Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
cool:
- calmo; de negocios; sobrio; directo; conciso; práctico; comercial; juiciosa; ayuno; en ayunas; objetivo; sereno; material; realista; indiferente; concreto; de puta madre; espléndido; estupendo; súper; magnífico; maravilloso; fantástico; fenomenal; perfecto; fabuloso; fresco; ligero; airado; despreocupado; frío; estremecido; con escalofríos; fresquito; tranquilo; inmutable; imperturbable; flemático; liso; inmóvil; impasible; imperturable
- refrigerar; calmarse; hundirse; tranquilizarse; enfriarse; debilitarse; helarse; entibiarse; sosegarse; refrescar; ponerse frío
- autocontrol; dominio de sí mismo; frío; frescura; resfrío; frescor; fresco; enfriamiento; refresco; distancia; aire de distancia
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor cool (Engels) in het Spaans
cool:
-
cool (businesslike)
calmo; de negocios; sobrio; directo; conciso; práctico; comercial; juiciosa; ayuno; en ayunas; objetivo; sereno; material; realista; indiferente; concreto-
calmo bijvoeglijk naamwoord
-
de negocios bijvoeglijk naamwoord
-
sobrio bijvoeglijk naamwoord
-
directo bijvoeglijk naamwoord
-
conciso bijvoeglijk naamwoord
-
práctico bijvoeglijk naamwoord
-
comercial bijvoeglijk naamwoord
-
juiciosa bijvoeglijk naamwoord
-
ayuno bijvoeglijk naamwoord
-
en ayunas bijvoeglijk naamwoord
-
objetivo bijvoeglijk naamwoord
-
sereno bijvoeglijk naamwoord
-
material bijvoeglijk naamwoord
-
realista bijvoeglijk naamwoord
-
indiferente bijvoeglijk naamwoord
-
concreto bijvoeglijk naamwoord
-
-
cool (outrageous; fantastic; super)
de puta madre; espléndido; estupendo; súper; magnífico; maravilloso; fantástico; fenomenal; perfecto; fabuloso-
de puta madre bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
súper bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
maravilloso bijvoeglijk naamwoord
-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
fenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
perfecto bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
-
cool (airy; fresh)
fresco; ligero; airado; despreocupado-
fresco bijvoeglijk naamwoord
-
ligero bijvoeglijk naamwoord
-
airado bijvoeglijk naamwoord
-
despreocupado bijvoeglijk naamwoord
-
-
cool (in an unresponsive way; distant; cold; aloof; chilly; chilli)
frío; estremecido; con escalofríos-
frío bijvoeglijk naamwoord
-
estremecido bijvoeglijk naamwoord
-
con escalofríos bijvoeglijk naamwoord
-
-
cool (chilly; chilli)
-
cool (composed; calm; equanimous; placid; collected)
tranquilo; sereno; inmutable; imperturbable-
tranquilo bijvoeglijk naamwoord
-
sereno bijvoeglijk naamwoord
-
inmutable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
-
cool (unemotional; super cooled)
flemático; frío; liso; indiferente; inmóvil; impasible; inmutable; imperturbable; imperturable-
flemático bijvoeglijk naamwoord
-
frío bijvoeglijk naamwoord
-
liso bijvoeglijk naamwoord
-
indiferente bijvoeglijk naamwoord
-
inmóvil bijvoeglijk naamwoord
-
impasible bijvoeglijk naamwoord
-
inmutable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturable bijvoeglijk naamwoord
-
-
cool (stoic; unemotional)
-
to cool (cool down; chill; cool off)
refrigerar-
refrigerar werkwoord
-
-
to cool (cool off; cool down)
calmarse; hundirse; tranquilizarse; enfriarse; debilitarse; helarse; entibiarse; sosegarse-
calmarse werkwoord
-
hundirse werkwoord
-
tranquilizarse werkwoord
-
enfriarse werkwoord
-
debilitarse werkwoord
-
helarse werkwoord
-
entibiarse werkwoord
-
sosegarse werkwoord
-
-
to cool (get cooler; cool down; refrigerate; chill; get cold; get fresh; grow cold; grow cooler)
refrescar; enfriarse; hundirse; refrigerar; helarse; entibiarse; ponerse frío-
refrescar werkwoord
-
enfriarse werkwoord
-
hundirse werkwoord
-
refrigerar werkwoord
-
helarse werkwoord
-
entibiarse werkwoord
-
ponerse frío werkwoord
-
Conjugations for cool:
present
- cool
- cool
- cools
- cool
- cool
- cool
simple past
- cooled
- cooled
- cooled
- cooled
- cooled
- cooled
present perfect
- have cooled
- have cooled
- has cooled
- have cooled
- have cooled
- have cooled
past continuous
- was cooling
- were cooling
- was cooling
- were cooling
- were cooling
- were cooling
future
- shall cool
- will cool
- will cool
- shall cool
- will cool
- will cool
continuous present
- am cooling
- are cooling
- is cooling
- are cooling
- are cooling
- are cooling
subjunctive
- be cooled
- be cooled
- be cooled
- be cooled
- be cooled
- be cooled
diverse
- cool!
- let's cool!
- cooled
- cooling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor cool:
Verwante woorden van "cool":
Synoniemen voor "cool":
Antoniemen van "cool":
Verwante definities voor "cool":
Wiktionary: cool
cool
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• cool | → fresco | ↔ koel — met een naar verhouding lagere temperatuur dan de warme of hete omgeving |
• cool | → frío | ↔ kalt — eine niedrige Temperatur habend; von/mit niedriger Temperatur |
• cool | → enfriar | ↔ kühlen — kühl machen; Temperatur (von etwas, das warm oder heiß ist) vermindern |
• cool | → indolente | ↔ nonchalant — Qui apporter de l’insouciance, un manque de zèle, d’ardeur à tout ce qu’il doit faire. |
• cool | → resfriar; enfriar | ↔ refroidir — rendre froid. |