwoord
-
frío bijvoeglijk naamwoord
-
helado bijvoeglijk naamwoord
-
gélido bijvoeglijk naamwoord
-
muy frío bijvoeglijk naamwoord
-
frío como el mármol bijvoeglijk naamwoord
-
-
freezing (below zero degrees; frosty)
-
freezing (cooling; frosty)
fresco; refrigerante; frío; calmo-
fresco bijvoeglijk naamwoord
-
refrigerante bijvoeglijk naamwoord
-
frío bijvoeglijk naamwoord
-
calmo bijvoeglijk naamwoord
-
-
the freezing (freezing off)
-
the freezing (freezing in)
-
the freezing
la congelación
Vertaal Matrix voor freezing:
Verwante woorden van "freezing":
Synoniemen voor "freezing":
Verwante definities voor "freezing":
freeze:
-
to freeze
-
to freeze
-
to freeze
– In I/O operations, to prevent execution of a thread. 2inmovilizar-
inmovilizar werkwoord
-
Conjugations for freeze:
present
- freeze
- freeze
- freezes
- freeze
- freeze
- freeze
simple past
- froze
- froze
- froze
- froze
- froze
- froze
present perfect
- have frozen
- have frozen
- has frozen
- have frozen
- have frozen
- have frozen
past continuous
- was freezing
- were freezing
- was freezing
- were freezing
- were freezing
- were freezing
future
- shall freeze
- will freeze
- will freeze
- shall freeze
- will freeze
- will freeze
continuous present
- am freezing
- are freezing
- is freezing
- are freezing
- are freezing
- are freezing
subjunctive
- be frozen
- be frozen
- be frozen
- be frozen
- be frozen
- be frozen
diverse
- freeze!
- let's freeze!
- frozen
- freezing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor freeze:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
helar | freezing; freezing in | |
inmovilizar | fastening; fixing; securing | |
- | freezing; frost; halt | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
congelar | freeze | |
helar | freeze | |
inmovilizar | freeze | catch; pay into a savings account; seize; snatch; sneak up on; take unaware; tattle; tie up; twig |
- | block; freeze down; freeze out; immobilise; immobilize; stop dead; suspend |
Verwante woorden van "freeze":
Synoniemen voor "freeze":
Antoniemen van "freeze":
Verwante definities voor "freeze":
Wiktionary: freeze
freeze
Cross Translation:
noun
-
period of cold
- freeze → helada
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• freeze | → helar | ↔ vriezen — onpr|nld meteorologie|nld het heersen van een temperatuur waarbij water kristalliseert tot ijs |
• freeze | → helar | ↔ bevriezen — door afkoeling in vaste toestand komen |
• freeze | → helar | ↔ einfrieren — Hilfsverb haben: durch Absenken der Temperatur unter den Gefrierpunkt haltbar machen |
• freeze | → helar; me estoy helando | ↔ frieren — unpersönlich: so kalt sein, dass der Gefrierpunkt erreicht oder unterschritten wird |
• freeze | → pasmarse; helarse | ↔ gefrieren — (intransitiv) durch Kälteeinwirkung fest und hart werden, zu Eis erstarren |
• freeze | → congelar | ↔ gefrieren — (transitiv) Lebensmittel durch Kühlmittel einfrieren oder tiefgefrieren, um sie haltbar zu machen |
• freeze | → congelar | ↔ congeler — Devenir solide (1, 2) |
• freeze | → congelar; helar | ↔ geler — Durcir, rendre solide par le froid, transformer en glace. (Sens général). |