Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- emptying:
-
empty:
- vacío; libre; desocupado; nulo; vano; vanidoso; engreído; endeble; vanal; agotado; vacuo; astuto; sin usar; desinflado; insubstancial; hueco; ocioso; exhausto; sin contenido; perecedero; pasajero; transitorio
- despejar; terminar; desocupar; emitir; desembarazarse de; verter; deshacerse de; echar; vaciar; apurar; acabar; ultimar; saquear; pillar; limpiar; limpiar a fondo; dejar vacío; beberse; quitar; evacuar; verter sobre; sacar de; extirpar; quitar de en medio; desaguar
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor emptying (Engels) in het Spaans
emptying:
-
the emptying (drainage; draining; evacuation)
-
the emptying (drainage; draining)
-
the emptying (draining)
-
the emptying (pouring; pouring out)
Vertaal Matrix voor emptying:
Verwante woorden van "emptying":
Synoniemen voor "emptying":
Verwante definities voor "emptying":
empty:
-
empty
vacío; libre; desocupado-
vacío bijvoeglijk naamwoord
-
libre bijvoeglijk naamwoord
-
desocupado bijvoeglijk naamwoord
-
-
empty
-
empty (idle; unused)
agotado; vacuo; astuto; sin usar; desinflado-
agotado bijvoeglijk naamwoord
-
vacuo bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
sin usar bijvoeglijk naamwoord
-
desinflado bijvoeglijk naamwoord
-
-
empty (meaningless; hollow; idle)
insubstancial; hueco; ocioso; exhausto-
insubstancial bijvoeglijk naamwoord
-
hueco bijvoeglijk naamwoord
-
ocioso bijvoeglijk naamwoord
-
exhausto bijvoeglijk naamwoord
-
-
empty (blank)
-
empty (perishing; evanescent; transient; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; casual; current; null; short; informal; cursory)
perecedero; pasajero; transitorio-
perecedero bijvoeglijk naamwoord
-
pasajero bijvoeglijk naamwoord
-
transitorio bijvoeglijk naamwoord
-
-
to empty (make empty; remove what is inside; clear)
-
to empty (drain; discharge; expel; disgorge; remove)
emitir; desembarazarse de; verter; deshacerse de; echar-
emitir werkwoord
-
desembarazarse de werkwoord
-
verter werkwoord
-
deshacerse de werkwoord
-
echar werkwoord
-
-
to empty (drink up; drink; finish)
-
to empty (strip bare; ransack; gut)
-
to empty (clean out; clean up; tidy up; clear out; tidy out; clear; finish)
-
to empty (clear out; take out; remove; drain; clean out; clear; finish)
-
to empty (pour out)
-
to empty (evacuate; clear)
-
to empty (take out; clear out; pull out; lift out)
quitar; sacar de; extirpar; quitar de en medio-
quitar werkwoord
-
sacar de werkwoord
-
extirpar werkwoord
-
quitar de en medio werkwoord
-
-
to empty (void water; drain; flow out)
Conjugations for empty:
present
- empty
- empty
- empties
- empty
- empty
- empty
simple past
- emptied
- emptied
- emptied
- emptied
- emptied
- emptied
present perfect
- have emptied
- have emptied
- has emptied
- have emptied
- have emptied
- have emptied
past continuous
- was emptying
- were emptying
- was emptying
- were emptying
- were emptying
- were emptying
future
- shall empty
- will empty
- will empty
- shall empty
- will empty
- will empty
continuous present
- am emptying
- are emptying
- is emptying
- are emptying
- are emptying
- are emptying
subjunctive
- be emptied
- be emptied
- be emptied
- be emptied
- be emptied
- be emptied
diverse
- empty!
- let's empty!
- emptied
- emptying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor empty:
Verwante woorden van "empty":
Synoniemen voor "empty":
Antoniemen van "empty":
Verwante definities voor "empty":
Wiktionary: empty
empty
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• empty | → desinflarse | ↔ leeglopen — geleidelijk zijn inhoud verliezen |
• empty | → vacío | ↔ leeg — zonder inhoud |
• empty | → vaciar | ↔ ledigen — de inhoud volledig verwijderen |
• empty | → vacío | ↔ ledig — leeg |
• empty | → vacío | ↔ leer — (fast) ohne Inhalt |
• empty | → vaciarse | ↔ leeren — (reflexiv) sich leeren: leer werden |
• empty | → vaciar | ↔ leeren — (transitiv) leer machen durch Verbrauch des Inhalts oder um diesen zu verwenden |
• empty | → hueco; vacío; cariado; cóncavo; con hoyuelos; hondo; profundo; hundido; sumido; deprimido; ínútil; perdido | ↔ creux — Qui présente une cavité, un trou intérieur. |
• empty | → vacío | ↔ vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de. |
• empty | → vacío | ↔ vide — espace vide. |
• empty | → vaciar | ↔ vider — Rendre vide |