Faithlessly in het Spaans vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels

Uitgebreide vertaling voor faithlessly (Engels) in het Spaans

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	false; traitorously; treacherously; treasonably

faithless (unfaithful; apostate; disloyal)
infiel; traidor; desleal; apóstata
- infiel bijvoeglijk naamwoord
- traidor bijvoeglijk naamwoord
- desleal bijvoeglijk naamwoord
- apóstata bijvoeglijk naamwoord
faithless (adulterous; unfaithful; disloyal; perfidious)
adúltero; desleal; pérfido
- adúltero bijvoeglijk naamwoord
- desleal bijvoeglijk naamwoord
- pérfido bijvoeglijk naamwoord
faithless (perfidious; unfaithful; disloyal; traitorous; treacherous)
pérfido; infiel; desleal
- pérfido bijvoeglijk naamwoord
- infiel bijvoeglijk naamwoord
- desleal bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adúltero		adulterer; hussy
traidor		betrayer; squeaker; squealer; traitor; traitress; villain
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	traitorous; treasonable; treasonous; unfaithful
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adúltero	adulterous; disloyal; faithless; perfidious; unfaithful
apóstata	apostate; disloyal; faithless; unfaithful
desleal	adulterous; apostate; disloyal; faithless; perfidious; traitorous; treacherous; unfaithful	dishonest; disloyal; undeserved; unfair; unjust
infiel	apostate; disloyal; faithless; perfidious; traitorous; treacherous; unfaithful	disloyal
pérfido	adulterous; disloyal; faithless; perfidious; traitorous; treacherous; unfaithful	bad; badly; behind one's back; blackguardly; cunning; demonic; devilish; diabolic; double-tongued; evil-minded; false; falsely; foul; indecent; jarring; low; malicious; mean; nasty; offensive; ribald; roguish; satanic; scoundrelly; scurvy; secretly; sharp; shrewd; slippery; sly; stealthily; underhand; vicious; vile; villainous; with evil intention
traidor	apostate; disloyal; faithless; unfaithful	bad; behind one's back; disloyal; false; falsely; foul; indecent; jarring; low; lying; mean; mendacious; nasty; offensive; perfidious; ribald; scurvy; secretly; traitorous; treacherous; underhand; untruthful; vicious; vile

having the character of, or characteristic of, a traitor¹
- the faithless Benedict Arnold¹

Cross Translation:

From	To	Via
• faithless	→ incrédula; incrédulo	↔ ungläubig — theologisch: keine religiöse Anschauung vertretend; nicht an Gott oder Götter glaubend; agnostisch;