Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. fiancée:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fiancée (Engels) in het Spaans

fiancée:

fiancée [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fiancée (fiancé)
    la novia; el novio
    • novia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • novio [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fiancée:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
novia fiancé; fiancée bride; ladylove; lover; mistress; pet; squeeze
novio fiancé; fiancée beloved; best friend; bosom friend; bridegroom; buddy; close friend; confidante; darling; dearest; deary; ducky; groom; heart; hearts desire; peach; sweetheart; sweetie

Wiktionary: fiancée

fiancée
noun
  1. woman who is engaged to be married

Cross Translation:
FromToVia
fiancée novia Braut — eine (meist verlobte) Frau bis zum Tage nach der Hochzeit