Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- engaging:
- engage:
-
Wiktionary:
- engaging → íntimo, sociable
- engage → embragar
- engage → encargarse, ocuparse, tomar a sueldo, contratar, reclutar, embragar, amonestar, reprender, desempeñar, ocupar, habitar, atender
Engels
Uitgebreide vertaling voor engaging (Engels) in het Spaans
engaging:
-
engaging (sympathetic; appealing; nice; congenial; winsome; likable; endearing)
-
engaging (charming; nice; appealing; sweet; lovely; endearing; congenial; winsome; alluring; likable; entrancing; attractive)
simpático; agradable; amable; ameno; gracioso; encantador; agraciado; atractivo; amigable; adorable; seductor-
simpático bijvoeglijk naamwoord
-
agradable bijvoeglijk naamwoord
-
amable bijvoeglijk naamwoord
-
ameno bijvoeglijk naamwoord
-
gracioso bijvoeglijk naamwoord
-
encantador bijvoeglijk naamwoord
-
agraciado bijvoeglijk naamwoord
-
atractivo bijvoeglijk naamwoord
-
amigable bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
seductor bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor engaging:
Verwante woorden van "engaging":
Synoniemen voor "engaging":
Verwante definities voor "engaging":
engaging vorm van engage:
-
to engage (utilize; apply; implement; use; employ; make use of; enforce; practise; adopt; avail oneself of; administer; take; practice; utilise)
utilizar; poner; hacer uso de; tomar en uso; aplicar; jugarse; invertir; apostar; administrar; insertar-
utilizar werkwoord
-
poner werkwoord
-
hacer uso de werkwoord
-
tomar en uso werkwoord
-
aplicar werkwoord
-
jugarse werkwoord
-
invertir werkwoord
-
apostar werkwoord
-
administrar werkwoord
-
insertar werkwoord
-
-
to engage (employ; hire; recruit; sign on)
-
to engage (initiate; operationalize; begin)
hacer participar a u.p. en; implicar a u.p. en; envolver a u.p. en-
hacer participar a u.p. en werkwoord
-
implicar a u.p. en werkwoord
-
envolver a u.p. en werkwoord
-
-
to engage (invite; invoke; enlist; initiate; operationalize; begin; call in)
-
to engage
contraer un compromiso-
contraer un compromiso werkwoord
-
-
to engage (register; sign on)
Conjugations for engage:
present
- engage
- engage
- engages
- engage
- engage
- engage
simple past
- engaged
- engaged
- engaged
- engaged
- engaged
- engaged
present perfect
- have engaged
- have engaged
- has engaged
- have engaged
- have engaged
- have engaged
past continuous
- was engaging
- were engaging
- was engaging
- were engaging
- were engaging
- were engaging
future
- shall engage
- will engage
- will engage
- shall engage
- will engage
- will engage
continuous present
- am engaging
- are engaging
- is engaging
- are engaging
- are engaging
- are engaging
subjunctive
- be engaged
- be engaged
- be engaged
- be engaged
- be engaged
- be engaged
diverse
- engage!
- let's engage!
- engaged
- engaging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor engage:
Verwante woorden van "engage":
Synoniemen voor "engage":
Antoniemen van "engage":
Verwante definities voor "engage":
Wiktionary: engage
engage
Cross Translation:
verb
-
to mesh or interlock
- engage → embragar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• engage | → encargarse; ocuparse | ↔ beschäftigen — reflexiv, sich beschäftigen: einer Sache oder Person konzentriert seine Aufmerksamkeit widmen |
• engage | → tomar a sueldo; contratar; reclutar | ↔ embaucher — engager un salarié, passer avec lui un contrat de travail. |
• engage | → embragar | ↔ embrayer — mettre les parties d’un mécanisme qui devoir mouvoir en communication avec le moteur. |
• engage | → amonestar; reprender | ↔ engager — mettre en gage, donner en gage. |
• engage | → desempeñar; ocupar; habitar; atender | ↔ occuper — Traductions à trier suivant le sens |
Computer vertaling door derden: