Cooking in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

cooking:
- hervor; brebaje; guisoteo
cook:
- cocinero; maestro de cocina; señorita; cocinera; reina de la cocina; jovencita; criada de cocina; buena cocinera
- preparar la comida; preparar; hacer la comida; aderezar; prepararse; apercibir; arreglar; aprestar; estar hirviendo de rabia; hervir; estar malísimo; hacer hervir; bullir; cocer
Wiktionary:
- cooking → cocina
- cook → cocinar, cocer, cocerse
- cook → cocinera, cocinero
- cook → cocinero, cocer, cocinar, guisar

Engels

Uitgebreide vertaling voor cooking (Engels) in het Spaans

cooking:

cooking [the ~] zelfstandig naamwoord

the cooking (boiling)
el hervor
- hervor [el ~] zelfstandig naamwoord
the cooking (boiling)
el brebaje
- brebaje [el ~] zelfstandig naamwoord
the cooking (catering)
el guisoteo
- guisoteo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cooking:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brebaje	boiling; cooking	brew; concoction
guisoteo	catering; cooking
hervor	boiling; cooking
-	cookery; preparation
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	boiling; making; preparation

Verwante woorden van "cooking":

cook

Synoniemen voor "cooking":

cookery; preparation; change of state

Verwante definities voor "cooking":

the act of preparing something (as food) by the application of heat¹
- cooking can be a great art¹

Wiktionary: cooking

Cross Translation:

From	To	Via
• cooking	→ cocina	↔ cuisine — Art d’apprêter les mets, les aliments

cooking vorm van cook:

cook [the ~] zelfstandig naamwoord

the cook (head-cook; chef)
el cocinero; el maestro de cocina
- cocinero [el ~] zelfstandig naamwoord
- maestro de cocina [el ~] zelfstandig naamwoord
the cook (kitchen-maid; chef; caterer; head-cook)
la señorita; la cocinera; la reina de la cocina; la jovencita; la criada de cocina
- señorita [la ~] zelfstandig naamwoord
- cocinera [la ~] zelfstandig naamwoord
- reina de la cocina [la ~] zelfstandig naamwoord
- jovencita [la ~] zelfstandig naamwoord
- criada de cocina [la ~] zelfstandig naamwoord
the cook (chef; caterer; head-cook)
la cocinera; el cocinero; la criada de cocina; la buena cocinera; la reina de la cocina
- cocinera [la ~] zelfstandig naamwoord
- cocinero [el ~] zelfstandig naamwoord
- criada de cocina [la ~] zelfstandig naamwoord
- buena cocinera [la ~] zelfstandig naamwoord
- reina de la cocina [la ~] zelfstandig naamwoord

to cook werkwoord (cooks, cooked, cooking)

to cook (prepare a meal; do the cooking)
preparar la comida; preparar; hacer la comida
- preparar la comida werkwoord
- preparar werkwoord
- hacer la comida werkwoord
to cook (prepare; brew; make ready)
preparar; aderezar; prepararse; apercibir; arreglar; aprestar
- preparar werkwoord
- aderezar werkwoord
- prepararse werkwoord
- apercibir werkwoord
- arreglar werkwoord
- aprestar werkwoord
to cook (boil with rage; seethe; anneal; start boiling; reach the boiling point)
estar hirviendo de rabia; hervir; estar malísimo; hacer hervir; bullir
- estar hirviendo de rabia werkwoord
- hervir werkwoord
- estar malísimo werkwoord
- hacer hervir werkwoord
- bullir werkwoord
to cook
cocer
- cocer werkwoord

Conjugations for cook:

present

cook
cook
cooks
cook
cook
cook

simple past

cooked
cooked
cooked
cooked
cooked
cooked

present perfect

have cooked
have cooked
has cooked
have cooked
have cooked
have cooked

past continuous

was cooking
were cooking
was cooking
were cooking
were cooking
were cooking

future

shall cook
will cook
will cook
shall cook
will cook
will cook

continuous present

am cooking
are cooking
is cooking
are cooking
are cooking
are cooking

subjunctive

be cooked
be cooked
be cooked
be cooked
be cooked
be cooked

diverse

cook!
let's cook!
cooked
cooking

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor cook:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arreglar		arrangement; ordening; settling
buena cocinera	caterer; chef; cook; head-cook
cocinera	caterer; chef; cook; head-cook; kitchen-maid
cocinero	caterer; chef; cook; head-cook
criada de cocina	caterer; chef; cook; head-cook; kitchen-maid
hervir		boiling up; seething
jovencita	caterer; chef; cook; head-cook; kitchen-maid	girl; maiden; teen; teenager; teener; teenybopper; young woman
maestro de cocina	chef; cook; head-cook
preparar		composing; preparation; preparing
reina de la cocina	caterer; chef; cook; head-cook; kitchen-maid
señorita	caterer; chef; cook; head-cook; kitchen-maid	Ms.; dragonfly; girl; madam; maiden; miss; young woman
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aderezar	brew; cook; make ready; prepare	prepare
apercibir	brew; cook; make ready; prepare
aprestar	brew; cook; make ready; prepare
arreglar	brew; cook; make ready; prepare	adjust; arrange; arrange something; conform to; do odd jobs; find again; finish; fix; fix up; freshen up; furnish; get ready; have ended; have finished; instal; install; join; make decent; make even; make ready; mend; model; order; pay; pay on account; prepare; reconcile; redeem; redevelop; redress; regulate; renew; renovate; repair; restore; resume; set up; settle; shape
bullir	anneal; boil with rage; cook; reach the boiling point; seethe; start boiling	boil; bubble up; reach the boiling point; rise; seethe; start boiling
cocer	cook	bake in; boil; scald
estar hirviendo de rabia	anneal; boil with rage; cook; reach the boiling point; seethe; start boiling
estar malísimo	anneal; boil with rage; cook; reach the boiling point; seethe; start boiling
hacer hervir	anneal; boil with rage; cook; reach the boiling point; seethe; start boiling	boil; reach the boiling point; seethe; start boiling
hacer la comida	cook; do the cooking; prepare a meal
hervir	anneal; boil with rage; cook; reach the boiling point; seethe; start boiling	boil; reach the boiling point; scald; seethe; start boiling
preparar	brew; cook; do the cooking; make ready; prepare; prepare a meal	get ready; make preparations; make ready; prepare; put ready; set out
preparar la comida	cook; do the cooking; prepare a meal
prepararse	brew; cook; make ready; prepare	get ready; get started; make a start; make ready; prepare; prepare oneself; prepare oneself for
-	fake; falsify; fix; fudge; make; manipulate; misrepresent; prepare; ready; wangle
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	dress; female cook; kitchen-maid; make; prepare

Verwante woorden van "cook":

recook, cooking, cooked, cooks

Synoniemen voor "cook":

skilled worker; trained worker; skilled workman
Cook; James Cook; Captain Cook; Captain James Cook; navigator
create from raw material; create from raw stuff
fix; ready; make; prepare
change integrity
change; alter; modify
fudge; manipulate; fake; falsify; wangle; misrepresent; cheat; chisel; cook up

Verwante definities voor "cook":

someone who cooks food¹
transform and make suitable for consumption by heating¹
- These potatoes have to cook for 20 minutes¹
transform by heating¹
- The apothecary cooked the medicinal mixture in a big iron kettle¹
prepare for eating by applying heat¹
prepare a hot meal¹
- My husband doesn't cook¹
tamper, with the purpose of deception¹
- cook the books¹

Wiktionary: cook

cook

verb

become ready for eating
- cook → cocinar; cocer
colloquial: be uncomfortably hot
- cook → cocerse
prepare food
- cook → cocinar
prepare (food) for eating
- cook → cocinar

noun

a person who prepares food for a living
- cook → cocinera; cocinero

Cross Translation:

From	To	Via
• cook	→ cocinero	↔ Koch — Beruf, der sich mit der Zubereitung von Speisen beschäftigt
• cook	→ cocer	↔ garen — transitiv: Lebensmittel erhitzen, um sie bekömmlich zu machen, etwas gar werden lassen
• cook	→ cocinar; cocer	↔ kochen — Lebensmittel unter Einwirkung von Hitze zu einer Mahlzeit zubereiten
• cook	→ cocer; guisar	↔ cuire — préparer les aliments par le moyen du feu, de la chaleur, pour les rendre propres à être manger. devenir propre à être mangé ou propre à tel ou tel usage par le moyen du feu, de la chaleur.
• cook	→ cocinar	↔ cuisiner — Préparer à manger
• cook	→ cocinero	↔ cuisinier — Celui qui prépare la nourriture

Verwante vertalingen van cooking

Remove Ads

Vertaal cooking van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor cooking (Engels) in het Spaans

cooking:

cooking [the ~] zelfstandig naamwoord

the cooking (boiling)

the cooking (boiling)

the cooking (catering)

Vertaal Matrix voor cooking:

Verwante woorden van "cooking":

Synoniemen voor "cooking":

Verwante definities voor "cooking":

Wiktionary: cooking

cooking vorm van cook:

cook [the ~] zelfstandig naamwoord

the cook (head-cook; chef)

the cook (kitchen-maid; chef; caterer; head-cook)

the cook (chef; caterer; head-cook)

to cook werkwoord (cooks, cooked, cooking)

to cook (prepare a meal; do the cooking)

to cook (prepare; brew; make ready)

to cook (boil with rage; seethe; anneal; start boiling; reach the boiling point)

to cook

Conjugations for cook:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor cook:

Verwante woorden van "cook":

Synoniemen voor "cook":

Verwante definities voor "cook":

Wiktionary: cook

Verwante vertalingen van cooking